Tweevoudig Indy 500-winnaar Arie Luyendyk is onder de indruk van de manier waarop Rinus van Kalmthout naam maakt in de Indycars, wat de talentvolle Hoofddorper natuurlijk onder zijn Amerikaanse ‘artiestennaam’ VeeKay doet. “Hij heeft iets speciaals, dat zien ze hier in de Indycar-paddock ook allemaal.”

Als het over coureurs gaat die eruit springen, gaat het vaak over een bepaald, aangeboren talent. Een type talent dat moeilijk onder woorden is te brengen, ook voor oud-coureurs – zelfs voor oud-coureurs die dat talent óók hadden. Vraag Arie Luyendyk echter wat het talent van Rinus van Kalmthout voor hem typeert, en de in Amerika nog altijd een heldenstatus genietende Luyendyk (69) weet het precies te verwoorden. “Wat me altijd aan Rinus is opgevallen, is dat hij gelijk hard en op de limiet kan gaan op een circuit waar hij nooit eerder gereden heeft.”

Dat is volgens Luyendyk een kwestie van talent en gevoel. Dat klinkt simpel, maar – zo illustreert hij dat – is het niet. “Neem zijn kwalificatie voor de Indy 500 in 2021. In de eerste bocht ging de auto dwars, maar hoe hij hem opving, het gas niet losliet, doorreed én goede tijden neerzette… Dat gevoel en aangeboren talent kun je iemand gewoon niet aanleren. Daarin onderscheiden coureurs zich van elkaar. In de paddock beseffen ze dat op zo’n moment ook: ‘tsjongejonge, hij heeft hét’. Ik zag het ook in de klassen waarin hij hiervoor reed”, zegt Luyendyk, “hij heeft iets speciaals. Dat zien ze hier in de Indycar-paddock ook allemaal.”

In trek
De pas 22-jarige Van Kalmthout, zo weet Luyendyk, was daarom in trek op de Indycar-rijdersmarkt. “Er was van veel teams interesse. Ik weet dat, want ze benaderden mij allemaal. Omdat de halve paddock dacht dat ik zijn manager was”, lacht Luyendyk. “Ik ben dat nooit geweest en Rinus heeft tegenwoordig Adrian Sussman in dienst als manager, maar ik ben wél Rinus’ mentor. Ik probeer hem in allerlei opzichten te helpen.” Zoals? “Hoe hij dingen moet doen in de paddock, met zijn rol als Indycar-coureur moet omgaan.”

Lees ook: Van Kalmthout tekent nieuwe deal en blijft ECR trouw

Het kiezen van een team valt daar ook onder. Ondanks alle interesse is Van Kalmthout Ed Carpenter Racing (ECR) voor 2023 trouw gebleven, voor een vierde seizoen. Volgens Luyendyk waren er ‘drie, vier teams’ die opties waren. “Al was de keuze niet altijd aan hem”, nuanceert hij dat. “Soms hadden ze nog andere mensen onder contract, dat is blijkbaar de nieuwe mode”, doelt Luyendyk op de transfsoap rondom Alex Palou, Ganassi en McLaren, en de onzekerheid bij Andretti in een gek silly season. “Er waren ook teambazen die interesse toonden voor down the line, de verre toekomst”, verklapt Luyendyk. Voorsorteren is ook in Amerika een goede gewoonte. “De hele paddock ziet zijn talent”, herhaalt Luyendyk, “ze weten waar hij mee rijdt, hoe het met zijn team zit. Ze weten dat hij het goed doet met wat hij tot zijn beschikking heeft.”
(tekst loopt door onder de foto)

Rinus van Kalmthout en Arie Luyendyk. Foto: ANP Foto.

Pitmuur
Bij ECR, stelt Luyendyk, heeft Van Kalmthout immers niet ‘week in, week uit een top tien-auto’. En dat niet alleen. “Er zijn ook momenten geweest dat ik dacht: had ik maar aan de pitmuur gezeten. Dan had ik Rinus kunnen helpen.” Neem de race in Barber. “Dan rijdt Rinus vooraan en komt een achterblijver tegen, dus wil je hem eigenlijk een rondje eerder naar de pits roepen dan ze uiteindelijk doen. Dat had net die twee tellen gescheeld die hij achter die achterblijver verloor. Bij het wegrijden zegt niemand dan dat hij push to pass (tijdelijk meer vermogen) moet gebruiken omdat Pato O’Ward achter hem zit. Dus Pato pakt hem eenvoudig. Je kan zeggen: ‘dat had Rinus zelf moeten weten’, maar hij is zó bezig met competitief zijn, dan vergeet je soms dingen. Ik vind júíst dat je een coureur zoveel mogelijk info moet geven die kan helpen.”

