Leven na de F1: Roberto Moreno
Sutton Images
Mischa Bijenhof
15 september 2013
Alle Formule 1-coureurs hebben één ding gemeen: racen zit in hun bloed. Sommigen zoeken na hun carrière in de koningsklasse andere uitdagingen. Anderen zijn simpelweg niet goed genoeg gevonden. Formule1.nl volgt voormalig Formule 1-coureurs die nog actief zijn in de autosport. In deze aflevering: Roberto Moreno.
Toen Roberto Moreno onlangs gevraagd werd naar zijn Formule 1-carrière, zei de Braziliaan: welke Formule 1-carrière? Daarmee doet Moreno zichzelf wat tekort. Hoewel hij altijd hoog aangeschreven stond, brak de kleine ‘Pupo’, zoals zijn bijnaam luidt, nooit door. Het begon in 1982 met een valse start, toen de 23-jarige Moreno mocht invallen bij Lotus en zich in Nederland niet wist te kwalificeren. Daarna volgde een wisselvallige periode in de Indycars en de Formule 3000. In die laatste klasse zorgde Moreno in 1988 eindelijk voor eerherstel door kampioen te worden. Het leverde hem een Formule 1-zitje bij Coloni op, maar Moreno kwalificeerde zich voor slechts vier races. Een jaar later ging het bij Eurobrun nog slechter: twee starts waren de magere oogst van bijna een heel jaar ploeteren. Maar aan het eind van het seizoen kwam de verlossing: Moreno mocht dankzij zijn vriend en landgenoot Nelson Piquet de vrijgekomen Benetton van de geblesseerde Alessandro Nannini innemen. Hij werd in Japan direct tweede en kreeg contractverlenging aangeboden. In 1991 ging Michel Schumacher er echter met zijn plekje vandoor en Moreno was weer aangewezen op tweede- en derderangs materiaal. Bij het hopeloze Andrea Moda kwalificeerde Moreno zich in 1992 maar één keer, en in 1995 kreeg hij bij het debuterende Forti Corse dankzij het ontbreken van voorkwalificaties in elk geval de kans om alle races te rijden. Stijf achteraan, dat wel. In zijn laatste Grand Prix viel hij uit toen hij te snel de pitstraat inreed en tegen de pitmuur crashte. Overstap
Moreno probeerde het vanaf 1996 weer in Amerika, waar het in de Indycars een stuk beter ging. Tot aan zijn laatste Indycar-race in 2007 pakte hij twee overwinningen en twaalf podiumplaatsen. Daarnaast reed Moreno alles wat los en vast zat: van Grand-Am tot GT’s en toerwagens in zijn thuisland Brazilië. Hoogtepunt
De emoties liepen hoog op toen Moreno in 1990 op Suzuka bij zijn eerste Grand Prix voor Benetton als tweede eindigde achter zijn vriend en teamgenoot Piquet. Het zal met zijn Braziliaanse afkomst te maken hebben, want ook na zijn eerste Indycar-zege, in 2000 in Cleveland, vloeiden de tranen. Opmerkelijk
In de 75 Grands Prix waarvoor Moreno zich probeerde te kwalificeren, lukte hem dat maar 41 keer. Geen wonder, aangezien zich aan het eind van de jaren tachtig en aan het begin van de jaren negentig soms meer dan dertig auto’s inschreven voor een race, terwijl er maar 26 mochten starten. Bij de meeste teams waarvoor Moreno reed, had hij geen schijn van kans die horde te halen. En nu?
Af en toe duikt Roberto Moreno nog op bij een race. Vorig jaar gebeurde dat in Moskou, toen Moreno een gastoptreden verzorgde bij de Renault Megane Eurocup. Hij kwalificeerde zich in het middenveld, viel in de eerste race uit en eindigde de tweede race als achtste. Ook begeleidt hij zijn landgenoot Lucas Foresti, die in 2013 in de Renault World Series uitkomt.
Toen Roberto Moreno onlangs gevraagd werd naar zijn Formule 1-carrière, zei de Braziliaan: welke Formule 1-carrière? Daarmee doet Moreno zichzelf wat tekort. Hoewel hij altijd hoog aangeschreven stond, brak de kleine ‘Pupo’, zoals zijn bijnaam luidt, nooit door. Het begon in 1982 met een valse start, toen de 23-jarige Moreno mocht invallen bij Lotus en zich in Nederland niet wist te kwalificeren. Daarna volgde een wisselvallige periode in de Indycars en de Formule 3000. In die laatste klasse zorgde Moreno in 1988 eindelijk voor eerherstel door kampioen te worden. Het leverde hem een Formule 1-zitje bij Coloni op, maar Moreno kwalificeerde zich voor slechts vier races. Een jaar later ging het bij Eurobrun nog slechter: twee starts waren de magere oogst van bijna een heel jaar ploeteren. Maar aan het eind van het seizoen kwam de verlossing: Moreno mocht dankzij zijn vriend en landgenoot Nelson Piquet de vrijgekomen Benetton van de geblesseerde Alessandro Nannini innemen. Hij werd in Japan direct tweede en kreeg contractverlenging aangeboden. In 1991 ging Michel Schumacher er echter met zijn plekje vandoor en Moreno was weer aangewezen op tweede- en derderangs materiaal. Bij het hopeloze Andrea Moda kwalificeerde Moreno zich in 1992 maar één keer, en in 1995 kreeg hij bij het debuterende Forti Corse dankzij het ontbreken van voorkwalificaties in elk geval de kans om alle races te rijden. Stijf achteraan, dat wel. In zijn laatste Grand Prix viel hij uit toen hij te snel de pitstraat inreed en tegen de pitmuur crashte. Overstap
Moreno probeerde het vanaf 1996 weer in Amerika, waar het in de Indycars een stuk beter ging. Tot aan zijn laatste Indycar-race in 2007 pakte hij twee overwinningen en twaalf podiumplaatsen. Daarnaast reed Moreno alles wat los en vast zat: van Grand-Am tot GT’s en toerwagens in zijn thuisland Brazilië. Hoogtepunt
De emoties liepen hoog op toen Moreno in 1990 op Suzuka bij zijn eerste Grand Prix voor Benetton als tweede eindigde achter zijn vriend en teamgenoot Piquet. Het zal met zijn Braziliaanse afkomst te maken hebben, want ook na zijn eerste Indycar-zege, in 2000 in Cleveland, vloeiden de tranen. Opmerkelijk
In de 75 Grands Prix waarvoor Moreno zich probeerde te kwalificeren, lukte hem dat maar 41 keer. Geen wonder, aangezien zich aan het eind van de jaren tachtig en aan het begin van de jaren negentig soms meer dan dertig auto’s inschreven voor een race, terwijl er maar 26 mochten starten. Bij de meeste teams waarvoor Moreno reed, had hij geen schijn van kans die horde te halen. En nu?
Af en toe duikt Roberto Moreno nog op bij een race. Vorig jaar gebeurde dat in Moskou, toen Moreno een gastoptreden verzorgde bij de Renault Megane Eurocup. Hij kwalificeerde zich in het middenveld, viel in de eerste race uit en eindigde de tweede race als achtste. Ook begeleidt hij zijn landgenoot Lucas Foresti, die in 2013 in de Renault World Series uitkomt.