Met vier crashes, veel schade, vraagtekens en nog steeds puntloos vertrekt Aston Martin in 2022 uit Melbourne. Een jaar later heeft zich er mede door Fernando Alonso, bij de Australische GP derde na een hectische race, een renaissance voltrokken. “Ik wist vanaf het eerste moment dat hij speciaal is.”
Na de derde plaats in Jeddah, zijn honderdste podiumplaats in de Formule 1, wordt hij hartstochtelijk toegezongen door het voltallige teampersoneel. In Melbourne is het twee weken later niet anders. Fernando Alonso (41) straalt op het podium zoals hij jaren niet heeft gedaan. Na anonieme en frustrerende exercities bij Ferrari, McLaren en Alpine heeft hij ditmaal wel op het juiste paard gewed. “Geef Fernando het vertrouwen en je krijgt 110 procent van hem”, stelt Paul Stoddart, voormalig teambaas van Minardi en de man die de Spanjaard bij zijn Formule 1-debuut in 2001 Down Under aan de wereld voorstelde.
Lawrence Stroll, de puissant rijke eigenaar van Aston Martins F1-team, heeft de veteraan uit Oviedo een nieuw raceleven geboden. Het zoveelste. De miljardair hoeft zich geen twee keer te bedenken wie Sebastian Vettel bij Aston Martin zou moeten opvolgen als de viervoudig wereldkampioen hartje zomer in Boedapest zijn racepensioen aankondigt. Alonso’s ervaring, vaardigheden en technische kennis zijn precies wat Stroll voor zijn team zoekt en ook nodig heeft om de oneindige ambities verder gestalte te geven.
Met een verleidelijk salaris, dito bonusregeling en het vooruitzicht op een potente bolide weet Alonso niet hoe snel hij op 1 augustus 2022 zijn handtekening onder het contract moet zetten. Een buitenkansje met meer perspectief dan bij Alpine, gelooft hij. Het aftellen naar de nieuwe klus begint direct. Voor veel volgers komt de transfer als een grote verrassing. Niet voor Stoddart. Minardi’s oud-teambaas vindt het, zegt hij op het terras voor het mediacentrum in Albert Park met de onafscheidelijke sigaret in de mond, ‘een meesterlijke zet’ van Stroll.
Belangrijkste bezit
“Ik herinner me nog dat Fernando bij Minardi binnenkwam. Hij was meteen ons belangrijkste bezit”, stelt Stoddart. “Ik wist vanaf het eerste moment dat ik Fernando zag rijden dat hij speciaal is. In 2000 raceten we (juniorteam van Arrows, red) in de Formule 3000 tegen hem in Spa. Hij reed daar in de regen als een toekomstig wereldkampioen”, herinnert Stoddart zich. “Zo goed. Het was voor mij een no brainer hem het jaar erop een racestoeltje bij Minardi in de Formule 1 te geven.”
Op weg naar zijn debuut in Melbourne leert Stoddart de jonge Spanjaard pas echt goed kennen. Ook als mens. Alonso barst van ambitie, is ultracompetitief en leergierig. Andere punten die de Australische teambaas meteen opvallen: zijn technische kennis en ijver. “We hadden in 2001, nadat ik Minardi had gekocht, zes weken en drie dagen de tijd de PS01 klaar te krijgen voor de Australische GP. Ik weet nog dat we in Faenza (de Italiaanse thuisbasis van Minardi, red) met het hele team in een basic en heel goedkoop hotel zaten, het Cavallino. De monteurs, engineers, Fernando en ik, we sliepen er allemaal. Fernando hielp daar gewoon mee met het bouwen van de auto. Niet alleen overdag, ook ’s avonds. Vervolgens stapte hij bij zijn debuut in Melbourne in de auto en werd twaalfde.” Stoddart lacht: “Alleen door zijn talent leek het alsof de PS01 nog een redelijk goede auto was.”
Bij Aston Martin lijkt de geschiedenis zich bijna een kwart eeuw later te herhalen. Vraag een willekeurige teammedewerker naar Alonso en de loftuitingen stapelen zich op. De Spanjaard heeft nieuwe energie gebracht, zo klinkt het. In tegenstelling tot Vettel heeft hij oog voor iedereen in het team, niet alleen voor de topmensen en engineers. ‘Fernando komt niet binnen, doet zijn werk en vertrekt dan weer’, vertelt een werknemer. De sfeer is, zo verduidelijken werknemers, in jaren niet zo ontspannen geweest. Alonso vergeet onderweg niemand, weet natuurlijk hoe hij een team naar zijn hand moet zetten. Bij Ferrari verdeelde hij naar verluidt een deel van zijn winstpremie onder monteurs.
