Jarno Opmeer is een van ’s werelds beste simracers. Hij veroverde tweemaal de wereldtitel in het officiële virtuele Formule 1-kampioenschap, nu racet hij in dienst van Red Bull en legt uit waarom coureurs net als Max Verstappen moeten simracen. “Als ze met zijn niveau meewillen, hebben ze eigenlijk niet veel keuze.”

Max Verstappen staat erom bekend dat hij vaak op de sim te vinden is. Is dit volgens Opmeer iets waar andere F1-coureurs zich ook meer in zouden moeten verdiepen? “Zeker, ik denk dat dat wel moet zelfs”, antwoordt hij stellig. “Max is een beetje de grondlegger in de F1 op gebied van simracen. Als ze met zijn niveau mee willen gaan, hebben ze eigenlijk niet veel keuze. Anders word je gewoon niet goed genoeg.”

De jongere generatie heeft dit door en is daarom ook al geregeld te vinden op het virtuele asfalt. “Ik race wel eens mee met iRacing (een populaire racegame, red.), en daar zie je ook de jongens die in de top rijden van de Formule 2 zoals Oliver Bearman, Gabriel Bortoletto en Kimi Antonelli. De coureurs die wat minder presteren in de F2, die kom ik zelden tegen in de virtuele wereld. Kijk, het zal niet alleen daardoor komen, maar dan zie je wel dat bepaalde coureurs er meer voor doen en er meer voor over hebben.”

Een ander groot bijkomend voordeel van de extra meters op de sim is volgens Opmeer dat de coureurs aan veel meer situaties worden blootgesteld waardoor ze hier in de echte wereld sneller op kunnen anticiperen. “Plus je technische kennis wordt gewoon veel groter. Je leert alle setupopties begrijpen, wat het doet, hoe het aanvoelt. Dat is gewoon heel goed om te leren. Voor de Formule 4 heb je dat misschien niet nodig, maar wel in de vervolgklassen.”

Het gehele interview met Jarno Opmeer is te lezen in het dubbeldikke ‘Jaar van Max’.