
Foto: Motorsport Images
“Hij vormde voor mij een grotere uitdaging dan Watson ooit was, ik moest echt tot het uiterste gaan. Ik dacht er goed aan te doen om me te richten op het verbeteren van mijn prestaties in de kwalificatie. Maar ik kon niet goed omgaan met het dubbele motorvermogen dat we in de kwalificaties voor één rondje ter beschikking hadden in combinatie met kwalificatiebanden. Ik kon er niet zo goed mee uit de voeten als Prost. Ik probeerde het wel, totdat ik me realiseerde dat ik het nooit zo goed zou kunnen doen in kwalificaties als hij.”

Lauda in actie op Zandvoort waar hij tweede werd achter Alain Prost. Foto: Motorsport Images
“De kwalificaties verliepen in Estoril vreselijk voor me. Hij was tweede, en ik stond elfde op de grid. Ik wist dat ik tweede moest worden achter Prost om zeker te zijn van de wereldtitel. Maar gek genoeg besefte ik voor de race dat, als ik geen fouten zou maken en tegen niemand aan zou rijden, ik de klus zou kunnen klaren. Ik was zo’n beetje de enige. Iedereen dacht dat Prost het kampioenschap zou winnen. Ik herinner mij nog dat Marlboro al duizenden posters had gedrukt met Alain erop afgebeeld als kampioen.” “Halverwege de race zat ik nog opgesloten in het verkeer. Ik kon niemand inhalen omdat al aan het begin van de race een turbo stukging. Dus daar reed ik dan. Toch passeerde ik daarna een paar wagens, en ik merkte dat de wagen het wel zou blijven doen. Ik herpakte mijzelf, en ineens haalde ik de één na de ander in. Ik herinner mij nog goed dat Mansell een remprobleem kreeg en ik hem voorbij ging, ineens lag ik tweede. Overigens zou ik Nigel hoe dan ook wel zou hebben ingehaald.”

Foto: Motorsport Images
“Tegen het eind van de race deed mijn wagen het helemaal niet slecht, ik ging steeds sneller en sneller. Het probleem was alleen dat ik heel veel brandstof had verbruikt, bovendien was er een turbo stuk, daardoor klopte er weinig meer van de informatie die ik over mijn brandstofverbruik kreeg. De laatste vijf tot zes ronden maakte ik me behoorlijk zorgen dat mijn wagen er mee op zou houden, maar gelukkig gebeurde dat niet.” “Uiteindelijk finishte ik dus als tweede, en dat was genoeg. Het was een erg spannende en moeilijke race. Deze wereldtitel was zo bijzonder, omdat ik ‘m op het nippertje had gepakt. Het was echt een loodzwaar seizoen voor mij, voor Prost trouwens ook, omdat we vanaf het begin van het seizoen hadden geknokt. Telkens weer proberen te winnen en punten scoren. Hij moest bijna huilen op het podium. Maar ik zei tegen hem: ‘Dit is autosport. Je hebt het fantastisch gedaan, ik heb het maar net gehaald. Maak je geen zorgen, volgend jaar word jij kampioen.’ En ik kreeg gelijk, in 1985 won Prost zijn eerste wereldtitel.’’