Bij McLaren is men hevig teleurgesteld in de de uitkomst van de Australische kwalificatie. Natuurlijk wist men dat het verschrikkelijk moeilijk ging worden, maar daardoor doet het niet minder pijn.

McLaren bezet met beide auto’s de negende en laatste startrij. Dat is natuurlijk niet waar het grote McLaren hoort te staan, maar Jenson Button had er al rekening mee gehouden: “Dit komt niet als een verrassing. We wisten dat de pure snelheid ontbreekt en dat we niet competitief zouden zijn.”

Hoewel het verleidelijk is om bij de pakken neer te zitten, houdt Jenson Button vast aan enkele positieve punten: “Ik weet dat de wagen vooralsnog langzaam is, maar hij voelt helemaal niet zo verkeerd aan. Bovendien leren we ronde na ronde bij. Ik vind het bewonderenswaardig hoe we dit weekend tot nu elk probleem hebben weten te tackelen.”

“Natuurlijk is er nog een hele hoop werk te doen, zowel op motorisch vlak als op het aerodynamische vlak, maar deze auto is heel belangrijk voor de toekomst van McLaren. De zeer nabije toekomst, de race van morgen, wordt een verdraaid lastige. We zijn in de winter nog niet in staat gebleken om meer dan twaalf ronden aan een stuk te rijden, dus we kunnen niet anders dan ons stinkende best doen en heel veel proberen op te steken.”

Kevin Magnussen
Gelegenheidsteamgenoot Kevin Magnussen staat één plekje achter Button en is daarmee de hekkensluiter, Manor niet meegerekend. De Deen geeft aan nog wel tevreden te zijn met zijn eerste run in Q1, maar tijdens zijn tweede run stak een klein probleem met de motor de kop op. Magnussen blijft er nuchter onder: “We hadden sowieso een klein wonder nodig gehad om door te kunnen naar Q2.”

“We hoeven ons morgen niet te richten op een plek bij de eerste tien, dat zou volkomen onrealistisch zijn. Het zou eigenlijk al geweldig zijn als we de finish zouden zien en zo niet, dan hebben we nog steeds enkele belangrijke lessen geleerd hier in Australië. Natuurlijk staan we niet waar we willen, maar we blijven gefocust.”