Ook zonder Formule 1 kun je een mooie loopbaan opbouwen in de autosport. En soms brengt dat zelfs de liefde op je pad. GT-coureur Nicky Catsburg en Klaudija Jakaj (F3-teammanager Van Amersfoort Racing) zijn er het voorbeeld van. Over hoe de passie voor racen helpt in een relatie waarin je elkaar soms nauwelijks ziet.
Wie Catsburg en Jakaj spreekt, merkt het meteen: hun beider hart gaat sneller kloppen als het over autosport gaat. Maar ook door én voor elkaar klopt dat hart sneller. Het autosportkoppel, inmiddels enkele jaren bij elkaar, woont samen in Amersfoort. Van daaruit reizen ze voor hun carrières de hele wereld over. Soms ver bij elkaar vandaan, maar in elkaars hart vanzelfsprekend altijd dichtbij.
Zometeen over de Formule 1, maar eerst even over jullie eigen carrières: die gaan goed. Nicky, jij mag jezelf als GT-coureur met Corvette inmiddels winnaar van de 24 uur van Le Mans noemen en wereldkampioen. Hoe is dat?
Catsburg: “Bizar. Want ik doe dit al een aantal jaar, in verschillende auto’s, maar dit jaar valt echt alles op z’n plek. Er lijkt maar niks fout te kunnen gaan. Voor de grap zeg ik wel eens: als ik nu naar de kermis zou gaan, win ik waarschijnlijk de grootste beer die er is. We hebben niet alleen de 24 uur van Le Mans gewonnen, maar het begon al in Sebring. Daarnaast wonnen we de langeafstandsraces in Portimào en ook Spa. En met de Ferrari 296 GT3 won ik de 24 uur van de Nürburgring.”
Max Verstappen
Het maakt jou, met Max Verstappen, de succesvolste Nederlandse coureur op dit moment.
“Nou, ik probeer het een beetje te relativeren. Je moet kansen krijgen en dan moet het ook een beetje meezitten. Dit jaar heb ik een combinatie van die twee: kansen kwamen er en ik heb vervolgens mogen rijden met ook nog hele goede collega-coureurs in de langeafstandsraces. Ook dat moet samenvallen. Het is niet zo dat ik zelf ineens veel beter gaan rijden; soms rijd je ook goed en win je een jaar lang niks. Maar genieten is dit wel, ja.”
Klaudija, hoe is dat eigenlijk voor jou? Nicky is druk, maar jij ook in de Formule 3. Hoe ziet jouw leven er uit?
“Juli was druk, de laatste weken was het even rustig, maar tijdens de Formule 1 Grand Prix in Monza hebben wij met Formule 3 weer onze laatste wedstrijd van het seizoen. We hebben er tien in totaal en nog drie tests. Dan is er ook nog Macau in november. Dat lijkt niet veel, maar het volgt toch snel op elkaar en het werk als teammanager staat nu eenmaal nooit stil. Je bent ondertussen ook al weer bezig met het volgende jaar. Zo heb je het uiteindelijk toch erg druk, al bevalt het erg goed.”
(Tekst gaat verder onder de foto)
Jij komt oorspronkelijk uit Oostenrijk, hoe kwam je in Nederland bij Van Amersfoort Racing terecht?
“Vanuit Wenen, waar mijn hele familie nog woont, verhuisde ik jaren geleden al naar Duitsland. Ik ging er werken voor BMW. Van het een kwam het ander en zo belandde ik in de autosport, heb veel met de GT-teams gewerkt van BMW en zo ken ik Nicky ook. Toen we wat kregen, betekende het veel reizen. Het was beter om samen een plek te vinden en ook niet meer zoveel op en neer te rijden voor werk. Een oud-engineer van ons team ging op een gegeven moment naar Van Amersfoort Racing en uiteindelijk ben ik daar via-via ook beland.”
Wat is jouw rol binnen het Formule 3-team?
“Ik doe als teammanager veel verschillende dingen: van zorgen voor de planning tot contact met de rijders, families, management; noem maar op. Het is een heel afwisselende, maar ook tijdrovende baan. Er werken zoveel verschillende mensen binnen het team, die wil je allemaal goed samen laten werken als teammanager. En daarbij probeer je structuur aan te brengen. In het privéleven probeer ik dat ook, maar de dagen zijn druk en lang. Dat is niet erg, daar kies je voor. Als je daar niet tegen kunt, moet je niet in de autosport gaan werken.”
Jullie drukke racelevens zullen wel betekenen dat je elkaar niet heel vaak ziet. Hoe lastig is dat?
Catsburg: “Ik ben zo ongeveer de helft van het jaar weg voor autosport. Je zit veel in hotels. En dan kom je thuis en pak je soms maar niet eens uit, omdat je al bijna weer weg moet. Dan leef je echt vanuit de koffer, in de ene periode meer dan de andere. Maar dat hebben we allebei nu eenmaal. Dat is ook weer een voordeel: wij snappen elkaars werk, waarom iemand weg moet of eens een keer een dag niet kan bellen tijdens een raceweekend. Ik hoef Klaudija niet uit te leggen hoe een autosportleven werkt. En zij mij ook niet. Dat is echt heel fijn, dat je elkaar al vanuit je eigen ervaring volledig begrijpt. Aan één woord heb je dan soms al genoeg.”
