Ze houden zich op in hun appartementen in Monaco of in landhuizen in de Zwitserse bergen. De één is elke dag urenlang op Twitch te bewonderen, de ander geeft een sporadisch interview per Skype zoals bijvoorbeeld Sebastian Vettel vorige week. Maar waar is de wereldkampioen zelf?
Rondom één man is het heel stil. Wereldkampioen Lewis Hamilton heeft behalve zijn reactie gisteren op een nieuw Ferrari-gerucht nauwelijks iets van zich laten horen. Verder reageerde hij in maart op een bericht dat hij mogelijk besmet zou zijn, hij feliciteerde zijn jarige broer, prees het Britse zorgpersoneel en showde trots zijn inmiddels
flinke krullenbol.
Lees ook:
Hamilton na zoveelste Ferrari-suggestie: ‘Er is nooit een droom geweest’
In zijn Instagram-stories postte hij ook enkele keren een opbeurend bericht en bijvoorbeeld een (gesponsorde?) foto van zijn racestoel met het reacespel Gran Turismo op zijn scherm. Het aantal berichten lag in ieder geval flink onder Hamiltons reguliere gemiddelde, normaal gesproken de meest zichtbare man van de paddock op social media.
Over zijn verblijfplaats en verdere bezigheden is eigenlijk weinig tot niets bekend sinds de afgelaste Grand Prix in Melbourne. Mercedes-baas Toto Wolff liet weten elke twee dagen te bellen met zijn kopman. “Hij traint drie keer per dag, volgt zijn dieet nauwgezet en probeert met videoboodschappen het personeel en sponsoren op de hoogte te houden”, aldus Wolff tegen de Duitse boulevardkrant Bild. Waar Hamilton uithing wilde Wolff niet zeggen, wel wist hij te melden dat Lewis Hamilton bezig zou zijn met een cursus Frans.
De bovenstaande foto verraadt al iets over het trainingsregime van de Britse wereldkampioen. En in het weekend van de Australische Grand Prix oefende hij zijn noseride al op kunstgolven in Melbourne. Volgens Bild leiden de sporen dan ook naar Canggu, een surfresort op het Indonesische eiland Bali. Daar zou Hamilton in de golven zijn gesignaleerd. Geen verkeerde verblijfplaats voor de quarantaineperiode…
Lees ook:
Wolff lacht om geruchten: ‘Voor Hamilton en ik naar Ferrari gaan, vliegen we samen naar Mars’