In een serie verhalen introduceert Formule1.nl deze winter de nieuwe teams die dit seizoen debuteren in de koningsklasse van de autosport. Deze week het vierde en laatste deel: HRT F1.

Het heeft wat kunst- en vliegwerk gekost, maar Campos Meta staat komend weekend dan toch op de grid in Bahrein. Tenminste, onder de naam Campos Meta heeft het nooit een meter gereden. Onder de noemer HRT F1 ook nog niet, maar dat is van later zorg.

HRT is vooral blij dat het dan toch gelukt is. De renstal leeft nog en presenteerde vorige week in Spanje zelfs een auto. Voorlopig is deze twintig kilo te zwaar omdat de ophangingen vanwege allerlei financiële problemen van staal zijn gemaakt en niet van koolstofvezel.

Een naam heeft de auto ook nog niet, maar er ligt wel een motor in: een Cosworth. Daarmee is waarschijnlijk direct het meest betrouwbare onderdeel van het hele project benoemd. De Grand Prix van Bahrein wordt één grote testsessie en zelfs naamloze auto's kunnen kampen met kinderziektes.

Het doet aan het optimisme binnen HRT weinig af. Op basis van de data van chassisbouwer Dallara denkt coureur Bruno Senna zelfs dat de auto helemaal niet kansloos is. “De gegevens zien er waardevol uit”, schrijft hij in een column. “Vergeet niet dat Virgin en Lotus tijdens het testen maar een seconde sneller waren dan een goede GP2-auto.”

Dallara bouwt die GP2-chassis', en we weten van de data dat onze auto in elk geval van meet af aan twee volle seconden sneller moet kunnen zijn dan een GP2-wagen.” Vanaf dat punt wil Senna verder kijken, mede dankzij de kennis aan boord van mannen als Geoff Willis, Colin Kolles en Jacky Eeckelaert.

Alles staat of valt echter met geld. Geld waarvan het momenteel nog altijd de vraag is of HRT het heeft. Bij de bolide die werd gepresenteerd, viel direct op dat er nog zat ruimte over was om stickers van geldschieters te plakken. Slechts Embratel – een persoonlijke sponsor van Senna – en de regio Murcia adverteren nu en dat is wat karig voor de miljoenen kostende ontwikkeling van een Formule 1-auto.

Ongetwijfeld neemt ook Karun Chandhok nog wat centen mee. De Indiase coureur vult het laatst overgebleven stoeltje op de grid in. “Een onwerkelijk gevoel”, zegt hij. “Ik ben onwijs blij dat mijn droom werkelijkheid wordt en ik Formule 1 mag rijden. Hier werkte ik al die jaren naartoe en nu is het moment daar, ik kan het amper geloven.”

Ook Chandhok beseft dat het in beginsel voor HRT wel eens meer stilstaan dan hollen kan worden. “We zijn een nieuw team, met twee rookies, zonder op ook maar één van de twaalf dagen getest te hebben. Dus worden de eerste races erg zwaar, die staan vooral in het teken van kilometers maken, maar ik heb vertrouwen in het team.”

Iemand die ondanks alles overloopt van vertrouwen is teambaas Kolles. Na weinig succesvolle optredens bij Midland F1 (Jordan), MF1 Racing, Spyker en Force India leek hij van het toneel te zijn verdwijnen totdat José Ramón Carabante, die een meerderheidsbelang nam in Campos, toch een rol voor hem in gedachten had.

Kolles: “Het komende jaar wordt een leerproces, maar wij hebben alles in huis om dit jaar het meest succesvolle nieuwe team in de paddock te worden. Het is een droom van ons om in de eerste race ons eerste punt binnen te halen. Tegelijkertijd gaat alles natuurlijk stapje voor stapje en moeten we het hele seizoen door aan onze snelheid werken.”

HRT beschikt wel over één duidelijk voordeel: niemand verwacht iets van het team. Natuurlijk, er wordt gelachen als Senna of Chandhok voor de zoveelste keer de auto aan de kant moet zetten, maar als Kolles en de zijnen inderdaad progressie weten te boeken, zal er snel respect worden gewonnen.

Alleen moet HRT het wel tot dat moment zien vol te houden. Anders wordt dit project samen met dat van US F1 het ultieme voorbeeld van hoe het niet moet.