Na afloop van het seizoen neemt de Formule 1-webredactie alle teams en hun prestaties nog één keer onder de loep. Wie deed het beter dan verwacht en wie viel er tegen? Dit keer is de nummer negen aan de beurt, McLaren.

Na twee jaar ploeteren en opbouwen met Honda had 2017 hét jaar moeten zijn waarin McLaren zou terugkeren waar het vindt dat het thuishoort: de top. Nieuwe regels, nieuwe kansen. Met een nieuwe topman in Zak Brown, een compleet nieuwe Honda-motor en een nieuwe kleurstelling voor een nieuw tijdperk. Het oranje op de MCL32 was echter nog niet opgedroogd of de grijze rook van tijdens de wintertests ploffende Honda’s kleurde McLarens 2017 al gitzwart.

De McLarens legden begin 2017 meer kilometers achterop trucks af dan op het circuit.

Tijdens de tests reed McLaren het minst van allemaal en zo begon wéér een verloren jaar. Nadat McLaren van 2015 op 2016 van P9 naar P6 bij de constructeurs klom, kukelde het net zo hard weer terug. Het morren begon al snel, de geruchten eveneens. Al tijdens de wintertests werd bericht dat McLaren met Honda wilde breken. Ultimatum na ultimatum volgde, maar uiteindelijk werd de complexe scheiding pas half september definitief.

Scheiden en straffen
Het is een pijnlijke scheiding. Financieel en qua reputatie. Dát McLaren zo graag wilde scheiden, zegt genoeg over wat ondertussen op het circuit gebeurde. Het opstapelen van motorproblemen en gebrek aan snelheid deed nóg meer pijn. Al bij de vierde race kreeg Stoffel Vandoorne zijn eerste straf voor een motorwissel. De Vlaming kwam uiteindelijk op 218 plekken gridstraf, waarvan 205 motorgerelateerd. McLaren kwam op 380. Het puntentotaal verbleekt er bij: dertig. Zeventien dankzij Fernando Alonso, dertien door Vandoorne. Met tien uitvalbeurten voor Alonso, drukt de kwalificatiestrijd de manier waarop hij Vandoorne klopte nadrukkelijker uit: 16 – 3.

Vandoorne crashte er twee keer, maar Monaco was ook een soort doorbraak. Daarna bood hij Alonso beter partij.

Vandoorne kende echter een lastige seizoensstart, met als dieptepunten een klunzige botsing met Felipe Massa in Spanje en een crash in de kwalificatie én race in Monaco, al was dat weekend een soort doorbraak. Hard werk met de engineers en een wat andere rijstijl brachten Vandoorne op het goede spoor, en op het niveau dat McLaren had verwacht. Hoogtepunten waren zevende plekken na een sterke regenrace in Singapore en zijn “beste wedstrijd in de Formule 1” in Maleisië.

Voor Alonso’s hoogtepunt moeten we verder dan de koningsklasse kijken, want dat was zijn gast- en steroptreden in de Indianapolis 500. Hij liet er Monaco voor schieten. Indy diende om Alonso de kans te geven weer eens om de zege te vechten, gemotiveerd te houden. De beloning bleef uit, maar het werkte wel. Want hoewel Alonso óók uitblonk in bijtende, gefrustreerde radio-uitspraken, bewees hij ondanks zijn materiaal vooral nog altijd een absolute, nooit aflatende topcoureur te zijn.

2018
Dat Alonso voor 2018 binnenboord is gehouden, is pure winst voor McLaren. Of de Renault-deal ter vervanging van die met Honda dat ook is, moet de tijd uitwijzen. McLaren gelooft dat de overstap direct performance oplevert,  omdat het zo overtuigd is van het eigen chassis.

Komen Alonso en McLaren in 2018 sterker terug van vakantie?

Toen de wel degelijk verbeterde Honda-motoren in het najaar ophielden stelselmatig te ploffen (mede dankzij een met eerdere gridstraffen opgebouwd motorpooltje) kon McLaren aardig meekomen. Voor 2018 zal ook dat echter niet genoeg zijn. De peperdure scheiding van Honda betekent dat er geen excuses zijn. Ook omdat er met Renault en Red Bull ter referentie twee teams met dezelfde motor zijn, en dezelfde ambitie terug te keren waar ook zij vinden dat ze thuishoren: de top.

Eindoordeel McLaren: 4