Rinus ‘VeeKay’ van Kalmthout is ‘heel, heel happy’ met zijn kwalificatie voor de Indy 500, die hij volgende week zondag vanaf de derde plek – en de eerste rij – mag beginnen. Zijn vier rondjes over de befaamde Brickyard in Indianapolis waren speciaal, vertelt hij, net als alles eromheen.
“Je voelt je met het publiek erbij op de Indianapolis Motor Speedway echt een rockster als Indycar-coureur”, erkent Van Kalmthout (20) die ook een steroptreden gaf in pas zijn tweede kwalificatie voor The Greatest Spectacle in Racing, de Indy 500. “Ik hoorde het publiek niet toen ik mijn eerste rondje deed”, vertelt de coureur van het kleine ECR, die de 2.5 mijl over de Speedway op dat moment met 232.323 mijl op de teller het snelst had afgelegd. “Toen ik uitstapte, hoorde ik echter hoe geweldig het publiek was. Dat gevoel dat ik ervan kreeg, was meer dan kippenvel.”
Lees ook: Indycar: Van Kalmthout pakt met P3 startplek op eerste rij voor Indy 500
Het is voor Van Kalmthout ook een nieuwe gewaarwording. Hoewel hij vorig jaar zijn eerste Indy 500 afwerkte, was dat vanwege alle coronarestricties zonder publiek. Zo stampvol als normaal zitten de tribunes nog steeds niet, maar ze zijn wel gezond gevuld. Tijdens zijn kwalificatie-run waren alle ogen natuurlijk vier ronden lang op de Hoofddorper gericht, die uiteindelijk een gemiddelde van 231.511 mijl per uur liet noteren. Op dat moment het snelst, al gingen Colton Herta en Scott Dixon later nóg harder, met Dixon die de pole pakte.
Op de limiet
“Ik ben echter heel, heel happy met mijn rondjes”, vertelt Van Kalmthout. “Ze waren op de limiet, het kon echt niet sneller.” Dat bleek ook wel, want de Nederlander had nog even een momentje waarop de auto bijna ‘loskwam’ toen hij in zijn vierde ronde bocht één indook. “Ik hield het gas gewoon naar beneden. Ik had eigenlijk misschien moeten liften, maar ja”, lacht de sowieso goedlachse Nederlander, die zich duidelijk goed voelt op ‘IMS’ – zowel in de auto als persoonlijk. “De auto was heel sterk in de kwalificatie, en”, verklapt hij, “ook in de race-trim.”
(tekst loopt door onder de foto)
De race is natuurlijk volgende week zondag pas, 30 mei. De races der races, met volgende week alweer editie nummer 105. In die lange geschiedenis kwam er aan het eind van de vijfhonderd mijl twee keer een Nederlander als winnaar over de streep. Beide keren (1990 en 1997) was dat Arie Luyendyk, vandaag de dag racesteward in de Indycars én adviseur van Van Kalmthout. “Arie vertelde me: ‘ik had vijf jaar nodig om een plek op de eerste rij te pakken, en de eerste keer dat ik als derde begon, won ik hem’.” Dat klinkt haast voorbestemd.
Bijgelovig
Dat Van Kalmthout in de voetsporen van Luyendyk wil volgen, laat zich raden. “We kunnen vanaf deze startplek voor de zege gaan”, klinkt vol zelfvertrouwen, maar zonder arrogantie. Dan zal volgende week zondag tweehonderd ronden lang alles goed moeten gaan. En ook daarvoor. Want: Van Kalmthout is ‘heel bijgelovig’. “Mijn trainer Raun Grobben vroeg me vanochtend: ‘wat wil je doen vandaag?’ Ik zei: ‘Niks anders dan gisteren’, want toen haalde ik immers de Fast Nine (shootout voor pole, red.). Hij keek me wel een beetje vreemd aan, maar het kwam dus allemaal wel goed uit.”
Lees ook: Indycar: Van Kalmthout door naar Fast Nine-kwalificatie voor Indy 500
Dankzij zijn derde startplek is Van Kalmthout in 105 edities de jongste coureur die vanaf de eerste rij mag vertrekken. “Vorig jaar was ik al de snelste tiener”, grijnst de coureur die inmiddels twintig is, “en nu dus de jongste op de eerste rij. Heel cool. Het is jammer dat ik steeds ouder word – ik moet volgend jaar maar op grijze haren gaan letten! – maar als ik oud word zoals Scott, vind ik dat niet erg”, besluit hij met een blik op Dixon, de veertigjarige veteraan en zesvoudig Indycar-kampioen die dus de pole pakte. “Voor ons voelt dit echter ook al als pole”, aldus de happy Van Kalmthout.