Het succes van de Dutch GP vervult circuiteigenaar Bernhard van Oranje met gepaste trots. FORMULE 1 Magazine publiceerde twee jaar geleden een exclusief gesprek met hem. In aanloop naar de race op Zandvoort en met de kennis van een verhaal uit 2022. “Bij Liberty kom je daar niet mee weg.”

LEES OOK: EXCLUSIEF: Dutch GP Zandvoort blijft op F1-kalender, wel beurtelings met België

Bedankt voor je tijd, Bernhard. Weet je nog wat je eerste actieve herinnering aan Zandvoort is?

“Ik weet niet wanneer mijn allereerste moment op Zandvoort was. Maar het eerste moment dat ik me echt herinner, was een racecursus die we daar deden onder leiding van Huub (Vermeulen).” 

Wat vond je eigenlijk van Circuit Zandvoort vóór de make-over?

“In de basis is het karakteristiek van Zandvoort ongewijzigd gebleven. Het is technisch gewoon een heel moeilijk circuit. Ik denk dat het op sommige punten spannender is geworden: de Hugenholtz is leuker, al denk ik dat de Arie Luyendyk-bocht hiervoor spannender was dan -ie nu is. Maar het blijft een super technisch en door de hoogteverschillen tricky circuit. Het is nooit een no-brainer hoe je daar hard overheen rijdt. Kijk nu naar Silverstone, bij Spa-Francorchamps is het ook een beetje teruggekomen, maar eigenlijk zie bij alle Grands Prix-circuits dat de run-off gebieden zo groot zijn dat, wanneer je een foutje maakt, het eigenlijk niet uitmaakt. Ik bedoel, je gaat gewoon vol gas. Kom je dan een keertje naast de baan, dan wordt dat niet afgestraft. Op Zandvoort heeft dat nooit gekund. En dat maakt het, ook door de valwinden die je er hebt, een uitdagende baan om gewoon snel te zijn. Ik vind het zelf, en dat vond ik voorheen ook, echt een fantastisch circuit om te rijden.”

Ben je als coureur wel eens naast de baan beland?

“Ik denk niet dat je een autosportcarrière kunt hebben zonder fouten te maken. Dus ik ben er zelf zeker ook wel eens hard afgevlogen, ja. Je schrikt na een harde klapper natuurlijk wel even, maar het hoort erbij. Weet je, je kunt met elke sport vallen. Dan moet je opstaan en het opnieuw doen.”

Heb jij zelf input gehad bij de circuitaanpassingen met ontwerper Jarno Zaffelli en suggesties aangedragen?

“De voorwaarde die ik in het begin wel heb gesteld is dat de karakteristiek van de baan behouden moest blijven. Ik wou ook geen enorme uitloopzones, daar hebben we wel enorm voor gepusht. Gelukkig zie je dat nu ook echt weer terugkomen, dat die run-offs verdwijnen. Met de Europese GT4 reden we bijna alleen maar op Formule 1-banen en overal waar je kwam, ook op Spa, zag je het gebeuren: daar werden al die run-offs asfalt. En dan is racen gewoon veel minder leuk. Het voelt soms alsof er gewoon vals wordt gespeeld, je kunt bijna een seconde pakken. Word je dan wel of niet gepakt? Als dat het spelletje wordt, is het niet meer leuk. We reden een keer in Hongarije en daar werd de vrije training stilgelegd omdat van de 28 auto’s er in het eerste rondje al 22 track limits hadden overschreden. Dat is niet alleen zo op de Tilke-banen, maar op bijna elke baan waar de Formule 1 kwam. Je kon er ongeveer net zo hard naast de baan rijden als op de baan. Ik denk dat dat echt killing voor de sport is. Ik heb me er bij Zandvoort hard voor gemaakt om te zeggen, dat moet je juist niet willen. En ik denk dat dat de baan zo gaaf maakt.”

Werd daar vanuit rechtenhouder FOM of autosportorganisatie FIA op gestuurd?

“Voordat wij op de kalender kwamen was echt wel het beleid dat je bijna op iedere bocht van die wijde uitloopzones had, je zag bijna nergens meer een grindbak. En wij zijn in die zin wel de eerste geweest die dat weer terug lieten komen. Er zitten heel veel mensen uit Engeland bij de Formule 1, en die waren het daar wel mee eens. Uiteindelijk gaat de FIA daarover. Maar ze gingen er wel in mee, ja.”

Vond je dat Formule 1 wat dat betreft de verkeerde kant op is gegaan, dat ze te ver doorgeschoten zijn? 

“Ik denk dat je afgelopen races hebt kunnen zien hoe belangrijk het is dat ze juist op het gebied van veiligheid een heleboel stappen hebben genomen. Een grindbak hoeft volgens mij op zich niet minder veilig te zijn. Kijk, veiligheid is gewoon het belangrijkste. Laten we dat voorop stellen. Maar die run-offs zijn voor mij qua veiligheid niet per se nodig.”

