Magnussen: ‘Haas past me beter dan McLaren en Renault’

Kevin Magnussen denkt dat hij beter bij zijn nieuwe team Haas past dan bij McLaren en Renault, de twee vorige teams waar hij deel van uitmaakte.

“Haas voelt als een compleet ander team dan McLaren en Renault”, vertelt Magnussen aan het Deense dagblad BT. “Het past denk ik ook veel beter bij me.”

Magnussen, die in 2014 voor McLaren racete en in 2015 testcoureur bij dat team was, alvorens in 2016 voor Renault te rijden, denkt dat hij ‘pech’ heeft gehad dat het bij die teams in die jaren ‘wat rommelig was qua management en teamleiding’.

“Bij Haas is het wat dat betreft veel overzichtelijker”, zegt hij over zijn nieuwe team. “Günther Steiner is de teambaas en Gene Haas de eigenaar, maar het zijn allebei echte racers die in de Formule 1 zitten omdat ze dol zijn op de sport. Niet omdat ze naam willen maken of geld verdienen. Dat past goed bij me, want ik ben ook zo.”

Magnussen heeft eerder ook al eens aangegeven dat hij weinig heeft met de politieke spelletje in de F1. Vreemd is dat ook niet. Zo is bekend dat de toenmalige McLaren-topman Ron Dennis eind 2014 liever met Magnussen verder wilde dan met zijn teamgenoot Jenson Button, maar het bestuur van het team koos voor Button. Een jaar later werd Magnussen vervolgens in een e-mail door diezelfde Dennis bedankt voor het aanblijven als testcoureur, maar ook gelijk verteld dat zijn diensten verder niet meer nodig zouden zijn.

Waar Magnussen verder blij mee is, vertelt hij, is dat hij bij Haas minder sponsorverplichtingen heeft dan bij Renault. “Dat leidt af van het racen en gaat ook weer van je trainingstijd af.” Volgens de Deen maakt dat zowel het focussen als trainen en in vorm blijven er niet makkelijker op. “Dus ik ben happy met hoe het bij Haas gaat.”

Nog kort terugblikkend op 2016 erkent Magnussen dat hij ’te hoge verwachtingen had’ van zijn jaar met Renault. “Ik wist dat het geen makkelijk seizoen zou worden, na de late overname van Lotus. Maar je droomt, onvermijdelijk, natuurlijk toch van podiumplekken. Ik heb denk ik iets te veel gedroomd.”