FORMULE 1’s huisfotograaf Peter van Egmond was in de tijd dat Spyker op de grid stond ook de officiële fotograaf van Christijan Albers, de Nederlandse coureur in dienst van het Nederlandse team. Van Egmond maakte het bijzondere maar kortstondige Spyker-avontuur zo van dichtbij mee, tot op de achterbank van Albers’ huurauto. “Ik maakte in die tijd overal foto’s van.”
Zo begon het Spyker-avontuur voor Van Egmond al in 2005, toen Albers nog voor Midland reed, dat eind dat jaar door de Nederlandse sportwagenmaker en investeerders werd overgenomen. “Dat maakte het alleen maar beter”, memoreert Van Egmond. “Met een Nederlandse eigenaar, konden we onze moerstaal spreken. Ik kon het ook goed vinden met Christijan.” De rest van het team was ook ‘een vriendelijke groep mensen’.
Voor Van Egmond betekende het enthousiasme van de Nederlandse enclave dat bijna alles kon. Bijna. “De auto stond bij de teampresentatie in het Zwitserse wintersportoord Gstaad in de hotellobby. Toen zei ik: ‘zou het niet leuk zijn die auto op de berg te zetten?’ Prima, maar dan moest ik het regelen.” Van Egmonds oog viel op een reddingshelikopter vlakbij het hotel. Wat navraag leverde een offerte op. “Alles kon bij het team, dus ik dacht dat het kat in het bakkie was, maar teambaas Michiel Mol schrok toch van de hele operatie. Het was al een drama geweest om de auto in de lobby te krijgen, dus is hij daar gewoon blijven staan.”
tekst loopt door onder de foto)
Tijdens het seizoen zelf viel er ook genoeg te beleven, zowel op als naast de baan. Dat was met Albers ook daarvoor bij Minardi en Midland al zo. “Ik weet nog dat ik in zijn Minardi-tijd een keer met Christijan Albers en zijn manager Lodewijk Varossieau meereed naar zijn hotel. Niet in een dikke bak, maar in een Opeltje Corsa. Hij reed als een debiel en daar hadden we de grootste lol om. En ze trakteerden nog op een lekker etentje ook.”
(tekst loopt door onder de foto)
Behalve dat hij geregeld voor het diner mocht aanschuiven, zat Van Egmond zelfs aan de onderhandelingstafel. Niet om zelf over een nieuwe motordeal te spreken, wel om er foto’s van te maken. “Een fraai stukje politiek”, memoreert hij. Na de gesprekken met Cosworth, liep de delegatie ook ‘nog even door naar Ferrari’. “Ferrari’s perschef hield me tegen, maar toen ze zeiden dat ik bij hen hoorde, mocht ik doorlopen. Weer alle mannen om de tafel, maar nu om de handtekeningen te zetten onder een motordeal. Een kwartier eerder zaten we nog bij Cosworth…”
(tekst loopt door onder de foto)
Op het circuit kon Van Egmond ook dicht bij Albers in de buurt komen, tot op de grid. “De coureurs praten dan vaak nog even met hun engineer, maar hier in Japan ging Albers er even bij zitten om zich mentaal voor te bereiden op de race. Over het algemeen is een coureur op zo’n moment immuun voor fotografen en doet hij gewoon zijn eigen ding. Hij sluit zich af van alles om hem heen, dus word het ook niet als irritant ervaren als ik daar bovenop dook.”
(tekst loopt door onder de foto)
Albers reed een sterke race in Japan, waar Van Egmond zich snel van de grid naar de chicane verplaatste. “Als je meerdere auto’s op één foto kunt krijgen, levert dat altijd meer dynamiek op. Hier rijdt Albers bovendien nog voor landgenoot Robert Doornbos, met wie hij het seizoen ervoor een moeizame relatie had toen ze teamgenoten waren bij Minardi. Niet veel later ging het mis voor Albers. Die foto heb ik ook, waar ik dan toch wel weer blij mee ben. Al was Albers er natuurlijk minder blij mee, want gezien de beperkte middelen deed hij het behoorlijk goed. Winnen zat er natuurlijk niet in, maar hij probeerde altijd het optimaal haalbare uit de auto te halen.”
In FORMULE 1 Magazine nr. 11/12 vind je de hele fototerugblik met Peter van Egmond op de wilde Spyker-jaren. Inclusief anekdotes over de de handel en wandel van teameigenaren Victor Muller en Michiel Mol, de Nederlandse identiteit van het team en die keer dat Albers tegen een F16 racete. FORMULE 1 Magazine nr. 11/12 is nu in de winkel te koop of hier te bestellen.