Na afloop neemt de FORMULE 1-redactie nog één keer alle teams en hun prestaties onder de loep. Vandaag zijn we aanbeland bij Renault, dat zich dit seizoen opwerkte tot best of the rest achter de drie topteams.

Sinds Renault in 2016 terugkeerde in de Formule 1, maakte het fabrieksteam nooit een geheim van zijn ambities: het team wil terug naar de absolute top. Daar is de Franse renstal nog lang niet, gezien de enorme achterstand op de top drie, maar Renault is goed op weg. Dit seizoen werd de stijgende lijn immers voortgezet: van de negende positie in 2016 naar de zesde in 2017 en P4 in 2018.

Renault kwam goed uit de startblokken: zowel Hülkenberg als Sainz scoorde in de eerste races veel punten.

Bliksemstart
Met de nieuwe RS18 begint Renault voortvarend aan het seizoen. Waar de concurrentie punten laat liggen, zoals Haas met zijn dubbele uitvalbeurt in Australië, valt Renault op met consistentie. Het team rijgt de puntenfinishes aaneen, waardoor de teller na acht Grands Prix al op 62 punten staat – meer dan het hele seizoen 2017 bij elkaar. Nico Hülkenberg is teamgenoot Carlos Sainz de baas in de kwalificaties, maar in de races presteren beide mannen goed. Renault neemt daardoor steeds meer afstand van McLaren, dat ook een goede seizoenstart kent.

Rond de zomerstop komt echter de klad erin. Een middelmatig weekend in Hongarije wordt gevolgd door een puntloos weekend in België. Hülkenberg eist op Spa een negatieve hoofdrol op door een zware startcrash te veroorzaken. Concurrent Haas blijft intussen scoren, waardoor Renaults vierde positie in gevaar komt. Renault speelt de strijd met de concurrentie slim door beroep aan te tekenen tegen Grosjeans zesde positie in Monza. Tot afgrijzen van Haas-teambaas Steiner, die stelt dat Renault Haas “maar in de rechtbank probeert te verslaan, omdat het op de baan niet lukt”.

Een jaar met pieken en dalen voor Hülkenberg.

Strijd naast de baan
Haas verliest kostbare punten, maar Renault gaat er zelf niet beter van presteren. Ook de races daarna wil het – op Singapore na – namelijk niet vlotten: in Rusland scoort Renault niet en in Japan blijkt één punt het maximaal haalbare. Het team steekt intern de koppen bij elkaar om iedereen weer gemotiveerd te krijgen. Dat werpt zijn vruchten af: in Austin finishen de Renault-mannen als zesde en zevende, gevolgd door een zesde positie in Mexico en Abu Dhabi. Met die eindsprint eindigt Renault – toch nog – met afstand als beste team van het middenveld.

Hülkenberg behaalt eenzelfde resultaat bij de coureurs: hij finisht als zevende in het kampioenschap. The Hulk draait een solide seizoen en verslaat teamgenoot Sainz. Na de zomerstop lijkt de scherpte er even af, als Hülkenberg slechts één punt scoort in zes races. Bovendien zijn er slippertjes: het al genoemde incident in Spa, een knullige fout in Azerbeidzjan, de koprol in Abu Dhabi en trainingscrashes in Brazilië en Japan. Die nemen niet weg dat Hülkenberg veel punten scoort en dat komt zijn reputatie ten goede.

Renault is inmiddels best of the rest, maar wil meer.

Buitenkansje
Bij Sainz loopt het minder: hij moet vrijwel het hele seizoen in de achtervolging op zijn teamgenoot. Renault besluit daarom al halverwege het jaar dat het niet met de Spanjaard verdergaat. Esteban Ocon is tijdelijk in beeld als vervanger, tot Daniel Ricciardo op de markt komt. Een buitenkansje voor Renault. Ricciardo tekent tot ieders verbazing een tweejarig contract bij het team. Sainz verkast op zijn beurt naar McLaren. Het is illustratief voor Renaults ambities: met P4 in het kampioenschap neemt men in Viry geen genoegen.

Voor 2019 is Renaults doel onder meer om “niet meer op een ronde gezet te worden” in de races. Het is een nieuwe tussenstap in het grote plan van de autofabrikant. In 2020 hoopt men aansluiting bij de top te vinden. Wil het team zover komen, dan moet de Renault-motor competitief genoeg zijn om de strijd aan te kunnen met Ferrari en Mercedes. Nu is dat nog niet het geval. Met Ricciardo en Hülkenberg heeft Renault een rijderspaar om te scoren. Nu de auto nog.

Eindoordeel Renault: 7,5

Het oordeel van Tom Coronel:
“Hülkenberg rijdt al zo lang Formule 1, maar heeft me dit jaar teleurgesteld. Volgens mij racet hij gefrustreerd rond. Hülkenberg is blijven hangen in zijn eigen hype die er ooit heerste. In zijn jonge jaren won hij alles, dan moet je daarna ook doorstromen. Maar dat is bij hem eigenlijk nooit gebeurd. Hij heeft, vind ik, zijn kans gehad. Een hele aardige gozer. Maar als je na 157 Grands Prix nog nooit een keer een bekertje hebt opgehaald, zegt dat veel. Bij Sainz is het jammer dat hij heeft gekozen voor een C- of misschien wel D-team. Gaat bij McLaren niet scoren. Ik baal dat zo’n gozer geen andere opties krijgt. Sainz was dit jaar onopvallend: alle frustraties rond Max hebben hem geen goed gedaan.”