Flashback ’05: Toen Tiago Monteiro plots het podium deelde met Schumacher en Barrichello
Het gaat veel over banden dit jaar, dat is geen nieuw gegeven. In 2005 was er een ware bandenoorlog gaande tussen Bridgestone en Michelin met als dieptepunt de Amerikaanse GP in Indianapolis waar slechts zes auto’s aan de race meededen. De Portugees Tiago Monteiro is één van de weinige die er met plezier aan terugdenkt. Hij behaalde er zijn enige podiumplek: “Ik dacht: sodemieter op. Wij hebben dit podium van niemand gestolen!” FORMULE 1 sprak hem in 2009 over die bijzondere dag.
“Tijdens de vrije trainingen klapte Ralf Schumacher hard in de muur. Niet snel daarna volgde Toyota’s derde rijder Ricardo Zonta. Meteen werd duidelijk dat Michelin een groot probleem had met zijn banden. Het jaar ervoor hadden ze hun zaakjes op Indianapolis ook al niet goed voor elkaar. Bij Jordan reden we op Bridgestone-banden. Bridgestone kampte dat jaar ook met problemen, maar daar kwamen ze altijd met een oplossing waardoor we er geen moment aan gedacht hadden dat de Michelin-teams zich zouden terugtrekken voor de race.”
Flashback ’06: Hoe een online bericht de verhoudingen tussen Albers en Doornbos op scherp zette
“Toen drong echter voor het eerst de ernst van de situatie tot ons door. Onze teambaas, Colin Kolles, zei: ‘Jongens er is een grote kans dat er iets extreems staat te gebeuren. Er is een mogelijkheid om punten te scoren, dus doe extra je best en blijf geconcentreerd’. Er werd volop gespeculeerd dat de Michelin-teams door de pitsstraat zouden rijden of zelfs helemaal niet van start zouden gaan. Het werd steeds gekker en daardoor erg moeilijk om je te concentreren op de race. Er heerste een bepaalde spanning, maar we maakten ons ook zorgen. Want als het gevaarlijk was voor hen, kon het ook gevaarlijk zijn voor ons. Het was dus extreem moeilijk om je hoofd erbij te houden. Na die eerste bijeenkomst heb ik dan ook gezegd dat iedereen me met rust moest laten, ik wilde niet langer op de hoogte worden gehouden. Ik zou het op de startopstelling wel zien.”
“Op de grid nam iedereen zijn plaats in. Het leek erop dat we toch een normale start van de race zouden krijgen, maar tijdens de opwarmronde gingen de Michelin-auto’s één voor één de pits in. Mijn engineer waarschuwde me gewoon mijn normale positie in te nemen. Ik ben altijd vrij kalm in dit soort omstandigheden, maar ik wist niet wat ik zag toen iedereen voor me de pits indook. Ik had alleen de twee Ferrari-coureurs voor me staan en verder niemand. Mijn hart ging als een gek te keer. Van het een op het andere moment was het niet langer gewoon een belangrijke wedstrijd, maar de wedstrijd van mijn leven. Ik was namelijk in de positie om een podium te pakken. Ik had alleen Christijan Albers, Narain Karthikeyan en Patrick Friesacher achter me. Toch was de druk enorm. Ik zei tegen mezelf: blijf kalm en push zo hard als je kunt.”
Lees ook: Flashback ’96: Toen Gerhard Berger in de herfst van zijn carrière een zekere GP-overwinning verloor
“Mijn start was goed en ik denk dat ik de eerste twintig ronden niet eens in mijn spiegels heb gekeken. Ik wilde voorkomen dat ik in een positie kwam te liggen waarin ik kon worden aangevallen. Halverwege de race lag ik al dertig seconden voor op de rest, waarop het team zei dat ik het rustiger aan kon doen. Dat wilde ik niet, ik was bang mijn concentratie te verliezen. Maar tien ronden voor het eind werd ik echt gedwongen langzamer te rijden, de temperatuur in de versnellingsbak was te hoog. Vervolgens begon ik elk geluidje te horen en werd ik helemaal gek. Juist ook omdat ik langzamer ging rijden, want dan heb je tijd om na te denken. Ik begon me te realiseren dat ik op het podium zou eindigen. Het waren heel zware ronden tot de finish. Toen ik eindelijk over de streep kwam, was ik erg emotioneel.”
“Maar ik hield er ook wat gemengde gevoelens aan over, want een deel van het publiek was erg boos. Op weg naar het podium omhelsde Michael Schumacher me en ook Rubens Barrichello feliciteerde me. Ondanks alles waren we erg blij, tot we van een FIA-afgevaardigde de opdracht kregen de podiumceremonie sober te houden. De Ferrari-coureurs zetten meteen een serieus gezicht op. Ik in eerste instantie ook, maar dacht ook snel: sodemieter op. Wij hebben het podium van niemand gestolen, het was de beslissing van de Michelin-teams om niet te racen.”
Lees ook: Flashback ’11: Toen ene Daniel Ricciardo debuteerde (en lachend laatste werd)
“Op het moment dat ik alle Jordan-mensen zag, dolblij, kon ik het ook niet over mijn hart verkrijgen om daar als een robot te staan. Ze hadden er zo hard voor gewerkt, hadden het als team al zo zwaar, dat ze wel een verzetje verdienden. Ik heb er ook geen spijt van gehad dat ik me zo heb laten gaan op het podium. Toch heb ik ’s avonds nauwelijks gefeest. Ik moest met het vliegtuig terug omdat ik de volgende dag thuis moest zijn. Dus heb ik onderweg samen met Jenson Button champagne gedronken om uiteindelijk voldaan en aangeschoten in slaap te vallen.”
“De geruchten over de problemen werden steeds serieuzer. We hadden een briefing waarin Michelin met het voorstel kwam een noodchicane te bouwen in de snelle bocht bij het opkomen van het rechte stuk, maar de FIA gaf geen toestemming. Ook overwogen ze een ander type band in te laten vliegen, maar ook dat was niet conform de regels. Op zondagmorgen kwamen alle teambazen bij elkaar en werd de optie besproken om door de pitstraat te rijden. Ze wilden dus ook dat de Bridgestone-coureurs dat zouden doen. Daar waren wij het natuurlijk niet mee eens – wij hadden toch geen probleem?”
Lees ook: