Jan van der Burgt
21 november 2014
Kevin Magnussen bracht zijn McLaren naar een verdienstelijke derde tijd op de vrijdag in Abu Dhabi. Jenson Button ging het wat minder voor de wind. De Brit moest wat obstakels overwinnen om op gang te komen.
Kevin Magnussen, de jonge Deen die hoopt volgend jaar een vervolg te kunnen geven aan zijn McLaren-campagne, gaf zijn visitekaartje af tijdens de tweede vrije training. Een derde tijd achter het Mercedes-duo een mooie opsteker. Magnussen is dan ook tevreden over zijn eigen optreden en de effectiviteit van de nieuw meegebrachte voorvleugel: “Hij voelt heel anders aan dan het vorige exemplaar en dat is positief. Het geeft ons een idee van welke richting we uit moeten voor de toekomst.”
“Ik kijk uit naar de race van zondag. De superzachte compound is overigens wel erg zacht. Daar moet je heel voorzichtig mee omspringen, wil je hem een hele stint werkend houden. Wat dat betreft zit er een groot verschil in slijtage tussen de twee compounds. Hoewel we er nu goed bij lijken te staan met de derde tijd, is het niet vanzelfsprekend dat we ook morgen om een plekje op de tweede rij kunnen knokken. Vaak weten de andere teams ’s nachts net iets meer snelheid te vinden dan wij.”
Jenson Button had het een stuk moeilijker dan zijn jonge teamgenoot. Hij kreeg achtereenvolgens problemen aan de achterwielophanging, aan het hydraulische systeem en binnenin de cockpit te verwerken. “Ik ben er behoorlijk druk mee geweest. Door al die extra werkzaamheden hebben we ons niet echt kunnen richten op het perfectioneren van de afstelling.”
“Over een enkele ronden lijkt de auto echter prima te functioneren. Ik durf alleen niet te stellen dat dat morgen ook het geval zal zijn. We moeten sowieso meer duidelijkheid zien te krijgen over hoe de banden zich ontwikkelen tijdens de lange runs. Kortom, we hebben nog een lange nacht voor de boeg.”