Romain Grosjean maakt een zwaar teleurstellend jaar door bij Lotus, maar hoopt dat zijn volgende seizoen uitpakt zoals Jenson Buttons wereldkampioenschapsjaar 2009 met Brawn GP.

Button maakte in 2008 een verloren jaar door met Honda, waarmee hij dat seizoen slechts drie punten pakte. Honda in totaal scoorde er slechts veertien en die teleurstellende prestaties – plus de financiële kant van het verhaal – noopten Honda ertoe haar renstal te verkopen aan Ross Brawn, die het omdoopte in Brawn GP en in 2009 plots de rijderstitel met Button pakte en ook constructeurskampioen werd.

Lotus maakt dit jaar, na twee goede jaren, eveneens een desastreus seizoen door, waarin de snelheid en betrouwbaarheid te wensen overlaten en het pas acht punten heeft gepakt. Het stemt Grosjean niet bepaald gelukkig, maar de Fransman houdt hoop en hoopt vooral op een soort wederopstanding als Brawn en Button in 2009 meemaakten, zo geeft hij aan in gesprek met Autosport.

“Dat je soms een moeilijk jaar doormaakt, hoort erbij als coureur, maar je mag je daardoor niet laten frustreren”, weet Grosjean, die Buttons 2009 in gedachten houdt om hoop te houden: “In 2008 had hij een rampjaar met Honda, maar toen dat team Brawn werd – wat eigenlijk hetzelfde team was, maar onder een andere naam – werd hij prompt wereldkampioen.”

Dat Brawn in 2009 plotseling dominant was, met een door Honda ontwikkelde auto waarmee Button en teamgenoot Rubens Barrichello acht races wonnen, komt door de geblazen diffusor, zo herinnert Grosjean zich. “Dat was een hele slimme vondst. Ik weet niet of Lotus met zoiets op de proppen kan komen voor volgend seizoen, maar ik ben er 99,99 procent zeker van dat 2015 een beter jaar wordt voor Lotus.”

Of Grosjean er dan nog bij is, of toch overstapt naar een ander team, is ondanks zijn vertrouwen in Lotus niet zeker. De huidige nummer veertien uit het kampioenschap houdt zijn opties open in zijn streven in een auto terecht te komen waarmee hij races kan winnen.

Foto: Grosjean en Button in 2009, tijdens de Grand Prix van Brazilië, waarin de voor Brawn GP rijdende Button definitief beslag legde op de titel.