Bankings zijn iets van heel vroeger, je ziet ze op moderne circuits bijna nergens meer. Was iedereen meteen enthousiast over het idee?

“Ja, maar het is natuurlijk ook een zorg. Je moet wel kijken wat het met de banden doet. Maar zeker de Hugenholtz is daardoor echt zoveel gaver geworden. Ik vind het echt heel vet er zelf ook daardoorheen te rijden.”

Dat heb je vast al vaak gedaan, toch?

Lacht: “Nu wel, ja.”

Wanneer kwam bij jou het idee Circuit Zandvoort te kopen? Het was toch ooit bijna failliet, er gebeurde weinig meer?

“In de periode dat wij ernaar keken was het zeker niet bijna failliet. Onder Hans Ernst (oud-circuiteigenaar) ging het redelijk goed. Eind 2012 of 2013, toen het circuit te koop stond, zijn wij ernaar gaan kijken.”

Waarom ben je ernaar gaan kijken? Is dat vanuit nostalgische of puur zakelijke overwegingen?

“Ik vond het net als mijn zakenpartner Menno de Jong eigenlijk wel leuk ook een bedrijf te hebben dat dichter bij onze passie lag. Dat wel gewoon rendeert, maar waar ik ook echte verbeterkansen zag. Dat was de reden om in 2016 het circuit te kopen.”

Had je destijds al het idee de Grand Prix eventueel terug te halen?

“Nee, in 2012, 2013 was dat zeker niet de gedachtegang. Het enige wat mensen allemaal tegen me zeiden was dat ik nooit aan de Formule 1 moest beginnen.”

Zou het circuit ook een make-over hebben gekregen als de Formule 1 er niet was geweest?

“De lay-out van de baan is niet echt veranderd, hè. Maar die bochten (Hugenholtz en Arie Luyendyk) en al die veiligheidszaken zoals tecpro-barriers ga je niet doen als je geen Formule 1 krijgt. De bezettingsgraad van de baan is goed, er is echt geen reden voor om in die zin feitelijk te investeren in de baan. We hebben al behoorlijk in de baan geïnvesteerd toen we het circuit hadden gekocht. We hebben het hele asfalt opnieuw gedaan en behoorlijk wat zaken aangepakt. Dus de aanpassingen die er daarna zijn gebeurd, zijn alleen strikt noodzakelijk voor de Formule 1 en niet voor onze verdere activiteiten.”

Had je, toen Max Verstappen in 2015 in de Formule 1 belandde, direct een idee van: hier moeten we iets mee doen?

“Dat was al door Hans Ernst in gang gezet, net voordat wij begonnen. Hij had al een bepaalde samenwerking met Max Verstappen tijdens de Italia dagen.”

Je zag wat dat teweeg bracht.

“Ja, echt bizar. Ik geloof dat er 60.000 fans kwamen kijken hoe iemand een demo-rondje in de Toro Rosso zou rijden. In de basis was het sentiment heel erg van, ook wat Red Bull betreft: ‘joh, als je dit hebt, waarom zou je dan in godsnaam de Formule 1 daar nog willen hebben?’ Er was echt niemand die tegen ons zei: ‘Het is echt een heel goed idee Formule 1 te gaan doen’.”

Jij wel.

“Nou, kijk, de uitdaging werd natuurlijk wel groter om het eens te gaan bekijken. Om iets te kunnen doen wat in die zin nog nooit iemand eerder had gedaan.”

Hoe vind je dat de samenwerking en de manier van werken van Liberty Media. Is het een prettige zakelijke partij om mee te onderhandelen?

“Ik vind Stefano (Domenicali, topman van rechtenhouder Liberty) echt waanzinnig. Zeker nu hij er zit zitten we echt wel volledig op één lijn in hoe we kijken naar de sport en ook wat we belangrijk vinden voor de fans. Dus ik ben zeker met Stefano heel erg blij en ik denk dat de samenwerking tussen ons team en de Formule 1 heel goed is.”

Je zegt: we zitten op één lijn. Hoe zien jullie de moderne Formule 1 dan?

“Voorheen hebben we wisselende gesprekken gehad, ook met de inmiddels voormalig FIA-president Jean Todt. Er werd gezegd: ‘natuurlijk zijn de fans heel erg belangrijk’. Maar daarnaast zeiden ze: ‘weet je, waarom zou je nog iets extra’s doen want je bent toch al uitverkocht?’ En ik denk dat je nu echt wel ziet, dat er ook veel meer naar de fan engagement wordt gekeken. Hoe zorg je dat mensen een mooie tijd hebben en waar voor hun geld krijgen. Dat vragen ze nu ook veel meer aan de Formule 1-promotors en dat vinden ze bij Liberty net zo belangrijk. Als je bijvoorbeeld kijkt naar Paul Ricard, daar kwam bijna veertig procent van de mensen met een ticket niet eens aan bij het circuit. Bij Stefano kom je daar echt niet mee weg, die kijkt naar de hele sport in zijn geheel. En je ziet ook het resultaat: Formule 1 is nu populairder dan ooit.”

