Als zich een probleem voordoet, vliegen de partijen elkaar in de haren totdat Bernie Ecclestone met een oplossing komt waar iedereen zich in kan vinden. “Vergelijk mijn werk met dat van een brandweerman”, zegt hij.In al die jaren Formule 1 heeft Ecclestone heel wat brandjes geblust. De ene keer moet er een team gered worden, dan wachten er weer onderhandelingen met circuits of tv-stations. En altijd komt het weer goed.

Ecclestone komt sinds het einde van de jaren zeventig op voor de commerciële belangen van de sport en is er in geslaagd een machtspositie te verwerven. Dat hij zo machtig zou worden als hij nu is, had hij niet verwacht.

“Ik hoor succesvolle mensen wel eens zeggen dat ze in hun opzet zijn geslaagd. Dan neem je wat mij betreft een loopje met de waarheid. Ik kan er niks mee, geloof er niet in”, vertelt Ecclestone in gesprek met Today, een krant in Singapore. “Succesvolle mensen zijn personen die het meeste maken van de kansen die worden aangeboden op het pad dat ze bewandelen.”

“Er is ook een andere groep mensen. ‘Ik had dat ook gekund’, hoor je hen vaak zeggen. Maar ze kijken slechts van een afstandje toe hoe anderen succesvol zijn”, vervolgt de Brit, die vele relletjes heeft moeten sussen in de loop der jaren.

“Het gebeurt al zo lang ik me met de Formule 1 bemoei. Nu ben ik oud en geniet ik er zelfs een beetje van, ik ben er immuun voor geworden. Er wordt me wel eens gevraagd wat ik zoal doe. Dan antwoord ik dat ik een brandweerman ben. Eentje die links en rechts bezig is allerlei brandjes te blussen.”

De inmiddels 78-jarige grote baas is zich er van bewust dat iemand vroeg of laat zijn rol moet overnemen. Ecclestone heeft nog geen geschikte opvolger gespot. “Als ik er niet meer ben, maakt dat voor de korte termijn niet veel uit. Dat komt wel in orde. Daarna moet iemand mijn rol overnemen. Wie? Dat weet ik nog niet. Er dient zich vast wel iemand aan.”

Bijna was dat niet eens meer nodig geweest en had het laatste uur geslagen voor de Formule 1. De teams hadden de oprichting van een eigen, alternatieve klasse al aangekondigd. Ternauwernood kon een tweespalt worden voorkomen; tot eind 2012 is er niks aan de hand.

Indien de sport verscheurd was geraakt en de teams succesvoller zouden zijn in hun aanpak, was Ecclestone er mee opgehouden. “Als de boel toch in elkaar dondert, heeft het weinig zin om de baas te blijven, nietwaar? En alles opnieuw opbouwen, daar heb ik geen zin in. Dan had ik mijn energie aan andere zaken besteed.”

Overigens denkt Ecclestone niet dat de FOTA-klasse een succes was geworden. “Het geraamte van de huidige variant staat en dat is een stuk eenvoudiger werken. Ik moet er niet aan denken om met de Formule 1 te concurreren. Ik zou het ook niet willen; het is onlogisch. De teams die per sé een eigen klasse wilden starten, liepen te hard van stapel. Het runnen van een raceklasse is typisch iets voor een zakenman.”

KVN