“Ik ben enorm blij. Deze kwalificatie is verreden onder verraderlijke omstandigheden. Niet alleen het weer maakte het moeilijk maar het feit dat ik me moest kwalificeren op banden waar ik nog nooit eerder op gereden heb, maakte het erg lastig. Ik ben enorm blij met de vierde plaats. Ik denk niet dat ik voor veel meer had kunnen vragen. Morgen punten pakken, is het volgende doel,” aldus Magnussen.
“Ik kijk er enorm naar uit. Mijn eerste race in de Formule 1. Ik start hier vanaf de tweede startrij, met het team waar ik al mijn hele leven van droomde om voor te racen. Het is geweldig en ik kan niet wachten.”
Hij noemt het een enorme uitdaging. “Het mooie is dat de auto eigenlijk ontzettend goed is en geen verrassingen herbergt. Je kan er echt van genieten om mee te rijden. Het team heeft fantastisch werk geleverd om me hierop voor te bereiden. Ik heb in mijn hele leven vijf dagen in een Formule 1-auto gereden, misschien zes, en hier sta ik dan tijdens mijn debuutrace met een topteam op de tweede startrij.”
Ondanks zijn enorme enthousiasme is Magnussen met weinig verwachtingen naar Melbourne afgereisd. “Ik ben hier naar toe gekomen met het idee om mijn best te doen en te zien waar ik daarmee zou eindigen. Ik weet wat ik kan. Het zijn verraderlijke omstandigheden dus je moet voorzichtig zijn en niet te veel verwachten. Daarnaast is het belangrijk om te genieten en gewoon je uiterste best te doen.”
Jenson Button
Waar Magnussen indruk maakte met de vierde tijd, viel zijn McLaren-collega Jenson Button tegen met de elfde. Hoewel Button door de gridstraf van Valtteri Bottas opschuift naar de tiende startplek, kan hij niet tevreden zijn.
“Ik ben enorm teleurgesteld”, geeft Button toe voor de camera’s van Sky Sports F1. “Mijn voorlaatste ronde was goed. Ik was er op dat moment zelfs de snelste man op de baan mee, maar tijdens mijn laatste poging moest ik helaas van het gas vanwege de gele vlag die uithing. Ik verloor daardoor veel tijd. Het is zo zuur, dat ik nu nog niet eens aan de race van morgen wil denken”, aldus de Brit.
