Even vragen aan… André Venema, onze man in Bahrein

In de rubriek ‘Even vragen aan…’ bellen we met onze verslaggever ter plaatse om bij te praten over hoe het Grand Prix-weekend verloopt. Vanuit Bahrein hebben we André Venema aan de lijn over de lichaamstaal van Max Verstappen, de ophef om Nyck de Vries en de toekomst van de Formule 1. “Het is de rest tegen Ferrari en Mercedes, lijkt het.”

Het is een belangrijk weekend voor de Formule 1, met vrijdag de presentatie van Liberty Media’s toekomstvisie en vandaag een meeting over de inhaalproblematiek. Wat krijg je er in de paddock van mee?

AV: “Het is een voornaam gespreksthema. Ik wil niet zeggen dat de toekomst van de sport hier wordt gedefinieerd, maar wel in een definitieve richting geduwd. De grote vraag blijft wat Mercedes en Ferrari gaan doen. Blijft Formule 1 voor die merken aantrekkelijk? Het is zoals Damon Hill recentelijk stelde: laat Liberty de oren hangen naar die twee teams, of durven ze door te pakken en rigoureuze maatregelen te nemen om het speelveld gelijkwaardiger te krijgen? Dat laatste moet ik echt nog zien. Toto Wolff van Mercedes noemde het voorstel een ‘beginpunt’. Een diplomatiek antwoord: de oorlog moet nog ontbranden. Dan Ferrari, Max Verstappen werd daar donderdag naar gevraagd, en haalde treffend aan: ‘Ferrari is Formule 1 en Formule 1 is Ferrari, ik denk niet dat ze zonder elkaar kunnen.’ Het is de rest tegen Ferrari en Mercedes, lijkt het.”

Vooral de budget cap lijkt een struikelblok…
“Hoe ga je zoiets controleren? In het voetbal heb je elf spelers. Als er twaalf op het veld staan, zie je het direct. Maar hoe ga je in de Formule 1 in godsnaam na wat al die engineers doen? Wie zegt dat ze niet ergens anders, weg van de fabriek, data zitten te verwerken? Een budget cap is een nobel streven, maar volgens mij volstrekt onuitvoerbaar. Voor het gros van de teams is het een zinloze maatregel – teams als Force India, Sauber en Haas komen toch niet aan de 150 miljoen dollar – voor de andere helft geldt dat je, denk ik, hele creatieve oplossingen kan bedenken om het te ontduiken.”

Iets anders, er is het nodige te doen om de Nederlandse McLaren-junior Nyck de Vries, die heeft gezegd dat hij in 2019 een kans bij McLaren krijgt als hij de Formule 2 wint…
“Dat heeft me verbaasd. Bij McLaren zien ze in Stoffel Vandoorne een toekomstig kampioen en Fernando Alonso is echt het opperhoofd daar, dat zie je aan alles. Hij heeft een status aparte. Ik denk dat McLaren Alonso’s eindstation is – en als Alonso wil blijven, gaat McLaren met hem door. Hoe geweldig ook als De Vries alsnog de Formule 1 haalt, ik kan dat niet met elkaar rijmen.”

“Ik sprak Zak Brown vorig jaar in Sjanghai over De Vries, en zijn perspectief bij McLaren. De winter ervoor was er sprake van dat hij misschien DTM zou doen of sportscars. De tendens: als je iets beters kan krijgen, houden we je niet tegen. Daar was Brown vrij helder over. Dat De Vries dan een jaar later zoiets beweert, is opmerkelijk. Als je Brown er nu over hoort (hij zei dat niemand binnen McLaren dit soort garanties heeft, red.) weet ik bijna zeker dat De Vries op zijn uitspraak is aangesproken. Zeker bij McLaren, zo’n corporate team waar iedereen – behalve Alonso dan – in de pas loopt. Ik weet niet of het handig is geweest van De Vries.”

Dan Max, met wat voor pas liep hij vrijdag na de training door de paddock?
“Behoorlijk opgewekt, hoewel hij de eerste trainingssessie noodgedwongen binnen bleef. Je ziet bij hem aan z’n lichaamshouding en gedrag vaak hoe het ervoor staat en vrijdag, na VT2, zag je gewoon dat ie tevreden is. Ik denk overigens dat kwalificeren ook hier bepalend wordt, omdat inhalen niet eenvoudig is. Deze baan heeft langere remzones en is breder, wat meer mogelijkheden moet bieden om iets te proberen. Ik heb echter mijn twijfels of we een betere show krijgen, want zolang het zo moeilijk blijft elkaar te volgen, kom je er niet voorbij.”