Force India heeft haar sterke vorm van eind 2015 begin 2016 nog geen vervolg kunnen geven. Schijn bedriegt echter, meent het team, dat met vertrouwen naar China komt.

Dat laten Nico Hülkenberg en Sergio Pérez wel blijken, voorafgaand aan het raceweekend in Sjanghai. Waar Force India 2015 als vijfde afsloot en dat jaar in de laatste negen Grands Prix op rij wist te scoren, daar loopt het in 2016 qua puntenresultaten vooralsnog slechts één op twee en staat het zevende bij de constructeurs.

“Na twee teleurstellende races wil ik mijn seizoen nu dan écht beginnen in Sjanghai”, verkondigt de nog puntloze Pérez, die er zeker van is dat ‘er in Australië en Bahrein veel beter gescoord had kunnen worden’. “Maar het pakte gewoon niet goed voor me uit.”

“Dat kan echter gebeuren in deze sport en het gaat vast spoedig beter. 2015 begon overigens niet anders: toen zat het in het begin ook niet mee, maar had ik later meer geluk.” Wat helpt, zo stelt de Mexicaan, is de positieve sfeer binnen het team en de updates die het in Bahrein bracht: “Daarmee zijn we zeker op de goede weg”, denkt hij.

Teamgenoot Hülkenberg is daar eveneens van overtuigd. “We hebben in Bahrein bovendien veel geleerd wat we ook in China weer wat aan hebben”, vult de Duitser aan. Wat Hülkenberg verder aanstipt, is dat de Force India VJM09 in de basis gewoon een goede auto is: “Dat blijkt wel uit het feit dat we in Bahrein Q3 van de kwalificatie haalden.”

“Mijn verwachtingen voor het weekend in China zijn dan ook hooggespannen”, draait Hülkenberg er niet omheen. “Hopelijk lukt het nu echter om een probleemloos weekend te hebben”, zo verwijst hij tot slot naar de incidenten in de openingsfase van de race in Bahrein die dat zowel voor Pérez als hemzelf al vroeg een verloren wedstrijd maakten.

Eenzelfde vertrouwen als Hülkenberg en Pérez uitspreken, bestaat ook bij teambaas Vijay Mallya. “Ik heb het gevoel dat we ons ware potentieel nog niet hebben getoond”, vertelt hij. “Door allerhande problemen vielen de eerste twee races tegen, maar als alles volgens plan verloopt, moeten we in China ruim bij de eerste tien zitten.”