Kubica hoopt op comeback, deze coureurs gingen hem voor
Racepictures
Chantal Boezaard
23 juli 2017
Robert Kubica is klaar voor zijn comeback in de Formule 1, althans, dat zegt hij zelf. Naast zijn fysieke uitdaging, is in het verleden al gebleken dat het niet altijd meevalt om de draad weer op te pakken. En dan hebben we het niet over Felipe Massa die dit jaar eigenlijk van zijn pensioen zou gaan genieten, of Jenson Button die even terugkeerde voor een invalbeurt in Monaco.
Kimi Räikkönen 2001-2009 en 2012-heden
De meest recente sabbatical werd genomen door huidig Ferrari-coureur Kimi Räikkönen. De Fin verliet Ferrari in 2009 om plaats te maken voor Fernando Alonso. Räikkönen zelf zat niet stil na het verlaten van de Formule 1. Hij reed mee voor het wereldkampioenschap Rally en NASCAR, voor hij in 2012 zijn comeback maakte in de Formule 1 bij Lotus. Twee jaar later keerde hij terug bij Ferrari, waar hij Felipe Massa verving en op zijn 37e nog steeds bij rijdt. Michael Schumacher 1991-2006 en 2010-2012
De Grand Prix van Brazilië in 2006 zou het einde van de carrière van Michael Schumacher betekenen. De Duitser zou na zijn recordbrekende Formule 1-carrière gaan genieten van zijn pensioen. Maar hij verraste iedereen met een comeback bij Mercedes in 2010. Een erg succesvolle comeback werd het niet, in de drie jaar dat hij voor Mercedes reed wist hij maar één keer op het podium te finishen. Door gebrek aan testkilometers kreeg hij de nieuwe Pirelli-banden niet in het ideale raamwerk. Romain Grosjean 2009 en 2012-heden
Tijdens de Grand Prix van Europa in 2009 nam Romain Grosjean het stokje over van Nelson Piquet Jr. als tweede rijder bij Renault. Maar net als Piquet kon Grosjean niet de gewenste resultaten behalen en kreeg hij geen contract voor 2010. Grosjean degradeerde naar de GP2, waar hij in 2011 kampioen werd. Dit succes leverde hem in 2012 een stoeltje op bij Lotus, naast Kimi Räikkönen. Erg geliefd was Grosjean op het circuit niet, de Fransman veroorzaakt meerdere crashes, waaronder de crash op Spa-Franchorchamps in 2011, waarbij niet alleen hij zelf uitviel, maar ook Fernando Alonso, Lewis Hamilton en Sergio Pérez van de baan reed. Hij werd hiervoor geschorst voor de daaropvolgende Grand Prix van Italië. Met hulp van een sportpsycholoog herpakte hij zich. In 2016 tekende Grosjean bij een nieuw team: Haas. Nigel Mansell 1980-1992 en 1994-1995
Na het winnen van het kampioenschap in 1992 verliet Mansell de Formule 1 toen de samenwerking met Williams op de klippen liep, omdat zij Alain Prost binnenhaalden. Mansell verkende zijn kansen bij de Indycars en liet een verbluffende indruk achter door meteen in zijn rookie year de titel te pakken. In 1994 keerde Mansell terug als invaller bij Williams, met nu Damon Hill als teamgenoot, maar de inmiddels 40-jarige Brit kon zijn teamgenoot niet bij houden. In 1995 waagde hij het er nog op bij McLaren, maar toen hij niet eens in de auto paste, wist hij dat het definitief tijd werd voor zijn pensioen. Jan Lammers 1979-1982 en 1992
De recordhouder van de langste tussenstop tussen twee Grands Prix is Jan Lammers. Lammers kwam voor zijn extreem lange sabbatical als laatste aan de start van de Grand Prix van Nederland in 1982, op het circuit van Zandvoort. Doordat Lammers zich maar niet kon aansluiten bij een competitief team, besloot hij de Formule 1 te verlaten en zich te richten op de Sportcars. Zo won hij onder andere Le Mans in 1988. In 1992 diende zich echter een unieke kans voor Lammers aan, hij kon tien jaar na zijn laatste Grand Prix weer instappen hij March Racing. Het bleef bij één seizoen, in 1993 werd het team na financiële problemen opgeheven. Kamui Kobayashi 2009-2012 en 2014
Kobayashi begon zijn Formule 1-loopbaan in 2009 bij Toyota, waar hij als testrijder de geblesseerde Timo Glock kon vervangen bij de Grands Prix van Brazilië en Abu Dhabi. Zijn prestaties bleven niet onopgemerkt en de Japanner tekende in 2010 bij Sauber. Maar na drie succesvolle seizoenen maakte Sauber bekend verder te gaan met Nico Hülkenberg en Esteban Gutiérrez. Kobayashi vervolgde zijn racecarrière in het World Endurance Championship en reed onder andere mee met de 24 uur van LeMans. In 2014 keerde hij, dankzij een crowdfundingsactie, terug in de Formule 1 bij het team van Caterham, waar hij terecht kwam naast Marcus Ericsson. Succesvol was zijn comeback niet, in de 16 races die hij dat seizoen reed, scoorde hij geen enkel punt. Alain Prost 1980-1991 en 1993
