Williams-coureurs Pastor Maldonado en Bruno Senna hebben een positief gevoel overgehouden aan de eerste dag in Maleisië. Datzelfde geldt voor testrijder Valtteri Bottas, die voor het eerst tijdens een Grand Prix-weekend aan de bak mocht.

 

Bottas deed eerder al wel rechtelijntests voor Williams en kwam tijdens de Young Driver Test in Abu Dhabi in actie voor het team uit Grove, maar de eerste vrije training op het circuit van Sepang kenmerkte zijn eerste kilometers tijdens een echt Formule 1-weekend.

 

“Ik had gelijk vanaf het begin van de training een goed ritme te pakken en we hebben ons volledige programma voor die sessie kunnen afwerken”, vertelt de coureur die de bolide van teammaat Senna in bruikleen had en daarmee een elfde trainingstijd realiseerde.

 

“Hoewel ik mezelf volgens mij heel goed had voorbereid, moet ik wel toegeven dat dit de zwaarste omstandigheden waren waarin ik ooit heb gereden”, zegt de Fin. “Het was echt enorm heet. Tijdens het rijden voel je het niet eens zozeer, maar de hitte slaat echt toe op het moment dat je de auto stilzet”, zo verhaalt hij over de eerste van vijftien vrije training die hij dit jaar mag afwerken.

 

Zoals gezegd was het Senna die zijn FW34 voor de eerste sessie aan Bottas moest afstaan, waarna de Braziliaan zelf in de tweede sessie weer mocht instappen. Senna noteerde daarin uiteindelijk de zeventiende tijd, zes plaatsen en 1.3 seconde achter Maldonado.

 

“Door VT1 te missen, had ik in VT2 wel wat meer werk te doen”, zegt Senna. “We moeten morgen tijdens de derde vrije training natuurlijk ook nog wel wat werk verzetten, maar we weten wat we moeten doen en we lijken het in de langere runs bovendien goed te doen.”

 

Ook Maldonado – vandaag goed voor een twaalfde en elfde tijd – laat weten een goede dag achter de rug te hebben. “We hebben ons gehele testprogramma zonder problemen kunnen afwerken en de auto lijkt het hier prima te doen. Ik verheug me dan ook op de dag van morgen. Het zal niet makkelijk worden om de toptien in de kwalificatie te halen, maar dat is wel waar ik op mik.”