Manor heeft zich voor het eerst rechtstreeks op basis van haar optreden op zaterdag met twee auto’s gekwalificeerd. Will Stevens was negentiende, Roberto Merhi twintigste en laatste.

Nadat Manor in Australië niet de baan op kwam en de formatie het in Maleisië van dispensatie van de FIA moest hebben om alleen Merhi op de grid te krijgen – wegens problemen bij Stevens – is dat een hele opsteker voor het kleine team.

“Het voelt heel lekker dat we nog steeds progressie maken en een stijgende lijn te pakken hebben”, meldt Stevens. “Ik heb voor de kwalificatie drie probleemloze vrije trainingen gehad en dat heeft enorm geholpen om in een ritme te komen en een goede set-up te vinden.”

“Mijn auto voelde dan ook goed aan in de kwalificatie en ik ben tevreden over mijn rondje. Ik kan niet wachten om zondag mijn eerste race van het jaar te rijden en ik hoop dat het daarbij ook een probleemloze Grand Prix voor ons wordt, zodat ik hem kan uitrijden en het team verder vooruit kan helpen.”

Merhi
Merhi was acht tienden trager dan Stevens en is dus ‘een beetje teleurgesteld’ met hoe het hem verging. “Maar voor het team is dit een mooi resultaat”, weet de Spanjaard, die naar problemen aan zijn kant van de garage wijst als reden voor het feit dat hij op achterstand staat: “Er ging in VT3 het één en ander mis met de elektronica, waardoor ik voor de kwalificatie geen echte vliegende ronde heb kunnen oefenen”, legt hij uit.

Voor zondag hoopt Merhi net als Stevens de vlag te halen. Hij verwacht daarbij dat het beter gaat dan vandaag. “We boeken het hele weekend al gestaag progressie, dus er is ook geen reden om aan te nemen dat dit van vandaag op morgen niet zou lukken.”