Dat soort scherpte mist Luyendyk soms bij ECR, al erkent hij dat Van Kalmthout zelf ook ‘foutjes’ heeft gemaakt, zoals hij ze steevast noemt. Van Kalmthouts meest high profile crash van 2022, tijdens de Indy 500, was volgens Luyendyk overigens géén fout. Daar is hij van overtuigd. “Dat was een vreemd ongeluk. Op basis van de beelden die ik heb gezien van de onboard van Scott Dixon, die achter Rinus reed, blijf ik erbij dat er iets fout was met de auto. Er kwamen al vóór het mis ging vonken onderuit. Het team heeft dat nooit willen erkennen, wat ik vreemd vind.”

Dat gezegd hebbende, horen de ‘foutjes’ die Van Kalmthout wél maakte er volgens Luyendyk bij als je voor een kleiner team rijdt. “Want hij is jong, agressief en wil presteren. Dan is het logisch dat het soms mis gaat. Tegelijkertijd moet Rinus er harder voor werken dan iemand als Palou bij Ganassi of Josef Newgarden bij Penske, teams die meer ‘diepte’ hebben qua engineering. Hij worstelt soms wat meer met het materiaal. Dan mag je foutjes maken. Het team heeft hem denk ik meer laten vallen, dan andersom. Wat ik mooi vind, is hoe hij zich ontwikkelt. In deze auto’s kan alles altijd beter – en Rinus leert elk jaar meer.”

Lees ook: Een beker als bijzettafel en F1 kijken met een verrekijker: zo leeft ‘VeeKay’ in Florida

Dat komt ook omdat Luyendyk hem wel eens wijze lessen leert. “In Portland reed Rinus tegen Jimmie Johnson aan. Rinus zei: ‘ik dacht dat -ie er niet meer zat’. Dan probeer ik uit te leggen dat niet alles wat je aanneemt, gebeurt zoals je denkt. Je kunt niet denken: hij gaat wel opzij. Maar”, weet Luyendyk zeker, “zo’n fout maakt hij nooit meer. Net als die kostbare crash in Detroit toen hij tiende reed. Dat zijn foutjes die ik ook allemaal heb gemaakt – maar toen ik ouder was en al veel langer reed. Dat vertel ik Rinus dan om hem op te vijzelen: ‘Jongen, hier leer je alleen maar van! Prent dit in je hoofd, door naar de volgende’.”
(tekst loopt door onder de foto)

‘VeeKay’ met zijn auto van Ed Carpenter Racing. Foto: Penske Entertainment.

Hoop voor 2023
Van Kalmthout sloot 2022 uiteindelijk als twaalfde af, met een pole en derde plek in Barber, vierde stek in Iowa en natuurlijk zijn front row-kwalificatie op Indy als hoogtepunten. Hij was de op één na beste coureur die niet voor de grootmachten Penske, Ganassi, McLaren of Andretti uitkomt. Dat mag niet vergeten worden, zegt Luyendyk, al gebeurt dat soms wel. “Het is voor het Nederlandse publiek en de media soms moeilijk te begrijpen dat het hartstikke knap is als hij achtste of negende rijdt, omdat Indycar bloody competitive is. Men verwacht soms meer, omdat Rinus ook wel eens verder naar voren zit, maar in de top tien zitten ís gewoon heel goed. En als hij uitschieters heeft, is dat super.”

Tijdens het jaarlijkse hoogtepunt op de Indycar-kalender, de Indy 500, geven Van Kalmthout en ECR bijvoorbeeld al drie jaar op rij hun visitekaartje af. “Rinus heeft daar telkens geweldig gekwalificeerd en het team is daar ook sterk. Ik hoop dat ze die ‘Indy 500-trend’ kunnen voortzetten. Dat je daar goed kan zijn en kan winnen, is heel belangrijk. Hopelijk kunnen ze die lijn in 2023 óók de rest van het jaar doortrekken, bijvoorbeeld door meer engineers erbij te halen die gespecialiseerd zijn in dempers, het enige onderdeel van een Indycar dat een team écht mag ontwikkelen. Het team moet de performance omhoog schroeven. Als Rinus dan blijft doen wat -ie kan, komt het wel goed. Dan hoop ik voor 2023 op meer dan dit jaar.”

Lees ook: Luyendyk: ‘Toekomst ziet er heel goed uit voor Van Kalmthout in Indycar’

Rinus van Kalmthout in actie. Foto: Motorsport Images.