Luca de Meo redde Renault: ‘Ik ging niet 44 jaar Formule 1-geschiedenis begraven’
Tommy van Thienen
23 maart 2021
De terugkeer van Renault in de Formule 1 was tot nu toe niet wat het Franse team ervan had gehoopt. Vorig jaar overwoog het merk zelfs te stoppen. Luca de Meo, Fernando Alonso en sportwagentak Alpine brachten redding.
In 2020 was Renault 44 jaar actief in de Formule 1. Even leek er geen negende lustrum in te zitten. Financieel zware tijden dreven het merk tot het overwegen de Formule 1-verbintenis te beëindigen en het Alpine Sports-merk als een nachtkaars uit te laten gaan. Maar de nieuwe CEO Luca de Meo had andere plannen en wist Renault weer perspectief te geven voor een toekomst in de autosport. “Ik wilde niet de man zijn die 44 jaar Formule 1-geschiedenis heeft begraven.”
Lees ook: Tom Coronel opnieuw in WTCR: ‘Ik heb nog zeven jaar om wereldkampioen te worden’
“Marketingtechnisch is de Formule 1 is van onschatbare waarde”, zegt de 53-jarige Italiaan tegen het Duitse Auto, Motor und Sport. “Als je niet onderaan het veld staat”, voegt hij daar wel aan toe. De Meo denkt dat als Alpine dezelfde naamsbekendheid wil vergaren door ouderwetse adverteren, het evengoed honderden miljoenen euro’s zou moeten investeren.
Bovendien is Formule 1 een enorme kans voor Alpine. “Renault is al 120 jaar een wereldwijd gevestigd merk. We hoeven het niet bekend te maken. Maar we kunnen het imago aanscherpen via Alpine”, denkt De Meo. “Alpine staat niet alleen voor nostalgie, maar ook voor innovatieve techniek”, aldus de CEO. “Iedereen die zich laat gelden in de Formule 1 straalt geloofwaardigheid uit. Voor een sportwagenfabrikant als Alpine is dit een belangrijk onderdeel in het streven om het merk te verkopen als ‘het coolste ding in ons huis’.”
Lees ook: Zit Russell in 2022 in een Mercedes? ‘Verwacht rond de zomerstop duidelijkheid’
De Meo wil Alpine een merk maken dat in 2025 zelfvoorzienend binnen en buiten de F1 is en moederbedrijf Renault echt iets gaat opleveren. De Meo heeft in ieder geval genoeg ervaring: “Ik heb het voor elkaar gekregen bij Fiat met Abarth en bij Audi met Audi Sport.” Aan visie ontbreekt het vooralsnog ook niet: “Met alle bescheidenheid zie ik Alpine als een combinatie van een mini-Ferrari en een mini-Tesla.”
Om de beoogde kostenneutraliteit te bereiken moet de Formule 1 ook meewerken. De Meo dringt daarom vaak aan op kostenbesparende maatregelen vanuit de organisatie: “Het budgetplafond was slechts de eerste stap in de richting van kostenreductie. Er moet meer volgen. Tegelijkertijd moet de Formule 1 dé plek blijven voor innovaties, een drager van milieuvriendelijke technologieën. We hebben een evenwicht tussen de twee nodig.”
Met hulp van de vedette Fernando Alonso, wil het team ieder jaar wat beter worden. “Zijn ervaring, talent en ambitie moeten ons helpen groeien”. Alonso werd in 2005 en 2006 wereldkampioen met Renault, maar zijn rol is nu anders dan vijftien jaar geleden. “Hij is eigenlijk onze peetvader. Het is onze taak om hem de best mogelijke auto te geven”, aldus de Meo.
Lees ook: Wolff vreest dat Mercedes met de W12 weer ‘een kleine diva’ heeft
Het team van Alpine was direct onder de indruk van Alonso: “Het kostte Fernando tien ronden om de limiet te bereiken. Toen stapte hij uit de auto en vertelde ons: ‘dit werkt niet, dat moet beter worden’.” Maar Alonso gaat Alpine niet plotseling in 2021 kampioen maken, weet de Meo ook wel. “We kunnen er niet van uitgaan dat we onmiddellijk zullen winnen of de reeks zullen domineren. Onze grote uitdaging begint met het seizoen 2022, wanneer alles op nul wordt gezet.”