Formule1.nl neemt de komende weken diverse formulewagenklassen onder de loep. Ter introductie of ter opfrissing. Ditmaal de Formule 3.

Door de economische crisis en het ontstaan van diverse nieuwe formuleklassen, krijgt de erkende Formule 3 het steeds moeilijker. “Dat de Formule 3 reeds een lange historie heeft is mooi, maar dat biedt natuurlijk geen enkele garantie voor de toekomst”, zegt Formule 3-teambaas Frits van Amersfoort, die inmiddels met de neus op de feiten wordt gedrukt.

Oorsprong
Net als de eerste officiële FIAFormule 1-race in 1950, heeft ook de Formule 3 sinds dat jaar een rijke historie opgebouwd. Vanaf dat moment diende de Formule 3, net als nu, als opstapklasse voor de Formule 1. Onder meer Stirling Moss, Ken Tyrrell en Bernie Ecclestone namen in die tijd deel.

De Formule 3 groeide door ontwikkelingen op technisch gebied langzaam mee. Uiteindelijk werd in 1974 nieuwe regelgeving omtrent de tweeliter motor geïntroduceerd. Deze regels vormen nog steeds de basis voor de huidige Formule 3-raceklassen. Het uiterlijk van de formulewagens veranderde wel door het gebruik van koolstofvezel en het belangrijker worden van aerodynamica.

Meerdere kampioenschappen
Overal ter wereld ontstonden nationale kampioenschappen. Maar dat kon niet standhouden. Voornamelijk in de afgelopen tien jaar zijn veel lokale kampioenschappen omgevallen en is de Formule 3 daarom meer regionaal georiënteerd. Naast een Australische, Japanse en Zuid-Amerikaanse categorie, spreekt de Formule 3 vooral in Europa tot de verbeelding. De Britse en Duitse Formule 3 hebben in het verleden grote kampioenen voortgebracht waaronder Ayrton Senna, Mika Häkkinen, Rubens Barrichello, Michael Schumacher en Jos Verstappen.

De Formule 3 Euroseries ontstond in 2003 toen de Franse en Duitse series fuseerden en een gedeelte van de Duitse F3 Cup onder een andere naam verder ging. De Euroseries nam in de loop der jaren de status als hoogst aangeschreven Formule 3-categorie over van de Britse en oorspronkelijk Duitse tak. Onder meer Lewis Hamilton, Sebastian Vettel en Nico Hülkenberg schitterden in de afgelopen jaren. Daarnaast is er nog in Italië een populair Formule 3-kampioenschap en de Spaanse cup onder de noemer ‘European F3 Open Championship’, waaraan ook teams met oudere Formule 3-auto’s mogen deelnemen.

Formule 3 onder druk
Door de recente economische crisis en de komst van nieuwe formuleklassen zoals de Formule 2 en GP3, komen de Formule 3-klassen onder druk te staan. “F3 gaf lange tijd jonge rijders een goede opleiding, zowel qua rijden als op fysiek gebied. Met de komst van de Euroseries is de technische en dus financiële spiraal enorm gaan oplopen”, vertelt Frits van Amersfoort die zelf met zijn team successen boekt in de ATSFormel 3 Cup. “Tot tien jaar geleden was een budget van 700.000 Duitse Mark genoeg, nu heb je in de Euroseries minstens 700.000 euro nodig. Een verdubbeling dus. Maar is dat het ook waard?”

De economische crisis komt dan ook niet gelegen. Zowel de grotere renstallen als privéteams kunnen moeilijker sponsoren vinden en het zich niet veroorloven veel geld in de Formule 3 te investeren. “We zien duidelijk dat klassen waar de budgetten tussen de 400.000 en de 700.000 euro liggen, het een stuk moeilijker hebben. Die positie wordt natuurlijk ook niet beter van een relatief lage attentiewaarde voor het grote publiek”, aldus Van Amersfoort.

