Formule Renault: ideale leerschool voor talent
Formule1.nl neemt de komende weken diverse formulewagenklassen onder de loep. Ter introductie of ter opfrissing. Ditmaal de Formule Renault 2.0.
De Formule Renault 2.0 wordt gezien als een ideale opstapklasse voor jong talent die vanuit de karting op internationaal niveau in de autosport willen debuteren. Hiervan is voormalig Formule 1-coureur Kimi Räikkönen het grote voorbeeld. De Fin reed slechts twintig Formule Renault-races voordat hij direct doorstroomde naar de Formule 1.
Oorsprong
Het Formule Renault-concept gaat terug tot in het jaar 1968 toen in Frankrijk het eerste kampioenschap werd georganiseerd. Begin jaren zeventig ging de categorie Europees, maar dat was slechts van korte duur. De eerste grote opleving van de Formule Renault 2.0 kwam in de jaren negentig toen verschillende nationale kampioenschappen ontstonden, waaronder in Nederland. Een sterke basis voor het succes van deze opstapklasse kwam in 2000 toen de vernieuwde 192pk sterke tweeliter motor werd gelanceerd en het chassis door Tatuus werd gebouwd. In negen jaar tijd zijn meer dan duizend auto’s verkocht en daardoor kan het met recht de meest succesvolle formule-auto worden genoemd. Nieuw tijdperk
Renault Sport besloot om in 2010 een nieuwe auto in te zetten. Deze is gebouwd door Bazari-Epsilon en geldt als nieuwe standaard in alle klassen. Met het huidige economische klimaat leek de invoering misschien niet op het juiste moment. “Renault Sport heeft zich afgelopen winter behoorlijk vergist in de financiële staat waarin menig team verkeerde en duwde zonder pardon de teams nieuwe auto’s door de keel”, zegt Frits van Amersfoort, die zelf actief is met een team in het Noord-Europese kampioenschap Formule Renault 2.0 (NEC). “Toen de sneeuw begon te smelten zagen ze tot hun schrik dat het deelnemersveld in alle Formule Renault-klassen behoorlijk was teruggelopen.” Ook ziet de ervaren teambaas positieve kanten aan het verhaal. “Het voordeel van de Formule Renault is dat de overgebleven teams nu meer ruimte hebben en dat de nieuwe auto toch wel een frisse en moderne indruk maakt”, vervolgt Van Amersfoort. “Het is een relatief voordelige klasse en ik denk dat daardoor de nationale kampioenschappen goed gevuld blijven. Grote concurrent wordt de Italiaanse Formula Abarth, die in 2011 Europa in trekt.” Kampioenschappen
De laatste jaren zijn veel nationale klassen beëindigd of opgegaan in regionale kampioenschappen. In 2006 zijn de Nederlandse en Duitse cups opgegaan in het Noord-Europese kampioenschap en ontstond de West-Europese klasse uit de Franse categorie. Laatstgenoemde heeft het niet gehaald om ook in 2010 doorgang te vinden. De klassen in Finland, Zweden, Oostenrijk, Italië, Azië en het Midden-Oosten hebben momenteel moeite om het hoofd boven water te houden. Op het Amerikaanse continent zijn de afgelopen jaren alle Formule Renault-initiatieven beëindigd. De Britse tak lijkt één van de meest stabiele kampioenschappen doordat zij sinds 1989 grote kampioenen afleveren, waaronder Kimi Räikkönenen Lewis Hamilton. Dit jaar verschijnen iets meer dan twintig deelnemers aan de start. Hetzelfde kan gezegd worden van de Eurocup Formule Renault 2.0. Hoewel er in 2009 over het hele jaar ruim veertig coureurs aan de start verschenen, moet de Eurocup het aan het begin van dit seizoen met de helft doen. Deze centrale klasse behoort tot het goedbezochte World Series by Renault-spektakel waar ondermeer ook de Formule Renault 3.5, Eurocup Mégane Trophy en de Clio Cup hun races afwerken. De Noord-Europese editie kon tijdens het tweede evenement van 2010 rekenen op een dertigtal rijders. Nederlanders
