Kevin Magnussen is ‘vergeten te genieten’ van zijn koppositie in de sprintrace in Brazilië. De Haas-coureur is uiteindelijk tevreden met zijn achtste plek nadat hij voor het eerst in zijn carrière de poleposition veroverde.
Onder de verraderlijke omstandigheden in de kwalificatie op vrijdag was Magnussen verrassend genoeg de snelste op de baan, waardoor hij zijn eerste poleposition op zijn naam schreef. Op het droge Autódromo José Carlos Pace kon Magnussen echter niet verrassen in de sprintrace: hij maakte het de snellere coureurs niet lastig en nam genoegen met de achtste plek én het laatste puntje.
“Het ging bijna net zo goed als we hadden kunnen hopen”, blikt Magnussen terug op de sprintrace. “Het tempo was niet goed genoeg om Norris achter ons te houden, hij was iets te snel. Ik had nog steeds een goed tempo en ging een paar ronden aan de leiding nadat ik voor het eerst van poleposition vertrok, dat was geweldig.”
Lees ook: Exclusief interview Kevin Magnussen: ‘Qua racen ben ik een extremist’
Toch had Magnussen er niet helemaal de tijd voor om dat te waarderen. “Ik was vergeten er echt van te genieten”, legt de Deen uit. “Ik moest op de banden letten en probeerde in het ritme te komen, dus ik stond er niet echt bij stil. Maar het was mijn doel om zevende of achtste te worden, dus ik lette vooral op de banden. Ik wist dat de jongens achter mij me zouden inhalen dus ik wilde vooral zo min mogelijk tijd verliezen om zo alsnog zo hoog mogelijk te eindigen.”
Magnussen geeft aan dat Haas niet te veel van de sprintrace verwacht had. “We hielden onszelf niet voor de gek. We wisten dat we die eerste plaats onder droge omstandigheden niet konden vasthouden. Heel misschien als de omstandigheden hetzelfde waren als vrijdag, toen het erop leek dat we de snelste auto hadden. Maar op een droge baan wist ik dat we wat meer naar achteren zouden vallen, tot de zevende of achtste plek”, heeft de Haas-coureur vrede met de achtste plek.