Van Amersfoort ziet twee redenen waardoor de Duitse F3 Cup relatief populair blijft. Enerzijds omdat Motopark Academy het deelnemersveld heeft versterkt en anderzijds omdat de kosten lager zijn dan in de Euroseries. “Maar hoe lang geeft dat garantie voor een behoorlijk startveld?” vraagt de Nederlandse teambaas zich af. Ook geeft hij een voorbeeld over verschillen tussen de Formule 3-klassen. “De leasekosten van bijvoorbeeld een F3-motor van Volkswagen of Mercedes zijn ongeveer 60.000 tot 70.000 euro per auto per seizoen, met een beperkt aantal beschikbare kilometers. Deze dure motor levert een slordige 210pk, maar dat is anno 2010 ten opzichte van een straatauto relatief weinig.”

Van Amersfoort vraagt zich af waarom de kostenverhouding per pk zo hoog ligt. In Italië wordt het kampioenschap namelijk anders aangepakt: “Zij hebben een betrekkelijk eenvoudige Fiat-motor die maar 15.000 euro per jaar kost. Het gemiddelde budget ligt onder dat van ‘onze’ Cup en er staan een slordige dertig auto’s aan de start. Daarnaast belooft het Formule 1-team van Ferrari een test aan de winnaar.”

Concurrentie
GP3 Series, de voornaamste tegenhanger van de Formule 3, verschijnt dit jaar voor het eerst op de circuits en heeft veel goede coureurs en teams aangetrokken. Het grootste pluspunt lijkt dat deze klasse in het voorprogramma van de Formule 1 rijdt en de Formule 3 niet. “Er bijhoren tijdens een F1-weekend geeft meer alibi om veel geld in een klasse of een rijder te stoppen”, denkt Van Amersfoort. “Daar is helaas niks aan af te dingen. Dat je als rijder en team in zo'n weekend het zoveelste (geld)wiel aan de wagen van Bernie Ecclestone bent moet je voor lief nemen.”

De organisator van het kampioenschap moet volgens hem nog niet te vroeg juichen omdat de gezondheid van de GP3 Series nog niet is gewaarborgd. “De deelnemende teams hebben allemaal een contract getekend waarin niet meedoen duurder is dan wel meedoen. Het duurt dus nog tot volgende winter voordat we echt kunnen meten hoe ‘gezond’ GP3 zal worden. Immers de populaire Formule BMW, die ook op GP weekenden racet, lijdt ook aan deelnemersarmoede. Ook daar zijn de kosten te hoog ten opzichte van de opbrengsten, zelfs in een F1-weekend.”

Kanshebbers in diverse klassen
In de Britse Formule 3 heeft Jean-Eric Vergne de beste papieren in handen. Rijdend voor Carlin Motorsport heeft de Fransman al enkele overwinningen achter zijn naam. De Britten Oliver Webb en James Calando lijken de voornaamste titelkandidaten. Daisuke Nakajima, de jongere broer van voormalig Formule 1-rijder Kazuki Nakajima, en Formule BMW Europe-kampioen Felipe Nasr zijn enkele outsiders.

In de Formule 3 Euroseries verdedigt Edoardo Mortara zijn titel. Het verschil met andere rivalen lijkt klein. Zo hebben ook Marco Wittmann, Roberto Merhi, Daniel Juncadella en Alexander Sims grote kans op overwinningen. Masters of Formula 3-winnaar Valtteri Bottas hoopt ook hoge ogen te kunnen gooien.

Tot slot in de Duitse Formule 3 Cup is Van Amersfoort sterk vertegenwoordigd met de Duitser Daniel Abt en de Nederlander Stef Dusseldorp. Concurrentie voor de titel komt onder meer van rookie Kevin Magnussen die voor Motopark Academy uitkomt. Tom Dillmann heeft al enkele jaren Formule 3-ervaring en kan een gevaarlijke tegenstander zijn voor het Nederlandse team.