Schaatser Kjeld Nuis (34) is bezeten van snelheid. De sprinter van Team Reggeborgh, die vandaag en morgen nog in actie komt tijdens de WK afstanden in Calgary op respectievelijk de 1000 en 1500 meter, verbeterde in het Noorse Savalen al eens het snelheidsrecord op het ijs tot 103 kilometer per uur, reed met Jos Verstappen in een Pagani op de Red Bull Ring en hij volgt vanzelfsprekend de Formule 1 op de voet. Hoewel… “Ik ben een af-en-toe-kijker geworden.”
FORMULE 1 Magazine sprak met Kjeld Nuis aan de vooravond van het nieuwe Formule 1-seizoen. Het interview verscheen eerder in editie 02/24.
– Hoe intensief heb jij het afgelopen seizoen gevolgd?
“Nou, om heel eerlijk te zijn, wel minder intensief dan de jaren ervoor. Ik snap Max Verstappen heel goed als hij zegt dat er niets zo lekker is als een race heel dik winnen en een seizoen domineren. Dat geeft zelfvertrouwen. Toen ik in november bij de Wereldbeker in Peking met acht tienden de 1000 meter won, vond ik het zelf ook echt niet saai. Maar voor de doorsnee Formule 1-kijker is het wel gaaf als er verschillende mensen kunnen winnen. Om die reden ben ik van een vaste kijker een af-en-toe-kijker geworden. Ik heb afgelopen jaar geen enkele keer de wekker gezet, iets wat ik daarvoor soms wel deed. Stiekem verlang ik een beetje terug naar de spanning van 2021, toen Max in de laatste ronde van de laatste race zijn eerste wereldtitel won. Dat was subliem.”
– Heb je zelf wel eens in een raceauto gezeten?
“Een paar keer zelfs. Bij Gamma Racing Day op het TT Circuit in Assen heb ik in 2018 bij Robert Doornbos in een twoseater gezeten. Dat was supervet. Hij reed en was gezellig aan het praten, terwijl ik alleen maar die bocht op me af zag komen en dacht: rem nou! Voor mijn gevoel deed hij dat echt pas op het allerlaatste moment. En ik heb op de Red Bull Ring in Oostenrijk een keer tijdens een Legends Race met Jos Verstappen meegereden in een Pagani. Dat was ook onvergetelijk.”
– Zie je overeenkomsten tussen schaatsen en Formule 1?
“Die zijn er zeker. De kick van de snelheid en de spanning voor de start, maar bijvoorbeeld ook op het scherp van de snede de bocht inknallen. Max zal dat tegenwoordig in races waarschijnlijk wat minder hebben, omdat hij vaak wel marge heeft en vooral het tempo moet consolideren en zijn banden moet managen, maar in kwalificaties gaat het nog altijd om duizendsten. En dan zoek je de grens op van wat kan. Als ik op de 1000 meter de tweede binnenbocht heb, ga ik er soms ook volle bak in met een snelheid van zestig kilometer per uur. Als ik ‘m dan hou, win ik ‘m. En als ik die bocht op safe speel, word ik derde.”
“Een andere overeenkomst is het feit dat je teamgenoot ook je grootste concurrent kan zijn. Ik vind dat een mooie dynamiek. In het schaatsen is Jenning de Boo de coming man. Ik word uitgedaagd door hem, dat vind ik mooi. En ik gun het hem dat het hij nu zo goed gaat. Dat moet ook, want gunnen is in mijn ogen wat een team maakt en breekt. Je kunt degene die wint natuurlijk nooit iets verwijten. Het is aan de verliezer om daar verandering in te brengen en de kunst af te kijken. Maar ik denk dat de teamdynamiek bij Team Reggeborgh wel iets anders is dan bij Red Bull, haha.”
– Wat kan het schaatsen van de Formule 1 leren?
“Heel veel. Zeker als het gaat om innovatie. Ik denk dat de laatste grootste innovatie in het schaatsen de klapschaats was, zo’n dertig jaar geleden. Natuurlijk zijn er wel ontwikkelingen op het gebied van schaatspakken en dergelijke, maar er is gewoon te weinig concurrentie. Sterker, als je het hebt over de schaatsen zelf, hebben we met Viking tegenwoordig nog maar één fabrikant. En die mensen doen het prima, maar een dergelijke situatie zou in de Formule 1 ondenkbaar zijn. Concurrentie is voorwaarde voor vernieuwing.”
– Tenslotte, wat verwacht je van komend F1-seizoen?
“Ik denk niet dat er heel veel gaat veranderen en dat iemand het gat met Max en Red Bull eventjes dicht rijdt. Dus ik denk dat Max weer een mooi jaar tegemoet gaat…”