De Nederlander Rinus ‘VeeKay’ van Kalmthout blikt met een goed gevoel vooruit op zijn derde Indycar-seizoen, na het deze winter anders dan anders te hebben aangepakt. Over meer tijd in Amerika doorbrengen, logeren bij zijn race engineer, verder volwassen worden en nog meer spierballen kweken. “We hebben deze winter zeker niet gewoon zitten wachten tot het seizoen begint.”
Van Kalmthout is afgelopen seizoen van Indianapolis naar het zonnige Fort Lauderdale in Florida verhuisd, en dat komt hem tijdens Indycars mediadag in downtown Indianapolis eerst natuurlijk ook een kleine, gespeelde reprimande van de host te staan. “Ja sorry”, lacht Van Kalmthout, “maar ik ben niet zo dol op de kou”, verwijst hij naar de lichte sneeuwval buiten. “Ik hou een stuk meer van de zon.”
Ondanks zijn voorkeur voor een warmer klimaat is Van Kalmthout deze winter zeer geregeld in Indianapolis te vinden, waar zijn team Ed Carpenter Racing haar shop heeft zitten, zoals ze de fabriek in de Amerikaanse racerij noemen. Nu hijzelf er geen appartement meer heeft – hij woonde eerst in het voorstadje Speedway, met uitzicht op de Indianapolis Motor Speedway – verblijft hij doorgaans bij zijn race engineer Matt Barnes. “Ik ben daar nu ook al vijf dagen.”
(tekst loopt door onder de foto)
Gezicht laten zien
Behalve dat dit natuurlijk gezellig is, steekt hier ook een sportieve en technische reden achter. De tweede seizoenshelft van 2021 ‘liep’ het niet bij Van Kalmthout en ECR. Het team en de coureur worstelden met de auto. Het leek maar niet te lukken een goede setup te vinden. Het kostte te veel tijd. De auto presteerde vaak aan het eind van de race pas naar wens. En dat deed pijn, nadat ‘VeeKay’ in de eerste seizoenshelft zijn eerste race won en vierde in de stand stond.
“Ik heb deze winter daarom geprobeerd mijn gezicht zoveel mogelijk bij het team te laten zien”, vertelt Van Kalmthout. Het werk in de shop helpt natuurlijk, maar volgens Van Kalmthout is het ook goed om sociaal tijd door te brengen met race engineer Barnes. “Het is ook gewoon chill. Soms zitten we gewoon ontspannen te praten. Juist door niet zo diep te graven, zeg je soms dingen waar je anders misschien niet aan zou denken.”
“We hebben het ook veel over setups gehad. Matt weet nu echt wat ik van de auto wil. Ik heb denk ik wat dingen heb gezegd die zijn ogen wel hebben geopend”, veronderstelt Van Kalmthout, die denkt dat hij en Barnes door hun band te verbeteren ook meer met elkaar kunnen lezen en schrijven. Hijzelf heeft trouwens ook wel een moment gekend dat hem de ogen heeft geopend, erkent hij. Een periode zelfs. “Dat was die tweede seizoenshelft.”
“In het begin van het seizoen, toen alles lekker ging, maakte ik veel grappen. Soms iets te veel”, denkt hij achteraf. “Dat we vervolgens een paar lastige weekends op rij hadden, heeft me wel aan het denken gezet. Het heeft mijn ogen geopend om altijd naar dat beetje extra snelheid te blijven zoeken tijdens een weekend.” Tel er al de tijd die hij met het team heeft doorgebracht bij op, en het vertrouwen is er, terwijl de sfeer in het team volgens hem beter is dan ooit.
(tekst loopt door onder de foto)
Spierballen kweken
Los van dat Van Kalmthout op die manier aan zijn relatie met het team en aan zichzelf heeft gewerkt, heeft hij ook weer een winter van beulen in de sportschool achter de rug. “Zeker nadat ik vorig jaar een sleutelbeenblessure had”, refereert hij aan het kwetsuur dat hij aan een fietsongeluk overhield en waardoor hij een race moest missen, “wilde ik dit jaar gewoon fysiek sterker zijn.”
Dat is gelukt ook. “Ik heb veel krachttraining gedaan. Toen ik weer in de simulator stapte, klaagde ik tegen de jongens: ‘het stuur werkt niet goed, ik voel de force feedback (trillingen en weerstand, red.) amper. Het stuurt veel te licht. ‘Nee’, antwoordden ze toen, ‘hij staat even zwaar als altijd hoor’. Ik denk dat dit wel een goed teken is voor hoeveel sterker ik geworden ben!”, grijnst Van Kalmthout.
De verwachtingen voor jaar drie in de Indycars, mogen er nu dus ook zeker zijn voor ‘VeeKay’. “Ik ben heel optimistisch”, draait hij daar niet omheen. “We hebben deze winter dus echt niet gewoon zitten wachten tot het seizoen weer begint. We hebben alles gedaan om ons te verbeteren ten opzichte van vorig jaar. We wisten namelijk dat het beter moest”, klinkt het strijdvaardig. “Ik ben benieuwd hoeveel beter we het dit seizoen kunnen doen.”
In de aankomende editie van FORMULE 1 Magazine lees je een uitgebreid en exclusief interview met Rinus van Kalmthout over zijn leven in Amerika. FORMULE 1 Magazine nr. 02 ligt donderdag 27 januari in de winkel of bij abonnees op de mat!