De Formule 1-karavaan is weer in Europa neergestreken en dat betekent dat de motorhomes weer van stal zijn gehaald. Formule 1 zet ze voor je op een rijtje. Serveertip: neem deze test met een flinke korrel zout.


Mercedes: 9+
Als automerk heeft Mercedes een ietwat steriel imago en het vrij lompe motorhome met getint glas ziet er niet heel uitnodigend uit, maar eenmaal over de drempel blijkt er een verrassend aangename sfeer te hangen. Misschien wel het meest gastvrije team van de paddock, mede dankzij een Nederlandse ster in het hospitalityteam (zie editie 5 van Formule 1). En goed, gevarieerd en gezond eten uit de keuken van de paddockclub.


Ferrari: 9

Plaatsen zijn schaars, maar het is er niet meer zo druk als vroeger. De eerste neiging is om je bord vol te scheppen met antipasti, maar daarmee snij je jezelf in de vingers, want pas als je dat hebt weggewerkt, wordt gevraagd of je een portie pasta wil. En zoals je van een Italiaans team mag verwachten, is die altijd picobello. Als je nog ruimte over hebt, kun je ook nog een toetje nemen.


Red Bull/Toro Rosso: 8,5
Het Red Bull Energy Station is veruit het meest indrukwekkende bouwwerk in de paddock en zet de toon wat betreft het fêteren van relaties en journalisten. Dat succes is tevens een nadeel, want het kan er erg druk zijn. Hoewel het eten, met keuze uit verschillende gerechten, er prima is, leent het zich beter om te netwerken met een kopje koffie (of iets sterkers) en een koekje, als je de geheime voorraad weet te vinden.


McLaren: 8

Op de baan loopt McLaren momenteel achter de feiten aan, maar met het motorhome was de renstal jaren geleden een van de trendsetters en het is nog altijd een betrouwbaar bakbeest. Hét adres voor een stevig Engels ontbijt, maar yoghurt met fruit kan natuurlijk ook.


Sauber: 7,5

Het onderkomen dateert nog uit de tijd dat Sauber het fabrieksteam van BMW vormde. Aan ruimte dus geen gebrek. Dat de Zwitserse renstal tegenwoordig meer moet beknibbelen op de kosten, is aan de catering niet te merken. Veruit het beste ontbijt van de paddock. Minpuntje dat het tentdoek niet meer zo sauber is.


Haas: 7

Niet alles is groter in Amerika, het motorhome van Haas is een van de kleinsten in de paddock, maar aan gastvrijheid ontbreekt niets. De tent wordt gerund door een dame die de kneepjes van het vak bij Ferrari heeft geleerd. Zelfs hier werkt de samenwerking tussen de twee teams dus door.


Pirelli: 7

Soms een beetje verborgen, maar zeker de moeite waard voor een tussenstop. Lunch is alleen op afspraak, maar voor een bakje Italiaanse koffie en een zoete hap kun je er altijd terecht. En wees gerust, het smaakt noch ruikt zeker niet als rubber.


Force India: 6,5

Net als de auto’s heeft ook het motorhome van Force India een nieuw likje verf gekregen na de komst van sponsor BWT. Al blijft het zuurstokroze beperkt tot subtiele accenten, en minder subtiele neonverlichting aan de bar. Er wordt natuurlijk meer geschonken dan water. Whiskylabel Johnnie Walker, bierbrouwerij Kingfisher en energiedrankmerk Hype zijn immers ook nog partners.


Williams: 6,5

Vol trots presenteerde Williams een paar jaar geleden een splinternieuw motorhome. De witte reus is zeker een indrukwekkende verschijning, maar de sfeer is er toch een beetje klinisch. Britse journalisten hebben er over het algemeen een streepje voor. Unique selling point is de aanwezigheid van Magnum-ijsjes dankzij de sponsordeal met Unilever.


Renault: 6

Heeft nog het meeste weg van de ouderwetse hospitalitytenten, toen er nog gewoon een doek werd gespannen aan de zijkant van de truck en daaronder wat tafels en stoelen werden neergezet. Niet de ambiance die je met een Franse equipe associeert. Zeker geen etablissement dat in aanmerking komt voor een Michelin-ster, ondanks de aimabele bediening.