Ook bij zijn nieuwe werkgever heeft hij snel veel harten veroverd. Alonso is de leider, de veteraan die Strolls zoon Lance kan gidsen bij zijn ontwikkeling. Onlangs noemde hij Lance Stroll ‘een toekomstig wereldkampioen’. Er werd her en der wat besmuikt om gelachen. Voorlopig is hij zijn teamgenoot op alle fronten de baas. Ook in Melbourne is Alonso de bovenliggende partij, beklimt na een strakke kwalificatie (‘de beste van dit jaar’) voor de derde keer dit jaar het rostrum. Hij voelt zich daar thuis in het gezelschap van twee collega-wereldkampioenen, Verstappen en Hamilton.
Goede voorbeeld
“Fernando leidt het team door zelf het goede voorbeeld te geven”, erkent Mike Krack. Aston Martins teambaas is verguld met wat de komst van de Spaanse matador teweeg heeft gebracht. “Een jaar geleden hadden we het hier heel moeilijk: de auto was langzaam, de coureurs waren het vertrouwen erin kwijt. Er was één manier om hieruit te komen en dat was door elkaar te blijven steunen.” Dat gebeurde volgens Krack. “En kijk waar we nu staan… Dit laat zien hoe snel dingen in de Formule 1 kunnen gaan.”
Alonso speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van middenmoter naar subtopper, verduidelijkt Krack. “Hij heeft veel energie en positivisme in het team gebracht. Fernando is er altijd vroeg, werkt keihard en dat ziet iedereen. Het geeft ons allemaal als het ware extra motivatie. Zijn grote verlangen om succesvol te zijn, competitief te zijn en dingen goed te doen, maken hem zo bijzonder.”
Het zijn allemaal kenmerken die Stoddart direct herkent. De Australiër heeft ook nog een advies. “Als Aston Martin Fernando het team laat leiden, dan gaan er grote dingen gebeuren. Dat zie je nu ook al. Want zo is Fernando: als je hem het vertrouwen geeft, krijg je 110 procent van hem. Doe je dat niet, dan krijg je ook niets.” Daar weten ze bij McLaren alles van. In de jaren dat Honda er motorleverancier was, brandde hij de Japanse firma in het openbaar geregeld af. Alonso heeft de reputatie een intrigant te zijn. Hij hoeft, zo zei hij eens, ‘niet de nummer 1 in een team te zijn, maar wil ook niet de nummer 2 zijn’.
Een bedrijfsrisico? Misschien wel. Maar dat moet je op de koop toenemen, vindt Johnny Herbert. “Ik denk dat Alonso de ontbrekende schakel voor Lawrence was. Dan Fallows (ontwerper van Aston Martins AMR23, red) heeft het team op technisch gebied veel gebracht. Maar je hebt ook input van coureurs nodig om een auto verder te ontwikkelen”, weet de Britse drievoudig GP-winnaar. “En daarin is Fernando erg goed, dat misten ze waarschijnlijk nog. Hij is een perfectionist, zal een team altijd tot het uiterste dwingen. Dat is topsporters eigen.”
Technisch brein
“Fernando is niet alleen een uitzonderlijke coureur, dat weten we inmiddels wel, maar hij heeft daarnaast ook een technisch brein”, vult Stoddart aan. “Het maakt hem nog specialer. Iedereen zal je vertellen dat Formule 1 een teamsport is. Dat klopt. Maar in de top heb je ook een goede coureur nodig. Iemand die je de juiste feedback geeft over hoe de auto zich gedraagt, je vertelt waar de problemen zitten, die kan analyseren, zeggen wat hij voelt en dat vervolgens ook kan vertalen naar het team. Er zijn maar een paar jongens die dat kunnen, Fernando is daar eentje van. Als je naar zulke coureurs luistert, krijg je resultaat.”
Leeftijd is daarbij, verzekert Stoddart, van ondergeschikt belang. “Fernando is nu 41, maar de tijd heeft geen vat op hem als coureur gekregen. Er zit, verwacht ik, nog zeker vier jaar Formule 1 voor hem in de tank. Hij is heel compleet: geef hem de juiste wapens en je krijgt meer dan je verwacht. Of hij nog een keer wereldkampioen kan worden? Hij heeft nu twee titels, maar dat hadden er minimaal vier moeten zijn. In een goede auto”, besluit Stoddart, “kan hij wereldkampioen worden. Kijk, Fernando is niet stom. Ik denk niet dat hij verwacht dit jaar wereldkampioen te worden. Maar aan zijn motivatie zal het niet liggen. Hij is een van de weinigen die Max Verstappen zou kunnen uitdagen.”
De nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine ligt nu in de winkel. In deze extra dikke Classic Special boeiende verhalen, interessante reportages, achtergronden en interviews over 100 jaar Grand Prix-racing. Met onder meer:
- De allereerste overwinning van Ayrton Senna
- Het Formule 1-avontuur van Jan Lammers
- James Hunt: de laatste playboy racer
- Reportage: bad boys in de Formule 1
- Exclusief interview met Jacky Ickx
- Foto’s: De mooiste liveries door de jaren heen
- Reportage: De horrorcrash van Jackie Stewart
- Eregalerij: de mooiste foto’s van de grootste kampioen
Gratis verzending in Nederland!