Stoffel Vandoorne had als coureur de potentie om succesvol te worden in de Formule 1. Het liep anders. In een openhartig interview reflecteert de Belg, momenteel reservwecoureur bij Aston Martin, op zijn F1-carrière. “Natuurlijk zijn er momenten dat je wat down bent.”
Het complete interview met Stoffel Vandoorne verscheen eerder in editie 13/14 van FORMULE 1 Magazine. Lees hieronder deel 2 van het interview.
Hoe ziet een raceweekend in de Formule 1 er voor jou uit?
“Relatief simpel: ik volg hetzelfde programma als Lance en Fernando. Ik zit bij alle technische vergaderingen, de runplan meetings: bij alles op het technische vlak kijk ik met de engineers mee. Het enige dat ik niet doe is het rijden zelf.”
Lacht: “Ik doe niet mee aan de fun. Verder doe ik diverse mediadingen binnen het team, praat met sponsors praten, doe meet-and-greets… Al at soort zaken. Ik rijd weliswaar niet, maar doe wel altijd dingen om bezig te blijven. Want met niets doen kom je ook niet verder.”
Is het frustrerend in zo’n weekend niet in die auto te zitten? Of heb je daar vrede mee?
“Ik zit nu in een fase van mijn carrière waar ik er misschien wat meer vrede mee heb. Dat is een andere situatie als je 18 of 19 bent, Formule 2 rijdt en die stap naar Formule 1 wilt maken. Dat is een heel ander gevoel. Ik heb een paar jaar Formule 1 gereden en heb nu enkele andere programma’s. Ik bedoel: ik ben een professionele coureur naast mijn werk in de Formule 1. Alles wat ik hier kan doen is eigenlijk een bonus voor mij, dus probeer ik gewoon het beste van de situatie te maken. Uiteindelijk kun je er toch niets veranderen.”
Formule 1 is voor jou een gepasseerd station?
“Dat denk ik wel. Kijk, als reservecoureur ben ik er nog wel altijd bij betrokken. Aan de andere kant ben ik ook wel realistisch dat er waarschijnlijk nooit meer een kans komt om hier op de grid te staan, of zo. En oké, als dat zo is, dan is dat zo. Komt er een kans, dan is dat mooi meegenomen. Ik concentreer me vooral op de series waarin ik wel race.”
Hoe kijk je terug op je racejaren in de Formule 1? Met zekere voldoening?
“Toch wel. Het is nog altijd vrij uniek om als Belg tot de Formule 1 te geraken. De twee jaren daarin zelf zijn niet goed gelopen. Op veel dingen had ik geen controle, de timing was jammer genoeg niet de juiste: het waren de twee slechtste jaren van McLaren. Maar als je kans hebt om in Formule 1 te kunnen rijden zeg je niet: misschien is de timing niet goed, ik doe het niet. Nee, dan ga je gewoon en moet je er het beste van proberen te maken. Eén ding had ik misschien anders moeten doen: er meer van genieten. Ik kon dat op het moment zelf niet. Soms wens ik dat ik dat op het moment zelf wel meer had gedaan.”
Lees ook: Rosberg waarschuwt Russell en Antonelli: ‘Wolff wil nog steeds Verstappen’
Waarom lukte dat niet?
“Het zit natuurlijk ok een beetje in je natuur. Alle sportmensen zijn gedreven door resultaten. Het was best moeilijk voor mij als je in de juniorseries altijd vooraan meespeelt, voor overwinningen en kampioenschappen vecht en plots in een situatie terecht komt van: oké, het maximaal haalbare is een dertiende of veertiende plaats. Dat is een hele moeilijke mindset. Hoe motiveer je jezelf om constant eigenlijk honderd procent te geven en het maximale eruit proberen te halen als een veertiende plek mogelijk het beste resultaat is? Dat was best een moeilijke mindset om te accepteren.”
Om depressief van te worden.
“Natuurlijk zijn er momenten dat je wat down bent. Het is altijd leuker als je vooraan kunt meespelen, dan geniet je ook meer van wat je aan het doen bent. Als je leeft voor resultaten en door twee jaren heengaat waarin dat heel moeilijk is, verlies je soms een beetje de liefde voor wat je aan het doen bent. Ik was blij dat ik wat weg was uit de Formule 1 en een nieuwe kans kreeg in een ander kampioenschap, in de Formule E bij Mercedes. Zo heb ik eigenlijk de liefde voor de sport teruggevonden. Ik kwam terug en kon resultaten scoren, voor overwinningen en het kampioenschap meedoen. Dat had ik na twee moeilijke jaren wel een beetje nodig.”
