Met de introductie van het nieuwe technische reglement in 2026 belooft de Formule 1 zich in een nieuwe richting te ontwikkelen, waarin duurzaamheid en innovatie samenkomen. Een opvallend onderdeel? De overstap naar volledig ecologische brandstoffen. Maar met de ambitieuze stap richting duurzame brandstoffen dreigt een andere uitdaging: een kostbare en intensieve ‘brandstofoorlog’ die het speelveld opnieuw kan verdelen.

Mix van elektrisch en ecologisch

Vanaf 2026 moeten F1-motoren een flinke evolutie doormaken. Terwijl teams al gewend zijn aan hybride technologieën, zal straks vijftig procent van het vermogen uit elektrische componenten komen, terwijl de andere helft afkomstig blijft van een verbrandingsmotor. Die verbrandingsmotor zal echter gevoed worden door synthetische, niet-fossiele brandstoffen. Hiermee wil de F1 niet alleen haar ecologische voetafdruk verkleinen, maar ook een voorbeeld stellen voor de auto-industrie.

LEES OOK: Audi in geldnood? ‘Deel van Sauber wordt verkocht aan Qatar’

Grote investeringen

Voor de F1-constructeurs betekent deze transitie een nieuw speelveld, maar zeker niet zonder obstakels. Grote oliemaatschappijen, waaronder Aramco, Shell en BP zijn al actief in de sport en werken volop aan geavanceerde duurzame brandstoffen. Volgens Motorsport.com investeert het ene merk echter veel meer in de ontwikkeling van synthetische brandstoffen dan het andere. Dit kan leiden tot significante verschillen in prestaties: experts vermoeden een potentieel vermogensverschil van dertig tot vijftig pk tussen teams, afhankelijk van hun brandstofleverancier. Dat kan voor teams reden genoeg zijn om hun samenwerking met leveranciers opnieuw onder de loep te nemen.

LEES OOK: Voormalig F1-coureur Kvyat neemt het op tegen AI op Suzuka

Prijskaartje van één liter e-fuel

Naast technische uitdagingen speelt ook de kostprijs een hoofdrol. Momenteel zou één liter e-fuel rond de 200 euro kosten. Dit komt grotendeels door de toevoeging van speciale chemische middelen die de prestaties verhogen door de brandstof sneller te verbranden. Hier is echter kritiek op, en de FIA overweegt nu of deze chemische additieven moeten worden verboden. Mocht dit doorgaan, dan kan de prijs per liter wellicht dalen naar 50 euro, een aanzienlijk verschil dat het budget van de teams zeker ten goede zou komen.

De vraag is nu hoe de FIA hiermee omgaat. Als de kosten en prestaties zo variabel worden door brandstofinnovaties, kan dit de competitie verstoren. Zetten de organisaties de deur open voor deze ontwikkeling, of grijpen ze in om de kosten en verschillen te beperken? De komende maanden zullen moeten uitwijzen hoe de sport het delicate evenwicht tussen duurzaamheid en competitiviteit gaat waarborgen.

Lees hier alles over de GP van Las Vegas


NU in de winkel en ook online te bestellen (met gratis bezorging in Nederland): de nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine!