Een tijdstraf en een tik van een andere coureur hebben ervoor gezorgd dat Richard Verschoor niet tot scoren kwam in de Formule Renault 2.0-races op de Red Bull Ring.
Verschoor, een lid van het Red Bull Junior Team, kwalificeerde zich als zestiende voor de eerste race en kwam na enkele goede inhaalacties als tiende over de streep, maar werd na het vallen van de vlag vijftien tellen teruggezet, naar de elfde plek.
De MP Motorsport-coureur kreeg deze straf omdat hij een collega-coureur zou hebben gehinderd toen hij deze inhaalde. Verschoor begon de tweede race daarna als twaalfde. De zestienjarige Nederlander knokte zich naar de achtste plek, maar spinde van de baan toen hij van achter werd aangetikt.
Qua snelheid zat het ondanks de resultaten dus wel goed, vertelt KNAF Talent First-rijder Verschoor op de website van de autosportbond: “Absoluut. Dat zag je in de tweede kwalificatie en in de races. Daar ben ik blij mee, alleen in de uitslagen en punten zie je het niet terug”, verhaalt Verschoor.
Voor Renault-protegé en KNAF-talent Jarno Opmeer was het min of meer hetzelfde verhaal, al deed hij door twee wat lastige kwalificaties niet echt mee om de punten.
Race één begon met een start van P17 en finish op de dertiende plek voor Opmeer, waarna een stroeve kwalificatie voor race twee een 27e startplek betekende. De Nederlander werkte zich wederom goed naar voren, maar technische pech bracht vier ronden voor de vlag een einde aan zijn race.
“De kwalificatie moet gewoon beter”, erkent Opmeer tegenover
KNAF.nl. “Ik maakte een fout in mijn snelle ronde en dan sta je in dit veld gelijk achteraan en weet je dat het moeilijk wordt”, zegt hij over de tweede kwalificatie.
“We hadden de racesnelheid wel absoluut goed voor elkaar, want ik kon veel mensen inhalen, maar van het resultaat kan ik natuurlijk niet heel blij worden”, aldus een eerlijke Opmeer.
De Brit Max Fewtrell won de eerste race op de Red Bull Ring, de Fransman Sacha Fenestraz de tweede. Fenestraz gaat aan kop in de tussenstand, voor de Rus Robert Shwartzman en Brit Will Palmer.