Hoewel hij een dubbele nationaliteit heeft, was Chris van der Drift de laatste Nederlander die op Europees niveau voor een Formule Renault-titel streed. In 2006 eindigde de in Nieuw-Zeeland geboren coureur als tweede en beste rookie in zowel het Noord-Europese als Eurocup Formule Renault 2.0. “Om race-ervaring op te doen en mijn technische kennis over de auto te ontwikkelen is rijden in deze klasse denk ik één van mijn belangrijkste jaren geweest”, vindt Van der Drift. “Na twee jaar actief te zijn geweest in de Formule BMW, ging de Formule Renault namelijk weer een stap verder wat betreft het technische niveau. Als ik opnieuw de keuze kon maken dan was ik na één jaar Formule BMW al overgestapt naar de Formule Renault.” De meeste Nederlanders zijn in 2010 te vinden in het Noord-Europese kampioenschap. Van Amersfoort Racing zet Formule Ford-talenten Jeroen Mul en Liroy Stuart in, terwijl Rogier de Wit, Bart Hylkema en Daniël de Jong voor een buitenlands team hebben gekozen. Frank Suntjens neemt met een ouder chassis deel en racet in de FR2000-divisie. Vooral De Wit, Mul en Stuart hebben kans om in de top van het klassement te eindigen. De Jong en Hylkema zijn dit jaar ook een Europees avontuur gestart. In het Midden-Oosten komt voormalig karter Sam Looijenstein uit voor CO2 Motorsport en lijkt op jacht naar een eerste podiumplaats. Thomas Hylkema racet voor Manor Motorsport in de Britse competitie en heeft de aansluiting met de kopgroep nog niet gevonden. Frits van Amersfoort bevestigt de status van de internationale opstapklasse voor beginnende coureurs. “Beginners met F1-aspiraties starten in de Formule Renault of Formula Abarth en stromen door naar de Formule 3. Vervolgens beëindigen zij in de GP3 zij hun status als ‘rookie’. Voor iemand met iets minder aspiraties of totaal geen geld mag Formule Ford natuurlijk ook nog steeds”, aldus de succesvolle Nederlandse teambaas.
Het Formule Renault-concept gaat terug tot in het jaar 1968 toen in Frankrijk het eerste kampioenschap werd georganiseerd. Begin jaren zeventig ging de categorie Europees, maar dat was slechts van korte duur. De eerste grote opleving van de Formule Renault 2.0 kwam in de jaren negentig toen verschillende nationale kampioenschappen ontstonden, waaronder in Nederland. Een sterke basis voor het succes van deze opstapklasse kwam in 2000 toen de vernieuwde 192pk sterke tweeliter motor werd gelanceerd en het chassis door Tatuus werd gebouwd. In negen jaar tijd zijn meer dan duizend auto’s verkocht en daardoor kan het met recht de meest succesvolle formule-auto worden genoemd. Nieuw tijdperk
Renault Sport besloot om in 2010 een nieuwe auto in te zetten. Deze is gebouwd door Bazari-Epsilon en geldt als nieuwe standaard in alle klassen. Met het huidige economische klimaat leek de invoering misschien niet op het juiste moment. “Renault Sport heeft zich afgelopen winter behoorlijk vergist in de financiële staat waarin menig team verkeerde en duwde zonder pardon de teams nieuwe auto’s door de keel”, zegt Frits van Amersfoort, die zelf actief is met een team in het Noord-Europese kampioenschap Formule Renault 2.0 (NEC). “Toen de sneeuw begon te smelten zagen ze tot hun schrik dat het deelnemersveld in alle Formule Renault-klassen behoorlijk was teruggelopen.” Ook ziet de ervaren teambaas positieve kanten aan het verhaal. “Het voordeel van de Formule Renault is dat de overgebleven teams nu meer ruimte hebben en dat de nieuwe auto toch wel een frisse en moderne indruk maakt”, vervolgt Van Amersfoort. “Het is een relatief voordelige klasse en ik denk dat daardoor de nationale kampioenschappen goed gevuld blijven. Grote concurrent wordt de Italiaanse Formula Abarth, die in 2011 Europa in trekt.” Kampioenschappen