Prost werd in 1991 ontslagen bij Ferrari nadat hij kritisch terugkeer op een onsuccesvol seizoen en zijn ongenoegen uitte in de media. Na een sabbatical keerde Prost terug bij Williams in 1993. Rivaal Nigel Mansell verliet prompt het team omdat hij Prost niet als teamgenoot wilde. Prost zelf had ook zijn voorkeur voor teamgenoten, zo had hij in zijn contract een clausule laten opnemen dat hij Ayrton Senna niet naast hem in de Williams wilde hebben. Het jaar daarop werd Senna toch vastgelegd bij Williams, wat leidde tot het pensioen van Prost. Alan Jones 1975-1981 en 1983 en 1985-1986
Nadat de Australiër in 1980 de wereldtitel pakte, besloot hij na nog een redelijk succesvol seizoen bij Williams in 1981 met pensioen te gaan. Toch keerde hij mede door een aantrekkelijk bod bij Arrows terug in de Formule 1. Zijn comeback in 1983 bleef beperkt tot maar één race. Wat er toe leidde dat hij in 1985 nogmaals een comeback probeerde te maken, deze keer bij Haas-Lola. Ook deze keer wist Jones niet terug te keren naar de top, zijn auto kampte met motorproblemen. In 1986 nam Jones definitief afscheid van de Formule 1, hij is wel nog een aantal jaar actief gebleven in de autosport, voornamelijk bij de Australische toerwagens. Niki Lauda 1971-1979 en 1982-1985
Na de wereldtitel op zijn naam te hebben gezet in 1975 en 1977 nam Lauda ontslag bij Ferrari en tekende bij Brabham. Maar na twee seizoenen besloot Lauda in 1979 dat het wel welletjes was met de autosport. Hij richtte zich op zijn eigen vliegmaatschappij Lauda Air. Maar McLaren lonkte naar de Oostenrijkse coureur en kreeg Lauda in 1982 terug in de Formule 1. Een comeback met een positief einde, want Lauda pakte in 1984 met het team zijn derde wereldtitel. In 1985 zette Lauda voorgoed een punt achter zijn carrière als Formule 1-coureur. Hij boekte zijn laatste zege in de duinen van Zandvoort (tevens de laatste Grand Prix van Nederland, maar wellicht gloort ook daar ooit een comeback). Lauda bleef wel actief in de Formule 1, de Oostenrijker werd in 1992 adviseur bij Ferrari en later nog bij Jaguar. Sinds 2012 is Lauda ieder raceweekend te zien in de pits bij Mercedes.
De meest recente sabbatical werd genomen door huidig Ferrari-coureur Kimi Räikkönen. De Fin verliet Ferrari in 2009 om plaats te maken voor Fernando Alonso. Räikkönen zelf zat niet stil na het verlaten van de Formule 1. Hij reed mee voor het wereldkampioenschap Rally en NASCAR, voor hij in 2012 zijn comeback maakte in de Formule 1 bij Lotus. Twee jaar later keerde hij terug bij Ferrari, waar hij Felipe Massa verving en op zijn 37e nog steeds bij rijdt. Michael Schumacher 1991-2006 en 2010-2012
De Grand Prix van Brazilië in 2006 zou het einde van de carrière van Michael Schumacher betekenen. De Duitser zou na zijn recordbrekende Formule 1-carrière gaan genieten van zijn pensioen. Maar hij verraste iedereen met een comeback bij Mercedes in 2010. Een erg succesvolle comeback werd het niet, in de drie jaar dat hij voor Mercedes reed wist hij maar één keer op het podium te finishen. Door gebrek aan testkilometers kreeg hij de nieuwe Pirelli-banden niet in het ideale raamwerk. Romain Grosjean 2009 en 2012-heden
Tijdens de Grand Prix van Europa in 2009 nam Romain Grosjean het stokje over van Nelson Piquet Jr. als tweede rijder bij Renault. Maar net als Piquet kon Grosjean niet de gewenste resultaten behalen en kreeg hij geen contract voor 2010. Grosjean degradeerde naar de GP2, waar hij in 2011 kampioen werd. Dit succes leverde hem in 2012 een stoeltje op bij Lotus, naast Kimi Räikkönen. Erg geliefd was Grosjean op het circuit niet, de Fransman veroorzaakt meerdere crashes, waaronder de crash op Spa-Franchorchamps in 2011, waarbij niet alleen hij zelf uitviel, maar ook Fernando Alonso, Lewis Hamilton en Sergio Pérez van de baan reed. Hij werd hiervoor geschorst voor de daaropvolgende Grand Prix van Italië. Met hulp van een sportpsycholoog herpakte hij zich. In 2016 tekende Grosjean bij een nieuw team: Haas. Nigel Mansell 1980-1992 en 1994-1995