De Dutch GP is wat dat betreft vorig jaar trendsetter geweest met een festival-achtig evenement.

“Ja, de eerste race is natuurlijk bizar goed gegaan. En daarna zijn we een beetje neergezet als de benchmark voor andere circuits.”

Bestaat er een kans dat de Formule 1 teveel doorslaat naar het showelement?

“Ik denk eigenlijk, als je alles nu ziet, dat de dingen die de laatste tijd met de sport zijn gebeurd alleen maar goed zijn. Kijk naar de race in Silverstone, daar doen ze ook heel veel voor de fans. Ik vind dat de Formule 1 in de basis echt goede dingen aan het doen is. Alleen wat er aan de achterkant gebeurt, wat de onderhandelingen zijn over circuits en fees en wat de afspraken zijn, ja, daar kan ik niets zinvols over zeggen.”

Is er in Nederland ruimte voor een tweede Grand Prix?

“De Formule 1 zit bij ons, die exclusiviteit is contractueel vastgelegd. Als wij ermee zouden stoppen, dan is voor iedereen alles weer beschikbaar. Maar we zijn nu vooral gefocust op de komende Grand Prix.”

Voel je trots of emotie als je ziet wat je met de Dutch GP teweeg hebt gebracht, of bekijk je het puur zakelijk?

“Zakelijk gezien hoef je er überhaupt eigenlijk niet over na te denken. Dan ga je niet een Formule 1-race organiseren.”

Omdat het niet rendabel is?

“Ik denk dat wij het op een manier doen, waardoor het zeker rendabel kan zijn. Maar als je gewoon kijkt naar de effort die je erin steekt en als je kijkt naar de risico’s die je loopt, is dat niet een zakelijke beslissing. Dan kan je beter je tijd ergens anders in stoppen. Maar ik vind het wel een van de gaafste dingen die we met het hele team hebben gedaan. Omdat we het, denk ik, grootste sportevenement wat Nederland naar zich toe kan trekken, kunnen organiseren.”  

Want het leek onmogelijk.

“Ja, maar het momentum met Max is bizar. We hebben in Nederland nog nooit zo’n talent gehad. En ongeacht dat hij nu wereldkampioen is, of destijds voor het wereldkampioenschap kon gaan, een Grand Prix Formule 1 is wel het grootste evenement dat je in Nederland als sport kan krijgen. Ik denk ook dat het gewoon heel goed voor Nederland is en ik vind het gaaf dat we dit hebben mogen doen.”

Toch enige trots.

“Nou, ja, goed, in zekere mate ben ik trots, maar ik ben vooral trots op het hele team dat dit gewoon allemaal heeft gedaan. Ik vind het in die zin heel mooi dat het ons gelukt is.”

Kun je in zo’n weekend genieten van wat er allemaal gebeurt?

“Dat weekend zeker niet, ik vond het heel stressvol. De spanning van zo’n heel evenement, je weet dat iedereen er naar kijkt. Achteraf is alles en iedereen dan positief. Maar daarvoor natuurlijk zeker niet. Daar hing heel veel spanning voor mij. Aan de andere kant: het voelt onwerkelijk als je die Formule 1-trucks allemaal voor het eerst op de baan ziet staan. Dat is een genot, want je bent ook gewoon fan.”

Voel je waardering?

“Je merkt dat iedereen het super vond, waanzinnig gaaf. Ook door de energie die er was. De mensen die ik zelf sprak, vonden het helemaal top. Maar dat is natuurlijk niet de reden waarom je het doet.”

We vragen het ook omdat, laten we eerlijk zijn, niet iedereen in Nederland een even groot fan van jou of racen is.

“Mensen die geen fan zijn hoor je vaak en de mensen die heel erg fan of positief zijn, hoor je wat minder. Maar ik denk wel dat iedereen die er was, de mensen die ik gesproken heb, ervan hebben genoten. En die waarderen het heel erg. En wanneer ik Formule 1-fans tegenkom, hoor ik alleen maar hoe blij ze zijn dat we ook in Nederland een race hebben. Dus in die zin, onder Formule 1 fans, hoor ik nooit negatieve geluiden. Ik doe het ook niet voor de waardering, ben zelf fan. Ik vind het heel gaaf dat we een Grand Prix in Nederland hebben en ik vind het gaaf dat we Max hebben. Natuurlijk geeft het ook energie als je ziet dat de mensen die er waren er zo van genoten. Je zag het in de kijkcijfers van de Formule 1, die nog nooit zo hoog waren geweest. Je zag dat in Nederland de algehele waardering dat we een race hadden gehad, hoog was. En daarna zag je ook alleen maar positieve krantenartikelen. Dus dat is mooi.”


Nu in de winkel en digitaal te bestellen (met gratis bezorging in Nederland): ons dubbeldikke zomerpakket met reguliere editie & de Dutch GP Special! Met tussenrapport Tom Coronel, interview Max Verstappen en hoe koning Willem-Alexander in het geheim leerde racen!