De mooie weken (en maanden) van Nyck de Vries: ‘Uiteindelijk draait het om presteren’
Motorsport Images
Daan de Geus
6 maart 2021
Dankbaar: het woord valt, in verschillende vormen, meer dan eens als je met Nyck de Vries spreekt. Of het nou over zijn nieuwe reserverol bij Mercedes’ Formule 1-team gaat, zijn succesvolle Formule E-seizoensstart, zijn werk met Toyota of zijn overvolle agenda. ‘Ik ben blij met wat ik kan en mag doen, maar uiteindelijk draait het om presteren’.
Hij is in Paul Ricard, vertelt De Vries (26), als we hem aan de lijn hebben. Een week eerder spraken we hem ook al, toen was hij in Saoedi-Arabië voor de seizoensouverture van de Formule E. De Vries won de eerste race aldaar, verliet het Midden-Oosten ondanks een lastiger tweede wedstrijd als kampioenschapsleider van de elektrische klasse, werd sindsdien als reservecoureur van Mercedes’ Formule 1-team gepresenteerd, en stapte op Paul Ricard in voor een test met Toyota’s nieuwe work-in-progress hypercar. Dus ja, beaamt De Vries, het zijn niet alleen drukke, maar ook goede weken voor hem.
Lees ook: Formule E: De Vries wint eerste race van het seizoen
“Ik ben heel blij en dankbaar met al mijn kansen, maar ben er ook heel nuchter onder”, vertelt hij even zo goed. “Ik ben blij met wat ik kan en mag doen, maar uiteindelijk draait het om presteren. Vandaag mogen ze je, maar als je morgen je werk niet goed doet, staan er tien anderen voor je in de rij”, omschrijft hij de ongeschreven, maar onverbiddelijke wetten van de autosport. “Ik hou me daar overigens niet mee bezig, ik concentreer me gewoon op mijn werk.”
(tekst loopt door onder de foto) Wat werk betreft, staat de agenda van De Vries ramvol. Dik onderstreept staan in elk geval alle Formule E-weekends en -activiteiten. De coureur uit Sneek vormt samen met de Vlaming Stoffel Vandoorne het speerpunt van het merk met de ster, maar hij is ook steeds meer onderdeel van de bredere Mercedes-familie, met nu dus ook een officiële reserverol bij het Formule 1-team. “Voor mij was dat geen verrassing”, lacht De Vries. “Ik wist het al relatief vroeg, voor het nieuwe jaar zelfs. Na die test in Abu Dhabi”, doelt hij op hoe hij daar eind 2020 in mocht stappen bij het veelvuldige kampioenschapsteam, “zijn die ideeën en gesprekken op gang gekomen.” Toch zou hij ‘Abu Dhabi’ niet als repetitie willen bestempelen, zegt hij desgevraagd. “Dat was toen niet de intentie, maar dit is er wel uit voortgekomen.” Lees ook: Nyck de Vries in 2021 reservecoureur bij F1-team Mercedes Hij is dankbaar – daar is dat woord weer – voor de kans en wat daaruit spreekt: erkenning, waardering. De Vries droeg sowieso in simulator al zijn steentje bij aan het meest succesvolle Formule 1-team ooit, en zal nu ook tijdens raceweekends dus gereed staan. “Stoffel (Vandoorne, de andere reserve, red.) en ik gaan dat fiftyfifty doen. Soms zullen we bij races aanwezig zijn, soms niet. Bij Europese races zitten we misschien wel eerst in de sim en vliegen dan naar circuit of staan thuis paraat.” Of hij zo ook meer op de Formule 1-radar staat, ook bij andere teams? “Het is misschien moeilijk te geloven, maar daar ben ik niet zozeer mee bezig en vrij relaxed onder. Ik ben blij met wat we in de Formule E doen en wil daar slagen met Mercedes. Verder kijk ik niet echt. De Formule 1 is mijn droom geweest en waar ik lang in mijn carrière naartoe werkte, maar ik ben nu iets van dat pad afgeweken en heb nieuwe dromen en doelen. Verder moet de tijd het maar leren.”
