Het team van Renault heeft misschien nog wel twee of drie seizoenen nodig om het niveau van Mercedes, Red Bull en Ferrari te bereiken. Dat stelt coureur Nico Hülkenberg.

Renault keerde in 2016 als fabrieksteam terug in de sport – na jaren alleen als motorleverancier te hebben gefungeerd – en wil stapsgewijs naar de top toe. De Franse fabrieksformatie heeft altijd erkend dat dit tijd gaat kosten, waarbij Hülkenberg, die in 2017 naar het team kwam, nu aangeeft dat het misschien nog wel twee of drie jaar duurt voor het team zover is.

“Het kost erg veel tijd het niveau van een Red Bull of Mercedes te halen. Wij investeren momenteel in onze fabriek en het moderniseren daarvan, maar daar plukken we pas over twee of drie jaar de vruchten van. Pas dan zal alles lopen en begrijpen we hoe alles werkt”, vertelt Hülkenberg aan Autosport.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Teams als Red Bull en Mercedes hebben echter soortgelijke processen moeten doorlopen, weet The Hulk. “Mercedes was ook een flink aantal jaar niet meer dan oké, alvorens het niveau te bereiken waarop ze nu zitten. Voor Red Bull geldt hetzelfde.” Het draait dus om geduld hebben: “De aanloopperiode richting de top is gewoon heel lang.”

Volgens Hülkenberg is het ook belangrijk niet te vergeten van hoe ver Renault moet komen, nadat voorganger Lotus eind 2015 aan de rand van de afgrond stond en er de jaren daarvoor amper in het team geïnvesteerd was. “Voor Renault het team overnam, stond het er niet best voor. Het kost gewoon tijd het team weer op te bouwen. Je doet het niet even in twee weken, hoe graag we dat ook zouden willen.”

Renault zet later vandaag de volgende stap in haar stappenplan richting de top, met de introductie van de op de fabriek in het Engelse Enstone geconstrueerde R.S.18-bolide voor dit jaar. Op de motorafdeling in het Franse Viry-Châtillon is ondertussen hard aan de motor gewerkt. Teambaas Cyril Abiteboul heeft 2018 eerder ‘het laatste opbouwjaar’ genoemd.