Nu het debat over de testregels voor 2011 weer geopend is, blijkt dat naast de nieuwkomers ook de ‘middenvelders’ terughoudend zijn over het aanpassen van de regels.

Er lijkt zich in de Formule 1 een patstelling te ontwikkelen aangaande de het testreglement voor volgend jaar. Terwijl de topteams – met Ferrari, Red Bull en McLaren voorop – ervoor pleiten het testen weer vrij te geven of in ieder geval een aanzienlijk aantal vaste testdagen in te plannen, proberen de kleinere teams hier een stokje voor te steken.

Van Lotus, HRT en Virgin was al langer bekend dat zij geen voorstander zijn van het afschaffen van het testverbod. Deze teams bevinden zich tegenwoordig echter in aanzienlijk sterker gezelschap, want ook Williams, Force India en Sauber hebben laten weten er weinig heil in te zien veel geld te investeren in een testprogramma.

Volgens de drie renstallen uit de gevestigde orde is het niet nodig om het huidige reglement te veranderen en zijn de regels op het moment veel eerlijker dan vroeger, toen er naar hartelust getest mocht worden. 

Zo verklaart Sam Michael, technisch directeur van Williams, tegenover auto motor und sport dat de testrestricties wat hem betreft helpen om de onderlinge verschillen binnen de Formule 1 in te perken. "Het testverbod garandeert dat iedereen gelijke kansen heeft", meent hij.

Ook het team van Sauber laat, bij monde van eigenaar en naamgever Peter Sauber, weten dat het er weinig voor voelt weer door het seizoen heen aan het testen te slaan: "Dan moeten we weer een apart testteam oprichten. Dat is geen uitgave waar wij op zitten te wachten."

Tenslotte pleit ook Force India er voor de huidige restricties in stand houden. "Wij zijn tegen een verandering van de huidige testregels", zegt bestuurslid Otmar Szafnauer, die de stelling onderschrijft dat de Formule 1 eerlijker is geworden door het testverbod.

Als voorbeeld van deze veronderstelling noemt Szafnauer de F-duct. McLaren introduceerde deze bedienbare luchthapper aan het begin van het jaar en sindsdien werkt bijna elk team, met wisselend succes, aan een eigen versie.

"Vroeger hadden de topteams er met hun testteams aan gewerkt en hadden ze het binnen één of twee races aan de praat gekregen", meent Szafnauer. "Inmiddels zijn we echter halverwege het jaar en Red Bull en Ferrari hebben het nog steeds niet heel goed op orde, terwijl ons systeem niet onder doet voor dat van hun. Een dergelijke situatie was onder het vorige reglement ondenkbaar, maar nu er niet getest mag worden, draait het om de kwaliteit van je ingenieurs."

Het argument van de grote teams dat zij eigenlijk helemaal geen geld besparen – omdat ze wat ze niet meer aan testen spenderen tegenwoordig uitgeven aan het gebruiken van simulatieappartuur – gaat volgens Szafnauer bovendien niet op: "Een simulator heb je of heb je niet, maar als je hem niet hebt, kun je ook wel zonder. Iedereen beschikt namelijk over een windtunnel, een testbank en een digitale ontwerpafdeling."

Dat de grote teams graag extra testdagen willen invoeren om zo jonge talenten aan de tand te voelen, is volgens Szafnauer eveneens een drogreden. "Wij geven onze vrijdagsessies op om Paul di Resta te laten rijden. Teams als Red Bull, McLaren en Ferrari kunnen dat ook gewoon doen als ze hun jonge rijders een kans willen geven."