De weg van Menton richting Monaco slingert zich door de bergen. Een licht ochtendzonnetje geeft een gele gloed over het wegdek. Links en rechts de huizen van levensgenieters met uitzicht. Uitzicht op de mediterrane stranden en glinsterende golven van de Middellandse Zee.


Een verdwaalde hardloper zorgt voor de eerste kleine opstopping. De lokale wegen zijn smal en bieden weinig perspectief, qua inhalen. Een voor een rijden de Fransen met een ruime boog om de man heen. Met zuurstofschuld worstelt hij zich omhoog, dichter bij Monaco opstopping twee! De ‘boulanger’ is aan het uitladen. Stokbrood voor stokbrood verlaat de laadbak. De bakker sloft van deur naar deur om zijn veertig centimeter Frans ochtendgenot aan de man te brengen. In de wachtende rij auto’s zit een vrouw zich te plamuren. Zij weet niet dat wij allang gezien hebben dat het een kansloze operatie is. De scooters schieten onophoudelijk langs ons heen. Waarom heb ik een auto? Waar huur ik niet zo’n bromvlieg op wielen?

Met gevaar voor eigen leven storten ze zich tussen de opstoppingen. Als vleermuizen met ultrasone gevoel weten ze de op zich af razende auto’s te omzeilen. Het bord ‘Principaute de Monaco’ komt voorbij. Opstopping drie! Deze is van nog serieuzer aard dan de eerste twee. Deze is van het soort terminaal. Deze is de opstopping van de dag en meteen ook maar van de week en zelfs maand. Het staat vast in Monaco! Achter me een Rolls Royce, voor me een Bugatti die weer bijna op een Ferrari klapte. De bestuurder van de Rolls heeft het uiterlijk van een verlepte pornoacteur met acne die de oude collectie van Versace heeft opgekocht. Alles wat hij uitstraalt is fout. Dit is Monaco! Dit is het voorland van de komende dagen. Poseurs, patsers en kwallen die zich een weekend per jaar de status aan meten dat Monte Carlo van hen is. Dat zij er horen en wij niet. Dat dit ‘hun wereldje’ is. Voor de vaste bewoners is het ook lastig. Met of zonder rollator is het gevaarlijk langs de stoep. Afgezette straten en vastgelopen wegen. Vijf dagen per jaar is hun thuis een circuit. Het is wonen aan de binnenkant van de Tarzanbocht, leven op Eau Rouge en wandelen langs Copse Corner. Het is zoals het is. Het is uniek en zal dat blijven. Eenmaal bij het rennerskwartier kijk ik in het water; er zweven tientallen kwallen. Het verbaast me niets.

Groeten,

Ollie