De prestaties van Mercedes in Canada, waar Lewis Hamilton en George Russell derde en vierde werden, hebben Hamilton en het team ‘veel hoop’ gegeven. En er zit zelfs meer in het vat, weet de zevenvoudig wereldkampioen zeker.
Het is nog niet het seizoen van Hamilton, maar in Canada kon hij dan eindelijk zijn tweede podiumplek van het seizoen bijschrijven. Hij begon van de vierde plek en profiteerde van de worstelende Fernando Alonso, waardoor hij als nummer drie mee het podium op mocht.
Dat Hamilton na de herstart na de safetycar nog een tijdje kon aanhaken bij Max Verstappen en Carlos Sainz, stemt hem positief. “Het voelde geweldig om in dat gevecht te zitten”, zegt Hamilton. “Ik kon ze aan het einde voor even bijhouden. Toen reden ze uiteindelijk weer weg. Maar het heeft mij en het team veel hoop gegeven.”
Lees ook: ‘Een slechte auto is Mercedes’ probleem, niet van de FIA’
Volgens Hamilton zit er zelfs nog meer in het vat. “De potentie is er echt als we de afstelling voor elkaar weten te krijgen”, weet de zevenvoudig wereldkampioen zeker. Maar, benadrukt hij meteen, ‘dat is dit jaar de grootste uitdaging’. “De juiste window voor deze auto is een stuk kleiner dan voorgaande auto’s.”
Na de vrijdagtrainingen klaagde Hamilton nog dat de Mercedes W13 ‘een ramp’ was. Het team bleek opnieuw met afstellingen te spelen en is uiteindelijk de juiste kant opgegaan. “Ik was constant aan het vechten en het was erg moeilijk om de auto uit de muur te houden. Daarom maakte ik de long run ook niet af, het was gewoon onbestuurbaar met die afstelling. Het was slechts een experiment om te zien of de auto op die manier zou werken, maar dat was niet het geval.”
Lees ook: Wolff haalt uit naar ‘zielige’ en ‘onoprechte’ rivalen over technische richtlijn
“Toen voerden we wat veranderingen door en was de balans veel beter”, vervolgt Hamilton. “Ik had een klein beetje onderstuur, betere tractie en geen onverwachte snaps. Het was een verschil van dag en nacht.” Toch blijft één ding zeker: “We stuiteren nog steeds en dat gaat ook niet weg.”