(tekst loopt door onder de foto) Tijd om heel erg bij de toekomst stil te staan, heeft De Vries ook niet. Het is door, door, door met zijn overvolle agenda en reisschema. “In 2018, 2019 deed ik 130 vluchten per jaar en dat lijkt nog niet te stagneren”, klinkt het enigszins onwerkelijk te midden van de coronapandemie. Door zijn werk blijf De Vries echter kriskras de wereld overgaan, met afgelopen week dus een tussenstop in Paul Ricard. Aan de slag als test- en reservecoureur voor Toyota’s WEC-stal, dat haar nieuwe hypercar er de sporen geeft. “Toyota heeft een hele nieuwe auto gecreëerd. Het is interessant om deel uit te maken van dat proces. Daarnaast heeft het Toyota-team drie keer Le Mans gewonnen, dus het is ook een heel bijzondere organisatie.” Lees ook: De Vries over Formule E’s toekomst, nachtelijke aftrap in Saoedi-Arabië en zijn kansen in 2021 Voor 2022, zo draait De Vries daar niet omheen, is het ‘zonder twijfel het doel om te promoveren tot racecoureur’ bij Toyota. Of hij dit jaar nog in het WEC en op Le Mans in actie komt, zoals hij van 2018 tot en met 2020 deed voor Racing Team Nederland, is maar de vraag. “Het wordt moeilijk te combineren en omdat ik reserve sta voor Toyota, is het voor andere teams ook een beetje een gok dat ze me op het laatste moment verliezen, wat ik wel snap. Ik probeer in elk geval Le Mans te doen en heb er op zich wel vertrouwen in, maar we moeten kijken of het past.” Dat is dan weer een van de (kleine) nadelen van zo’n overvolle kalender. Maar je hoort Nyck de Vries zeker niet klagen.
(tekst loopt door onder de foto) Wat werk betreft, staat de agenda van De Vries ramvol. Dik onderstreept staan in elk geval alle Formule E-weekends en -activiteiten. De coureur uit Sneek vormt samen met de Vlaming Stoffel Vandoorne het speerpunt van het merk met de ster, maar hij is ook steeds meer onderdeel van de bredere Mercedes-familie, met nu dus ook een officiële reserverol bij het Formule 1-team. “Voor mij was dat geen verrassing”, lacht De Vries. “Ik wist het al relatief vroeg, voor het nieuwe jaar zelfs. Na die test in Abu Dhabi”, doelt hij op hoe hij daar eind 2020 in mocht stappen bij het veelvuldige kampioenschapsteam, “zijn die ideeën en gesprekken op gang gekomen.” Toch zou hij ‘Abu Dhabi’ niet als repetitie willen bestempelen, zegt hij desgevraagd. “Dat was toen niet de intentie, maar dit is er wel uit voortgekomen.” Lees ook: Nyck de Vries in 2021 reservecoureur bij F1-team Mercedes Hij is dankbaar – daar is dat woord weer – voor de kans en wat daaruit spreekt: erkenning, waardering. De Vries droeg sowieso in simulator al zijn steentje bij aan het meest succesvolle Formule 1-team ooit, en zal nu ook tijdens raceweekends dus gereed staan. “Stoffel (Vandoorne, de andere reserve, red.) en ik gaan dat fiftyfifty doen. Soms zullen we bij races aanwezig zijn, soms niet. Bij Europese races zitten we misschien wel eerst in de sim en vliegen dan naar circuit of staan thuis paraat.” Of hij zo ook meer op de Formule 1-radar staat, ook bij andere teams? “Het is misschien moeilijk te geloven, maar daar ben ik niet zozeer mee bezig en vrij relaxed onder. Ik ben blij met wat we in de Formule E doen en wil daar slagen met Mercedes. Verder kijk ik niet echt. De Formule 1 is mijn droom geweest en waar ik lang in mijn carrière naartoe werkte, maar ik ben nu iets van dat pad afgeweken en heb nieuwe dromen en doelen. Verder moet de tijd het maar leren.”
(tekst loopt door onder de foto) Tijd om heel erg bij de toekomst stil te staan, heeft De Vries ook niet. Het is door, door, door met zijn overvolle agenda en reisschema. “In 2018, 2019 deed ik 130 vluchten per jaar en dat lijkt nog niet te stagneren”, klinkt het enigszins onwerkelijk te midden van de coronapandemie. Door zijn werk blijf De Vries echter kriskras de wereld overgaan, met afgelopen week dus een tussenstop in Paul Ricard. Aan de slag als test- en reservecoureur voor Toyota’s WEC-stal, dat haar nieuwe hypercar er de sporen geeft. “Toyota heeft een hele nieuwe auto gecreëerd. Het is interessant om deel uit te maken van dat proces. Daarnaast heeft het Toyota-team drie keer Le Mans gewonnen, dus het is ook een heel bijzondere organisatie.” Lees ook: De Vries over Formule E’s toekomst, nachtelijke aftrap in Saoedi-Arabië en zijn kansen in 2021 Voor 2022, zo draait De Vries daar niet omheen, is het ‘zonder twijfel het doel om te promoveren tot racecoureur’ bij Toyota. Of hij dit jaar nog in het WEC en op Le Mans in actie komt, zoals hij van 2018 tot en met 2020 deed voor Racing Team Nederland, is maar de vraag. “Het wordt moeilijk te combineren en omdat ik reserve sta voor Toyota, is het voor andere teams ook een beetje een gok dat ze me op het laatste moment verliezen, wat ik wel snap. Ik probeer in elk geval Le Mans te doen en heb er op zich wel vertrouwen in, maar we moeten kijken of het past.” Dat is dan weer een van de (kleine) nadelen van zo’n overvolle kalender. Maar je hoort Nyck de Vries zeker niet klagen.