Jakaj: “Het klopt wat Nicky zegt, we zien elkaar dan soms weinig. Dat is een nadeel aan dit werk, maar ook dat is autosport. Gelukkig kan ik daar mee omgaan. Het helpt me zelfs: ik ben geen coureur, maar leer door Nicky wel hoe hij als coureur met dingen om gaat en is gegaan. Daardoor kan ik soms ook beter inschatten hoe het met onze coureurs gaat, wanneer ze iets wel of niet willen of wanneer ze even wel of niet op je zitten te wachten als teammanager.”
Formule 1-aanbod
Dat brengt ons bij Formule 1. Stel dat je een aanbod krijgt om daarin te gaan werken, zou je het dan doen?
Jakaj (twijfelend): “Hmm, ik zou er eerst over na moeten denken. Want het is nogal wat, ook voor een relatie. Die vind ik het belangrijkste. In de Formule 1 zijn het twee keer zoveel raceweekends als nu. Ik klaag niet, begrijp me goed. Maar ik vind het hartstikke fijn zoals het nu is en ik zit goed waar ik zit. Het bevalt prima in de Formule 3 bij Van Amersfoort Racing.”
Catsburg: “Ik zou daar als haar partner toch anders in staan, maar dat weet ze ook wel. Als je Formule 1 kunt bereiken, ook in deze rol, zou ik namelijk juist zeggen: ga ervoor. Wij overleven dat wel als koppel, daar twijfel ik niet aan.”
Jakaj, glimlachend: “Ik gelukkig ook niet. Maar het eist alleen wel het nodige van je privéleven. Het reizen ook, ik ben net 31 geworden (Catsburg is 35, red) en geen 22 of 23 meer, haha. Dus dit aantal races van tien vind ik eigenlijk wel goed zo.”
Voor veel mensen om je heen is F1 een ultiem doel, misschien ook voor teampersoneel in F3, in F2. Maar zeker voor coureurs.
jakaj: “Absoluut, dat is fascinerend om te zien. Die jonge gasten in ons team hebben maar één doel en dat is Formule 1. Ze zijn enorm gedreven, leven ervoor, doen alles ervoor. Eten, trainen, simmen… Noem maar op. Alles wat ze doen staat in het teken van die F1-droom. Dat vraagt discipline en is knap om te zien.”
(Tekst gaat verder onder de foto)
Nicky, die droom heb jij ook gehad. Maar je koos al snel de route van GT-wagens. Waarom?
“Het was echt wel mijn droom Formule 1 te bereiken. Dat wil iedere coureur die jong is. Iemand die dat ontkent, geloof ik niet. Maar de laatste keer dat ik in een Formulewagen reed, was rond 2008, ik was ergens begin twintig. Ik had wel successen geboekt, wist ook te winnen. Maar ik heb bijvoorbeeld nooit gekart en je weet dat zoiets niet in je voordeel is. Als je inziet dat F1 lastig zal worden, moet je niet bang zijn om iets anders te gaan doen. Want ik wilde sowieso professioneel autocoureur worden. Dat kan ook heel goed in andere klassen.”
Hoe kijk jij dan naar die brandende ambitie van bijvoorbeeld de jonge coureurs in de Formule 3 waar Klaudija mee werkt?
“Ik herken hun ambitie en die snap ik. Als onze drukke schema’s het toelaten, ga ik ook wel eens op bezoek bij Klaudija in de F3. Dan zie ik die coureurs en dan denk je terug aan toen je zelf zo jong was. Maar er zijn in de opstapklassen nu al velen waarvan je weet dat die nooit F1 zullen halen. Dan kun je als coureur misschien wel doorgaan met het najagen van die droom en eraan vast blijven houden, maar je kunt ook op een gegeven moment voor iets anders kiezen als dat beter is.”
Klaudija, hoeveel krijg jij eigenlijk mee van F1? Jullie zijn als F3 vaak op dezelfde circuits, maar de paddocks zijn gescheiden.
“Het zijn twee verschillende werelden, ook al speelt alles zich af op hetzelfde circuit. Soms moet ik voor mijn werk wel eens in de F1-paddock zijn, bijvoorbeeld om zaken op te halen of een briefing bij te wonen. Dan kom je de mensen uit de Formule 1 tegen. Maar er zijn ook dagen dat ik er niets eens tijd voor heb. De wedstrijd en de sessies, die volgen we wel op de voet. We zijn allemaal liefhebbers.”
Op zondagen, als het kan, op de bank dus? Of meekijken op een telefoontje op het circuit?
Catsburg: “Als het even kan wel, ja. Want zoals Klaudija zegt: je bent liefhebber, je wilt het toch zien. Wat valt op, waarom doen teams of coureurs dingen wel of niet? En Max natuurlijk, hoe doet die het? Die gast is zo goed.”Jakaj: “Dat is hij inderdaad, maar dat maakt het wel…”
Catsburg: “…Saai?”
Jakaj: “Ja, een beetje wel. Maar ik kan ook genieten van de strijd daarachter, om plaats twee. Max is hoe dan ook de beste op dit moment.”
Catsburg: “Ik kan daar van genieten, die dominantie. Het is enorm knap, dat sowieso. En mooi om te zien. Er zijn helaas ook echt jongens die niet thuishoren in de Formule 1, zoals Lance Stroll. Of een Mick Schumacher, zo is gebleken. Dat vind ik wel eens jammer aan F1, dat het niet áltijd de beste 20 coureurs te wereld zijn die er rondrijden. Dat zou eigenlijk wel moeten, vind ik. Want of je er nu in rijdt of niet, zoals ik, het blijft the pinnacle of motorsport zoals ze dan zo mooi zeggen.”
Dit verhaal verscheen in FORMULE 1 Magazine (editie 12-2023)
Lees ook: Tijdschema GP Japan: zo laat beginnen alle sessies