Nu het silly season almaar gekker wordt, lijkt zich ook een deur te openen voor de populaire Robert Kubica, de Williams-reserve die aan een comeback werkt na een vreselijk ongeluk. “Of het er van komt? Wie kan het zeggen? Maar het zou een geweldig verhaal zijn”, zegt de Poolse verslaggever Mikołaj Sokół, die het verhaal van zijn landgenoot al sinds 2003 vertelt.
De tweede akte van dat verhaal is bekend: Kubica, Formule 1-coureur van beroep, volgens Fernando Alonso één van de beste ter wereld, raakt begin 2011 zwaargewond tijdens een rallyongeluk. Zijn carrière – Kubica is pas 26 en rijdt voor Lotus, maar heeft een Ferrari-contract op zak – lijkt voorbij door levensbedreigend letsel, waaronder een permanente beperking aan zijn rechterarm.
Kubica rijdt dit jaar geregeld tijdens tests en trainingen voor Williams.
Zeven en een half jaar later loopt Kubica na een lang revalidatietraject weer door de paddock, als Williams-reserve die af en toe een test of training rijdt. Maar lonkt er méér. “Je merkt dat er meer over gesproken wordt, nu de kans erin zit”, doelt Sokół op de stoelendans die Lance Stroll wel eens naar Force India kan brengen en Kubica de kans kan geven bij Williams.
Aan Kubica zelf, vervolgt Sokół, merk je echter niets. “Hij is koel als altijd. Hij doet niet aan onnodige emoties, doet gewoon zijn werk.” En hij is er klaar voor, weet Sokół. “Want Robert doet niets als hij niet honderd-en-één procent zeker weet dat hij het kan.”
Sokół kent Kubica al sinds 2003, toen zijn landgenoot nog Formule 3 reed. “Toen had nog niemand aandacht voor hem.” Met zijn Formule 1-debuut in 2006, met BMW Sauber, nog datzelfde jaar de eerste podiumplek en in 2008 de eerste zege, veranderende dat: “Het werd een hype.”
Nog altijd kan Kubica, na zeven Grand Prix-loze seizoenen, op veel steun rekenen. Op vrijwel elk circuit zijn ze er: Poolse fans en vlaggen. Kubica is een ster in Polen. “Niet zo groot als voetballer Robert Lewandowksi of sommige schansspringers, maar erg populair.”
‘De hardcore fans staat voor 120% achter Robert’, zegt Sokół.
Om de vraag of in Polen op de bank gedanst wordt als Kubica een comeback maakt, moet Sokół lachen. “Polen zijn emotioneel, erg van nul tot honderd. Kijk naar toen Robert weer ging rallyen: hij won stages en ging in de rally van Monaco aan kop, tot hij crashte. Hij was eerst de held, daarna riepen mensen dat hij beter kon stoppen. Zo gaat het tegenwoordig overal. Je bent zo goed als je laatste race.”
Kubica’s laatste Formule 1-race was 14 november 2010. Of er binnenkort meer volgen? “Wie kan het zeggen? Het is een complexe situatie. Zie Esteban Ocon, die er de dupe van kan worden. Niks is zeker”, beseft de realist in Sokół: hij volgt de Formule 1 al sinds 1999.
Dat Williams voor 2018 voor Sirotkin koos, was een harde klap voor Kubica.
Hij wijst voor een ander voorbeeld naar eind 2017 toen Kubica voor Williams testte, dat uiteindelijk Sergej Sirotkin koos. “Kubica zag de test in Abu Dhabi als voorbereiding op het nieuwe seizoen, niet als
shootout. Hij was 99 procent zeker dat hij het zitje had. Het was een harde klap toen hij het toch niet kreeg, dat heeft hij ook gezegd.”
“Het zou uniek zijn als hij alsnog een comeback maakt”, zegt Sokół. “Het is extreem knap dat Robert na zoveel jaar weer op zo’n niveau kan presteren. Het is enorm moeilijk geweest, maar hij heeft laten zien hoe mentaal sterk hij is door hoe hij met z’n revalidatie is omgegaan en om z’n beperking heen kan rijden.”
Kubica die dit jaar alsnog weer instapt, Sokół zou het geweldig vinden. Maar: “Hij moet ook aan 2019 denken. Dan een volwaardig racezitje hebben, moet het einddoel zijn.” De concurrentie is echter fel. Van coureurs met talent, geld of allebei.
“Je hoopt maar dat een team ziet hoe bijzonder Roberts verhaal is. Ja, je kan vooraf betaald worden door iemand met een koffer met geld, maar zo’n verhaal als van Robert moet toch ook veel waard zijn, als je het goed vertelt? Hopelijk beseffen andere partijen dat ook en willen ze hem steunen.”
Voor Sokół, die voor het Poolse
Eleven Sports werkt, zou een comeback van Kubica een volgend hoofdstuk zijn in een verhaal dat hij al vijftien jaar vertelt. Geen jongensboekverhaal, maar een epos vol succes, trauma, hoop, tegenslag en twijfel waarin nog altijd op een uniek einde gehoopt kan worden. Zoals hijzelf zegt: een verhaal als geen ander.