Na het winnen van het kampioenschap in 1992 verliet Mansell de Formule 1 toen de samenwerking met Williams op de klippen liep, omdat zij Alain Prost binnenhaalden. Mansell verkende zijn kansen bij de Indycars en liet een verbluffende indruk achter door meteen in zijn rookie year de titel te pakken. In 1994 keerde Mansell terug als invaller bij Williams, met nu Damon Hill als teamgenoot, maar de inmiddels 40-jarige Brit kon zijn teamgenoot niet bij houden. In 1995 waagde hij het er nog op bij McLaren, maar toen hij niet eens in de auto paste, wist hij dat het definitief tijd werd voor zijn pensioen. Jan Lammers 1979-1982 en 1992
De recordhouder van de langste tussenstop tussen twee Grands Prix is Jan Lammers. Lammers kwam voor zijn extreem lange sabbatical als laatste aan de start van de Grand Prix van Nederland in 1982, op het circuit van Zandvoort. Doordat Lammers zich maar niet kon aansluiten bij een competitief team, besloot hij de Formule 1 te verlaten en zich te richten op de Sportcars. Zo won hij onder andere Le Mans in 1988. In 1992 diende zich echter een unieke kans voor Lammers aan, hij kon tien jaar na zijn laatste Grand Prix weer instappen hij March Racing. Het bleef bij één seizoen, in 1993 werd het team na financiële problemen opgeheven. Kamui Kobayashi 2009-2012 en 2014
Kobayashi begon zijn Formule 1-loopbaan in 2009 bij Toyota, waar hij als testrijder de geblesseerde Timo Glock kon vervangen bij de Grands Prix van Brazilië en Abu Dhabi. Zijn prestaties bleven niet onopgemerkt en de Japanner tekende in 2010 bij Sauber. Maar na drie succesvolle seizoenen maakte Sauber bekend verder te gaan met Nico Hülkenberg en Esteban Gutiérrez. Kobayashi vervolgde zijn racecarrière in het World Endurance Championship en reed onder andere mee met de 24 uur van LeMans. In 2014 keerde hij, dankzij een crowdfundingsactie, terug in de Formule 1 bij het team van Caterham, waar hij terecht kwam naast Marcus Ericsson. Succesvol was zijn comeback niet, in de 16 races die hij dat seizoen reed, scoorde hij geen enkel punt. Alain Prost 1980-1991 en 1993
Prost werd in 1991 ontslagen bij Ferrari nadat hij kritisch terugkeer op een onsuccesvol seizoen en zijn ongenoegen uitte in de media. Na een sabbatical keerde Prost terug bij Williams in 1993. Rivaal Nigel Mansell verliet prompt het team omdat hij Prost niet als teamgenoot wilde. Prost zelf had ook zijn voorkeur voor teamgenoten, zo had hij in zijn contract een clausule laten opnemen dat hij Ayrton Senna niet naast hem in de Williams wilde hebben. Het jaar daarop werd Senna toch vastgelegd bij Williams, wat leidde tot het pensioen van Prost. Alan Jones 1975-1981 en 1983 en 1985-1986
Nadat de Australiër in 1980 de wereldtitel pakte, besloot hij na nog een redelijk succesvol seizoen bij Williams in 1981 met pensioen te gaan. Toch keerde hij mede door een aantrekkelijk bod bij Arrows terug in de Formule 1. Zijn comeback in 1983 bleef beperkt tot maar één race. Wat er toe leidde dat hij in 1985 nogmaals een comeback probeerde te maken, deze keer bij Haas-Lola. Ook deze keer wist Jones niet terug te keren naar de top, zijn auto kampte met motorproblemen. In 1986 nam Jones definitief afscheid van de Formule 1, hij is wel nog een aantal jaar actief gebleven in de autosport, voornamelijk bij de Australische toerwagens. Niki Lauda 1971-1979 en 1982-1985
Na de wereldtitel op zijn naam te hebben gezet in 1975 en 1977 nam Lauda ontslag bij Ferrari en tekende bij Brabham. Maar na twee seizoenen besloot Lauda in 1979 dat het wel welletjes was met de autosport. Hij richtte zich op zijn eigen vliegmaatschappij Lauda Air. Maar McLaren lonkte naar de Oostenrijkse coureur en kreeg Lauda in 1982 terug in de Formule 1. Een comeback met een positief einde, want Lauda pakte in 1984 met het team zijn derde wereldtitel. In 1985 zette Lauda voorgoed een punt achter zijn carrière als Formule 1-coureur. Hij boekte zijn laatste zege in de duinen van Zandvoort (tevens de laatste Grand Prix van Nederland, maar wellicht gloort ook daar ooit een comeback). Lauda bleef wel actief in de Formule 1, de Oostenrijker werd in 1992 adviseur bij Ferrari en later nog bij Jaguar. Sinds 2012 is Lauda ieder raceweekend te zien in de pits bij Mercedes.