De laatste jaren zijn veel nationale klassen beëindigd of opgegaan in regionale kampioenschappen. In 2006 zijn de Nederlandse en Duitse cups opgegaan in het Noord-Europese kampioenschap en ontstond de West-Europese klasse uit de Franse categorie. Laatstgenoemde heeft het niet gehaald om ook in 2010 doorgang te vinden. De klassen in Finland, Zweden, Oostenrijk, Italië, Azië en het Midden-Oosten hebben momenteel moeite om het hoofd boven water te houden. Op het Amerikaanse continent zijn de afgelopen jaren alle Formule Renault-initiatieven beëindigd. De Britse tak lijkt één van de meest stabiele kampioenschappen doordat zij sinds 1989 grote kampioenen afleveren, waaronder Kimi Räikkönenen Lewis Hamilton. Dit jaar verschijnen iets meer dan twintig deelnemers aan de start. Hetzelfde kan gezegd worden van de Eurocup Formule Renault 2.0. Hoewel er in 2009 over het hele jaar ruim veertig coureurs aan de start verschenen, moet de Eurocup het aan het begin van dit seizoen met de helft doen. Deze centrale klasse behoort tot het goedbezochte World Series by Renault-spektakel waar ondermeer ook de Formule Renault 3.5, Eurocup Mégane Trophy en de Clio Cup hun races afwerken. De Noord-Europese editie kon tijdens het tweede evenement van 2010 rekenen op een dertigtal rijders. Nederlanders
Hoewel hij een dubbele nationaliteit heeft, was Chris van der Drift de laatste Nederlander die op Europees niveau voor een Formule Renault-titel streed. In 2006 eindigde de in Nieuw-Zeeland geboren coureur als tweede en beste rookie in zowel het Noord-Europese als Eurocup Formule Renault 2.0. “Om race-ervaring op te doen en mijn technische kennis over de auto te ontwikkelen is rijden in deze klasse denk ik één van mijn belangrijkste jaren geweest”, vindt Van der Drift. “Na twee jaar actief te zijn geweest in de Formule BMW, ging de Formule Renault namelijk weer een stap verder wat betreft het technische niveau. Als ik opnieuw de keuze kon maken dan was ik na één jaar Formule BMW al overgestapt naar de Formule Renault.” De meeste Nederlanders zijn in 2010 te vinden in het Noord-Europese kampioenschap. Van Amersfoort Racing zet Formule Ford-talenten Jeroen Mul en Liroy Stuart in, terwijl Rogier de Wit, Bart Hylkema en Daniël de Jong voor een buitenlands team hebben gekozen. Frank Suntjens neemt met een ouder chassis deel en racet in de FR2000-divisie. Vooral De Wit, Mul en Stuart hebben kans om in de top van het klassement te eindigen. De Jong en Hylkema zijn dit jaar ook een Europees avontuur gestart. In het Midden-Oosten komt voormalig karter Sam Looijenstein uit voor CO2 Motorsport en lijkt op jacht naar een eerste podiumplaats. Thomas Hylkema racet voor Manor Motorsport in de Britse competitie en heeft de aansluiting met de kopgroep nog niet gevonden. Frits van Amersfoort bevestigt de status van de internationale opstapklasse voor beginnende coureurs. “Beginners met F1-aspiraties starten in de Formule Renault of Formula Abarth en stromen door naar de Formule 3. Vervolgens beëindigen zij in de GP3 zij hun status als ‘rookie’. Voor iemand met iets minder aspiraties of totaal geen geld mag Formule Ford natuurlijk ook nog steeds”, aldus de succesvolle Nederlandse teambaas.