Formule1
Kevin van Nunen
12 juni 2011
Lewis Hamilton is vooralsnog de enige uitvaller tijdens de gestaakte Grand Prix van Canada. De McLaren-coureur botste in de achtste ronde met zijn teamgenoot Jenson Button.
De kampioen van 2008 probeerde zijn teammaat op het rechte stuk via de buitenkant te passeren, maar slaagde daar niet in. Button hield de ideale lijn aan, waarna voor Hamilton geen ruimte was, en hij de pitmuur en de andere McLaren raakte.
“Voor mijn gevoel reed ik op z’n minst half naast de auto van Button”, vertelde Hamilton tegenover een groep journalisten. “Jenson maakte een fout bij het insturen van de laatste bocht. Ik kwam er beter uit en wilde hem buitenom passeren.”
“Ik weet niet of Jenson me wel of niet zag, maar hij kwam steeds meer naar links en dus ook steeds dichter bij mij in de buurt”, vervolgde Hamilton, die niet op compassie van zijn teamgenoot hoefde te rekenen. “Waar is Lewis mee bezig?”, luidde Buttons reactie via de boordradio.
Hamilton trachtte op drie wielen verder te rijden omdat hij slechts een lekke band dacht te hebben, maar het team vertelde hem dat hij zijn auto aan de kant moest zetten. Naar verluidt bleek er later wel degelijk schade te zien, maar dat is nog niet bevestigd.
Hamilton: “Het team zei dat mijn ophanging kapot was, dus toen zette ik de auto aan de kant. Maar toen ik dat checkte, bleek mijn ophanging nog intact.”
Bij de échte start van de race in Montréal, de eerste ronden werden afgelegd achter de safetycar, maakte Hamilton al contact met Mark Webber. De Australiër werd in de rondte getikt. En een gevecht met Michael Schumacher ging niet soepel, al was ook een actie van de Duitser gewaagd.