Daan de Geus
3 december 2013
Kevin Magnussen maakt in 2014 zijn debuut in de Formule 1 bij topteam McLaren. Dat brengt verwachtingen met zich mee, maar de Deen heeft er vertrouwen in die te kunnen waarmaken. ‘Lewis Hamilton heeft bewezen dat het kan.’
In een vraag-antwoord gesprek met Formule 1-fans op Twitter laat Magnussen blijken dat hij niet bang is voor de hoge verwachtingen die een debuutseizoen bij een topteam met zich meebrengen.
Gevraagd door een fan of hij denkt het debuutseizoen van Lewis Hamilton – die zijn Formule 1-loopbaan in 2007 bij McLaren begon en in zijn eerste jaar gelijk om de titel vocht – als referentie te kunnen gebruiken voor wat mogelijk is, antwoordt Magnussen dat hij Hamiltons debuutjaar als ‘bewijs’ ziet ‘dat debuteren bij een team als McLaren goed mogelijk is’.
“Dat is uiteraard erg positief, al is Lewis natuurlijk ook een fantastische coureur”, voegt Magnussen – die met zijn 21 jaar bij zijn debuut overigens een jaar jonger zal zijn dan Hamilton was toen hij zijn eerste race reed – daar nog aan toe.
In tegenstelling tot Hamilton komt Magnussen overigens niet met een GP2-titel, maar met een Formule Renault 3.5-kampioenschap op zak naar de Formule 1. Het behalen van die titel én het verkrijgen van een zitje bij McLaren noemt hij als de hoogtepunten uit zijn carrière tot nu toe, waarbij hij aangeeft het instappen bij McLaren en in de Formule 1 als ‘een grote uitdaging’ te zien.
Magnussen weet dat beginnen bij een illuster team als McLaren druk met zich meebrengt om gelijk goed te presteren. Dat zijn vader Jan eveneens debuteerde bij McLaren, zorgt volgens de jongeling daarbij niet voor extra druk: “Ik voel druk omdat McLaren een topteam is en ze resultaat verwachten, maar ik voel geen extra druk omdat mijn vader voor McLaren heeft geracet”, luidt zijn antwoord desgevraagd.
De aanstaande debutant geeft verder aan dat hij verwacht veel te leren van zijn teamgenoot Jenson Button, de meest ervaren coureur op de grid. “Hij heeft enorm veel ervaring en ik zie er naar uit met hem samen te werken en van hem te leren. Ik ga het meeste van die mogelijkheid maken.”