Tijdens de zomerstop is er genoeg tijd om even rustig alle statistieken van de eerste seizoenshelft door te nemen. Vandaag aan de beurt: de ‘Fastest Pit Stop’-awards.
De pitstop-award is in 2015 in het leven geroepen door sponsor DHL om het teamwork van de onbekende (maar zeker niet onbeminde) pitcrew-medewerkers te eren. Iedere race worden er aan de teams punten toegekend voor het maken van de snelste pitstop, hetgeen volgens hetzelfde puntensysteem gebeurt als voor de coureurs.
Het eerste jaar na het bedenken van het concept werd de award aan het einde van het seizoen toegekend aan Scuderia Ferrari. Sinds 2016 is het echter Williams dat de prijs opeist, door dat jaar in 14 van de 21 races de snelste pitstop te maken.
Ook in 2017 domineert het Britse team de race om de snelste pitstop weer. In de eerste elf races zet Williams zeven keer de snelste pitstop neer, en laat daarmee een uitstekend stukje teamwork zien. Felipe Massa profiteert het vaakst van de goed geoliede pitstop-machine van Williams: hij is dit jaar al vier keer als snelste weer weggereden op een setje nieuwe banden.
De twee-seconden grens
De magische grens van twee seconden voor een pitstop is dit jaar helaas nog niet verbroken. Williams kwam er ontzettend dichtbij op Silverstone, toen de pitcrew Felipe Massa in 2.02 seconden zijn race weer liet hervatten. Dat was echter niet snel genoeg om het door Williams in de Grand Prix van Europa van 2016 gezette pitstop-record van 1.92 seconden te verbreken (zie video).
Na Williams komt Red Bull het dichtst bij de snelste tijd, maar met nog ruim drie tienden verschil heeft het team nog wat tijd te winnen. Het geheim van een goede pitstop, wat secondenwerk is, zit hem in uren oefenen. Daarbij is een beetje geluk ook altijd fijn, want wanneer het wiel wat klemt of de wielmoersleutel niet goed werkt, gaat er kostbare tijd voorbij. En die tijd zou je nét de overwinning kunnen opleveren, of kan het verschil maken tussen een puntenfinish of een elfde plek.