McLaren is er voor de derde keer op rij niet in geslaagd uit Q1 te komen. Coureurs Fernando Alonso en Jenson Button hebben desondanks genoeg positiefs te melden.

Alonso, achttiende, bespeurt namelijk nog altijd vooruitgang. “We staan waar we staan en het moet natuurlijk beter, maar we gaan vooruit en ik denk dat we dit weekend weer een grote stap in de juiste richting hebben gezet. In Maleisië lagen we immers nog zo’n drie seconden achter, maar nu is onze achterstand op de jongens vooraan nog maar een seconde of twee”, haalt Alonso aan in gesprek met Motorsport.com, verwijzend naar de Q1-tijden.

In Maleisië waren Alonso en Button feitelijk gezien overigens 2.3 á 2.4 seconden langzamer, terwijl beide coureurs in China een achterstand van 1.7 seconde hadden. Button was daarbij met een verschil van vier duizendsten net de snellere van de twee, waarbij de Engelsman op zijn beurt slechts zes honderdsten achter de nummer zestien zat, Force India-coureur Nico Hülkenberg.

“De auto voelde eigenlijk niet slecht aan”, vertelt Button aan de BBC. “Het is wel apart om mee te maken dat je over een auto beschikt die goed voelt, maar qua rondetijd toch te kort komt. We hebben dit weekend weer waardevolle vooruitgang gemaakt, maar wat de kwalificatie betreft is dit het nou eenmaal voor ons.”

“Ik hoop dat we morgen weer kunnen vechten met de jongens die voor ons op de grid staan, al had ik eigenlijk gehoopt dat vandaag al meer te doen”, besluit Button, terwijl teamgenoot Alonso de hoop uitspreekt in de eerste plaats de finish te halen: “In Maleisië vielen we allebei uit, dus de finish halen zou op zich al een beloning voor als ons harde werk zijn, waarbij we door de race uit te rijden dan natuurlijk ook weer veel opsteken”, aldus Alonso.