Grosjean: ‘Ik blijf onder druk staan’
Daan de Geus
10 mei 2013
Lotus-coureur Romain Grosjean realiseert zich dat de derde plaats die hij in Bahrein heeft behaald de druk niet volledig van de ketel heeft gehaald en hij op eenzelfde niveau moet blijven presteren.
Grosjean pakte in de eerste drie Grands Prix van 2013 keurig zijn punten mee, maar wist in tegenstelling tot teamgenoot Kimi Räikkönen toch niet echt te imponeren.
Hoewel een strijdlustige Grosjean in Maleisië voor Räikkönen finishte, moest hij het in de kwalificatie drie keer op rij afleggen tegen de Fin en moest hij in Australië en China genoegen nemen met een tiende en negende plaats, terwijl Räikkönen in Australië wist te winnen en in China als tweede eindigde.
In race nummer vier, de Grand Prix van Bahrein, eindigde Räikkönen wederom voor Grosjean, maar de Fransman reed desondanks een ijzersterke race en maakte zo een tegenvallende kwalificatie goed door tien tellen achter Räikkönen als derde over de streep te komen.
De ban lijkt daarmee gebroken voor Grosjean, die tijdens de eerste drie Grands Prix balansproblemen met zijn auto had, maar deze in Bahrein achter zich wist te laten.
Ondanks dat de voortekenen dus gunstig zijn, blijft Grosjean echter met beide benen op de grond staan: “De derde plaats in Bahrein was een opsteker en heeft mijn situatie veranderd, maar ik sta nog steeds onder druk, want zo zit deze sport in elkaar”, zegt hij tegen ESPNF1.
De huidige nummer zeven in het kampioenschap beseft verder dat het overkomen van zijn problemen in Bahrein niet garandeert dat het ook nu in Barcelona goed zal gaan. “Ieder circuit is weer anders en biedt weer nieuwe uitdagingen. Het zou te makkelijk zijn als je overal gewoon hetzelfde zou kunnen doen om goed te presteren. Zo werkt het niet.”
“We weten uiteraard wel wat we aan de auto hebben veranderd om hem naar mijn zin te krijgen en hopelijk lukt het ons om dat vast te houden een terugval te vermijden. Om dat voor elkaar te krijgen en op het resultaat uit Bahrein te kunnen voortborduren, moeten we goed in de gaten houden wat we doen en er elk raceweekend weer een schepje bovenop doen.”