Formule1.nl neemt de komende weken diverse formulewagenklassen onder de loep. Ter introductie of ter opfrissing. Ditmaal de Formule 2.

De Formule 2 maakte in 2009 na een afwezigheid van 25 jaar haar rentree op de circuits. Deze raceklasse richt zich op jonge aanstormende talenten met een beperkt budget en bevindt zich op de carrièreladder tussen de Formule 3 en de World Series Formule Renault 3.5. Hoewel kampioen Andy Soucek een plekje als test- en reserverijder bij het Virgin Racing Formule 1 Team heeft veroverd, schort het aan niveau bij het deelnemersveld van 2010.

Oorsprong
Van 1967 tot 1985 was het Formule 2-kampioenschap het voorportaal van de Formule 1. Tegen het einde van dit eerste tijdperk reed de Formule 1 met turbomotoren. Dat was een reden om de F2 op te waarderen met 3000cc Cosworth krachtbronnen. In 1985 werden nieuwe auto’s ingezet en werd het kampioenschap omgedoopt tot Formule 3000, dat in 2005 vervangen werd door de GP2 Series. Op dit moment rijdt de Formule 2 niet tijdens hetzelfde weekend als de Formule 1, maar in het voorprogramma van het FIA Wereldkampioenschap Toerwagens (WTCC).

Concept
Halverwege 2008 schreef de FIA een tender uit voor de heroprichting van het Formule 2-kampioenschap. MotorSport Vision, de organisatie van Jonathan Palmer, haalde deze opdracht binnen. De ervaren Brit is mede-eigenaar van meerdere circuits in Groot-Brittannië en is de oprichter van het Formule Audi Palmer kampioenschap. Hij kreeg de opdracht om het kampioenschap met ruim 400 pk krachtige bolides op de circuits te krijgen. Daarnaast moest er rekening worden gehouden met een beperkt benodigde budget voor deelnemers.

Toen de FIA de tender uitschreef, leek het een ‘mission impossible’ om een kampioenschap met ruim 400 pk sterke auto’s te ontwikkelen waarbij de rijders voor slechts 200.000 euro konden instappen”, blikt Palmer terug, die steun vond bij het Williams Formule 1 Team. Onder leiding van Patrick Head werden 24 auto’s gebouwd.

De FIA schreef niet zonder reden de tender uit. “Zij waren erg bezorgd dat jonge coureurs met Formule 1-ambities niet op een kosteneffectieve manier konden racen”, zegt Palmer. “GP2 is een geweldig kampioenschap met snelle auto’s en de teams hebben enorm veel expertise, maar het kost veel geld. Je hebt als rijder anderhalf miljoen euro nodig voor een winnende GP2-auto. Als je dat vergelijkt met de 200.000 euro voor de Formule 2, dan doen wij voor de autosport wat Easyjet en Ryanair in de luchtvaartindustrie hebben gedaan. Hoge kwaliteit aanbieden tegen veel lagere kosten Met de economische teruggang is dat het enige wat men kan veroorloven.”

Hoewel een seizoen in de Formule 2 in 2010 inmiddels bijna drie ton kost, is het verschil met niet alleen GP2 maar ook Formule 3 erg groot. Voor een seizoen Formule 3 tikt een rijder al snel een half miljoen euro neer. Het verschil in kosten met de F2 wordt gerealiseerd doordat het centraal georganiseerd is. De auto’s worden namelijk door één partij vervoerd en er zijn geen individuele teams. Er is een beperkte hoeveelheid personeel aanwezig die de organisatie van een raceweekend in goede banen leidt en technische ondersteuning aan de auto’s biedt. Voor de rijders is het een interessant gegeven dat aan het einde van een trainingsessie of race beperkte data van de snelste rijder wordt gedeeld.

Tragiek
Het Formule 2-kampioenschap kreeg wereldwijd veel aandacht nadat halverwege vorig seizoen Henry Surtees tijdens een wedstrijd op Brands Hatch om het leven kwam. De zoon van voormalig Formule 1-kampioen John Surtees werd geraakt door een losvliegend wiel van de gecrashte Jack Clarke. Het wiel kaatste tegen de bandenstapels terug op het circuit en raakte de helm van de Surtees. De jonge rijder verloor zijn bewustzijn en crashte. Hij werd per helikopter naar het ziekenhuis gevlogen, maar dat bleek tevergeefs.

Kanshebbers
De F2 heeft nog niet de status van een hoogwaardig voorportaal voor de Formule 1 bereikt. De grootste talenten lijken ook dit jaar gekozen te hebben voor de GP2 Series, de nieuw opgerichte GP3 of Formule 3. Kazim Vasiliauskas en Philipp Eng zijn de enige twee winnende rijders die voor het tweede achtereenvolgende seizoen aan deze competitie deelnemen. Vasiliauskas eindigde vorig jaar als zevende, voor Eng die achtste werd.

Tijdens de voorbereidende testdagen lieten debutanten een sterke indruk achter. Jolyon Palmer, zoon van oprichter Jonathan Palmer, eindigde de eerste tweedaagse test als derde en sloot de laatste test als snelste coureur af. Dean Stoneman stroomt door uit de Formule Renault 2.0 en liet ook competitieve rondetijden noteren. De Deen Johan Jokinen komt uit de Formule 3 Euroseries en wordt ook geacht te kunnen meestrijden voor de podiumplaatsen.

Kelvin Snoeks
Kelvin Snoeks is de eerste en enige Nederlandse rijder in de Formule 2. De 22-jarige coureur stroomt door vanuit de International Formula Master en hoopt hoge ogen te gooien. “Wat mij erg aanspreekt aan de Formule 2 is dat alle rijders in elkaars data kunnen kijken en onboard video’s kunnen zien”, zegt Snoeks. “Daarnaast is het een geweldige auto om mee te rijden. Het grootste verschil ten opzichte van eerdere klassen waaraan ik deelnam, is toch wel het vermogen.”

Op de eerste testdag begin april liet de rijder uit Zwaanshoek in de ochtendsessie een topvijf klassering noteren en hij wil deze positieve lijn doortrekken. “Ik hoop dit jaar regelmatig in de punten te eindigen en misschien wel een podiumplaats te pakken. Ik ben er in ieder geval klaar voor en ik ben beter voorbereid dan ooit te voren”, aldus de strijdlustige Snoeks.