De interesse van Mercedes was een zegen?
“Absoluut. Je hele even heb je als jongen gewerkt om tot de Formule 1 te geraken. Dat is bijna het enige dat er telt. Ik denk dat het belangrijk is om als dat ophoudt, je te realiseren dat er ook andere dingen zijn. Oké, Formule 1 is een hele mooie wereld en heel uniek en ook moeilijk. Maar daarbuiten zijn er kampioenschappen waar je als professioneel coureur terecht kan komen en het niveau in een kampioenschap best heel goed of evengoed is als Formule 1en waar je uiteindelijk ook geld kunt verdienen.”
Je bent Toto Wolff vast eeuwig dankbaar dat hij je je heeft opgeraapt.
“Ik heb van hem bij Mercedes de kans gekregen mijzelf te bewijzen. En dat was exact het milieu, de teamdynamiek die ik op dat moment nodig had. Ik bedoel: bij McLaren is het niet gelopen zoals ik wilde, had ik heel veel vertrouwen verloren in enkele mensen en, ja, ook hoeveel mensen ik ook uiteindelijk kon vertrouwen. Het heeft best even geduurd voordat ik weer het vertrouwen terug had in bepaalde mensen. Zo erg was het. In het begin was ik best wat terughoudend, liet niet zoveel in mijn kaarten kijken. Ik was wat koud ten opzichte van het team. Maar de cultuur binnen de Mercedes-familie was echt top voor mij. Stap voor stap kreeg ik meer vertrouwen en hebben we er uiteindelijk een mooi verhaal van kunnen maken.”
Je hebt het plezier hervonden met het combinatiepakket van Formule E, WEC en F1.
“Ik vind het leuk dat ik nu een beetje van alles kan doen, in verschillende series rijd: Formule E met DS, WEC met Peugeot. Het is iets heel anders, de afwisseling bevalt me zeer. Met Mercedes ging het in de Formule E natuurlijk heel goed, soms gaat het wat moeilijker. Ik heb verschillende programma’s, het kan niet altijd supergoed gaan. Je moet door die fases heen, weet dat sommige jaren minder zijn dan andere. Je moet vooral profiteren van de jaren dat het wel goed gaat, zoals nu.”
Is het lastig steeds in een andere auto in te stappen, of ligt een goede coureur in elke auto direct op snelheid?
“Formule E is heel apart. Dat heeft niets te maken met alle andere auto’s waarin je rijdt, het is iets heel specifieks, uniek. De meest getalenteerde coureurs kunnen daar niet zo maar instappen en het volledig begrijpen, omdat het zo anders is. Maar om daarna in een andere weer in een andere auto in te stappen, is geen enkel probleem.”
Hoeveel weekenden ben je dit jaar van huis?
“Veel te veel. Ik heb minimaal tien GP’s Formule 1, twaalf in de Formule E en acht in het WEC. Dan heb je nog simulatordagen en testdagen: ik denk al met al dat toch veertig weken van huis ben. Dat is niet makkelijk, rechttoe-rechtaan. Als je continue onderweg bent, heb je er op bepaald moment ook wel een beetje genoeg van. Vliegtuig in, vliegtuig uit. Van het ene naar het andere hotel: soms heb ik gevoel dat ik uit de koffer leef en in hotels woon. Maar goed, ik heb wel alle contracten die ik wil en ik doe wat ik het liefste doe. Het is ook niet iets wat ik mijn hele leven kan doen. Nu zijn het misschien niet altijd de makkelijkste periodes, maar het is wel een kans die je ook heel moeilijk kunt laten liggen.”
Je leeft leven waar je vroeger van droomde?
“Klopt. Ik zie veel plekken op de wereld. Soms heb ik tussen wedstrijden twee, drie dagen niets waardoor ik ter plaatse dingen kan verkennen. Zo was ik eerder dit jaar in Tokio voor de Formule E, een week voor de Grand Prix Formule 1 in Suzuka. Toen had ik drie dagen de tijd om heel rustig wat dingen te doen in Tokio. Dat is dan natuurlijk mooi meegenomen.”
Conclusie: het leven is zo slecht nog niet voor Stoffel Vandoorne.
Lacht: “Nee, we klagen altijd wel. Iedereen klaagt in het leven. Maar als je er even bij stil staat, is het zo slecht nog niet.”
NU in de winkel en ook digitaal te bestellen (met gratis bezorging in Nederland!): de nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine! Met alles over de Dutch GP in Zandvoort, de spannende strijd tussen Lando Norris en Max Verstappen, interviews met George Russell, Rico Verhoeven en Ruud Gullit, reportages vanuit de paddock en nog veel meer!