De verstelbare achtervleugel van de Mercedes-coureurs liet het in Q2 afweten. Michael Schumacher viel daardoor net buiten de boot en start morgen als elfde.

“Mijn laatste run in Q2 werd verpest doordat de activatie van de vleugel niet goed werkte”, stelt Schumacher. “Dat maakte de auto lastig te besturen. Erg spijtig, want daarvoor ging het juist erg goed. Desondanks kan ik vaststellen dat het team een stap vooruit heeft gemaakt. In de race is nog van alles mogelijk.”

Teamgenoot Nico Rosberg had last van hetzelfde probleem, maar wist zich nog wel te plaatsen voor het laatste deel van de kwalificatie. Daarin bleef hij op een negende plaats steken.

“De balans was in Q2 nog in orde, maar dat gevoel was in Q3 verloren”, analyseert Rosberg. “Het is frustrerend dat we niet het maximale uit de auto hebben kunnen halen. Het team heeft namelijk wel degelijk progressie geboekt. We moeten nu de problemen van vandaag bestuderen en kijken hoe we de situatie kunnen verbeteren voor morgen.”