In de aanloop naar het nieuwe seizoen is het grote speculeren begonnen. Ook Haas-coureur Romain Grosjean waagt zich aan een voorspelling. De Fransman voorziet felle tegenstand van McLaren en Renault.

Vorig jaar eindigde Haas als achtste in het WK, met alleen McLaren en Sauber achter zich. Maar Haas had met wat geluk veel hoger kunnen eindigen: het gat met Renault, dat als zesde eindigde, bedroeg slechts tien punten. Voor komend seizoen verwacht Grosjean dat McLaren zijn team wel eens voorbij zou kunnen streven. De wissel van Honda- naar Renaultmotoren bij McLaren levert Haas in 2018 alvast een extra concurrent op, stelt Grosjean.

“McLaren gaat supersterk worden dit seizoen”, zet Grosjean in gesprek met Autosport.com. “Ze hebben een gigantisch budget, de beste fabriek van alle teams en Renault is geen slechte motor. Ik weet dat Renault betrouwbaarheidsproblemen heeft gehad maar qua snelheid zitten ze erbij.” Ook het Renault-fabrieksteam dicht Grosjean goede kansen toe. “Die hebben vorig seizoen in hoog tempo hun auto ontwikkeld dus zij zullen in 2018 ook goed voor de dag komen.”

Rest de vraag wat Haas er in 2018 zelf van bakt. Afgaand op Grosjeans voorspellingen kan het kleine Amerikaanse team het wel eens lastig krijgen. Grosjean weet in elk geval goed uit te leggen waar Haas moet verbeteren. “We moeten zorgen dat onze updates beter werken. We zijn de afgelopen twee seizoenen begonnen met een goede auto, maar konden gedurende het seizoen het ontwikkelingstempo van de rest niet bijbenen. Te vaak gebeurde het dat er nieuwe onderdelen kwamen, die op de baan niet de resultaten gaven die in de windtunnel wel gemeten waren. Dat kost zomaar drie maanden en die maak je niet meer goed.”

Een bekend probleem bij Haas was de inconsistentie van de remmen, al kwamen die vooral bij Grosjeans auto voor en neemt de coureur een deel van dat probleem voor eigen rekening. “Ik moet daar beter mee leren omgaan. Maar wat we als team beter kunnen doen is de samenwerking tussen de fabriek in Maranello (waar de door Haas in groten getale gebruikte Ferrari-onderdelen vandaan komen), die van Dallara (dat het chassis bouwt) en die in Engeland (waar de auto’s geassembleerd worden, red.). Dat kan soepeler en efficiënter.”