Daan de Geus
9 april 2014
Red Bull-kopstuk Helmut Marko erkent dat het team van de energiedrankproducent een forse achterstand heeft op Mercedes, maar denkt dat het aan het begin van het Europese seizoen sterk zal zijn.
Marko baseert dat vertrouwen op de karakteristieken van het Circuit de Catalunya in Spanje en de omloop door de straten van Monte Carlo. “Aangezien dit circuits zijn waar het chassis in plaats van de motor de doorslag geeft, verwacht ik daar toch aansluiting te kunnen vinden bij Mercedes”, zo wijst hij op ServusTV op de sterke en zwakke punten van de Renault-aangedreven Red Bull RB10.
De Renault V6-krachtbron is namelijk relatief zwak, maar met de aerodynamica van Red Bulls bolide zit het wel snor, weet Marko, net zoals coureur Sebastian Vettel dit afgelopen weekend ook al aanhaalde: “In de bochten is onze auto echt heel sterk, maar op de rechte stukken verliezen we enorm veel.”
Hoewel Renault hard aan het werk is om haar krachtbron te verbeteren, beseft Marko dat dit niet van de ene op de andere dag zal geschieden. “Het is niet zo dat je even met een toverstokje zwaait en alle problemen opgelost zijn.”
Helaas voor Red Bull, Vettel en Marko volgt er voor de races in Europa dan ook eerst nog – over anderhalve week – een Grand Prix in China. “Dat is net als Bahrein een baan met lange rechte stukken waar de nadruk op motorvermogen ligt, dus het wordt ook daar een moeilijk verhaal”, weet de Oostenrijker, die Vettel en teamgenoot Daniel Ricciardo afgelopen weekend als zesde en vierde zag eindigen.
Volgens Rob Marshall, de chef-ontwerper van de RB10, kan Red Bull echter niet anders dan wachten tot Renault de motor heeft verbeterd. “Om een aantal issues te verhelpen zijn nieuwe onderdelen nodig en het kost simpelweg tijd die te produceren”, legt hij uit aan Motorsport-Total.
Marshall moet echter toegeven dat Renault niet de enige is die er voor heeft gezorgd dat Red Bull haar dominante positie heeft verloren. “Ook bij ons zijn tijdens de tests enige verbeterpunten aan het licht gekomen. En hoewel de RB10 qua aerodynamische performance onze verwachtingen overtreft, staan we pas aan het begin van de ontwikkeling en moeten we alles nog optimaliseren, al heeft de motor nu natuurlijk prioriteit.”